De taal van het hart.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 184 / 246 »»
[1] Allen verbazen zich over het diepe inzicht en de wijsheid van Philopold. Kisjonah bekijkt hem van top tot teen en begrijpt niet hoe het mogelijk is dat deze mens, waarvan iedereen wel weet dat hij veel ervaring heeft, nu opeens allen door zijn diepgaande wijsheid zo buitengewoon verbaasd doet staan en zelfs MATHAËL zegt: "Mijn begrip is ook niet gering, maar in deze diepte is mijn geest nog nooit doorgedrongen! Zijn geest of ziel moet wel op een andere en hogere wereld onderricht hebben gekregen!"
[2] Ook Jarah kijkt onderzoekend naar de wijze man en weet van louter verbazing over zijn wijsheid niet waar zij aan toe is.
[3] Maar IK zeg tegen hem: "Zie je nu wel, beste vriend en broeder, hoe goed het je nu is afgegaan. Je hebt met de beantwoording van Mijn aan jouw hart gestelde vraag de spijker op de kop geslagen!
[4] Ik zeg je dat je in Mijn naam nu getrouw, waar en zeer begrijpelijk de volle waarheid aan al Mijn leerlingen, vrienden en broeders hebt uitgelegd en dat Ik daar nu niets anders aan toe behoef te voegen dan: Zo is het en met alle zaken, dingen en wezens is het van eeuwigheid zo gesteld!
[5] Kijk, daarin zit meer wijsheid dan in het hele hooglied van Salomo, die daar in de aard der zaak net zo weinig van heeft begrepen als wie dan ook, want als hij het begrepen zou hebben, zou hij later niet in alle zonden der zonden vervallen en te gronde gegaan zijn!
[6] Zoeken jullie allen daarom slechts in je hart de wijsheid en de juiste openbaring uit Mij, dan zullen jullie die gemakkelijk begrijpen en voor je gehele leven en voor eeuwig behouden!"
[7] PETRUS zegt daarop: "Maar Heer, wij zijn nu ongeveer negen maanden lang steeds bij U en in Uw omgeving, waarom zien wij dan geen kans om zo te spreken als deze vriend uit Kana bij Kis?"
[8] IK zeg: "De Romeinen hebben een spreekwoord, dat zegt: Non statim fit Mercurius! (*Een houten Klaas wordt niet gauw een koopman.) En zo is het ook ongeveer bij jullie en Ik Zelf zou jullie zo nu en dan wel eens willen vragen: Hoe lang zal Ik jullie nog moeten verdragen aleer jullie diep in je hart iets zullen gaan verstaan en begrijpen?
[9] Ik heb toch al zo vaak tegen jullie gezegd dat je niet in je hoofd, maar alleen in je hart moet gaan denken om de volle waarheid te bereiken die je werkelijk vrij zou maken! Waarom doen jullie dat dan niet en blijven jullie liever bij het stoffelijke, dat niets bevat en niets kan geven?! Doe, wat Ik jullie leer, dan zullen ook jullie, net als nu Philopold, in ware wijsheid spreken!"
[10] PETRUS zegt: "Heer! Dat probeerden wij al vaak, maar het lukt maar niet met dat denken in het hart. Zo nu en dan voel ik -niet zo zeer werkelijke gedachten, maar veeleer heel feitelijke woorden in mijn hart. Die woorden kan ik toch geen gedachten noemen, want het komt mij voor alsof zij, nadat zij in het hoofd gedacht worden, pas in mijn hart te voorschijn komen!"
[11] IK zeg: "Dat is een begin, oefen jullie daarin, dan zullen jullie weldra zover komen dat je in je hart tot de diepste en meest vrije gedachten komt!"
[12] PETRUS zegt: "Dank U, eeuwige, goede Meester, als het zo is, zullen wij al gauw verder komen!"
[13] IK zeg: "Ja, ja, maar niet geheel en al vóór Mijn thuiskeer, daarna echter wel!"
[14] Dit begreep niemand aan tafel en men vroeg wat Ik daarmee had willen zeggen.
[15] Maar IK zei: "Denken jullie dan, dat de Mensenzoon zoals nu tot aan het einde der aarde lichamelijk onder de mensen zal wandelen en leren en wonderen doen?!
[16] Ja, Ik zal wel tot aan het einde der aarde onder die mensen die van goede wille zijn, troostend, versterkend, opwekkend, lerend en ook wonderen doend blijven en Ik zal ook bij allen die Mij waarachtig liefhebben en Mijn geboden houden, komen en Mij aan hen openbaren, -maar niet in dit sterfelijke lichaam, maar in het verheerlijkte en eeuwig onsterfelijke! Wie het begrijpt, moet dit goed onthouden!"
[17] De LEERLINGEN zeggen: "Heer, we dachten dat we wel begrip hadden, -maar dit kunnen we toch niet begrijpen!"
[18] IK zeg: "Ik stel jullie daarvoor ook nog lang niet verantwoordelijk! Iedere leerling heeft een zekere tijd nodig aleer hij in datgene wat hij leert, thuis is en alles weet. Als hij zover is, houdt hij op leerling te zijn en is hij vanaf dat moment pas voor eventuele, latere fouten zelf verantwoordelijk! Daarom zijn jullie niet fout, als je nu nog veel niet begrijpt, maar later zal dat anders zijn! -Nu moeten we echter kalm zijn! Dadelijk zal er iets gebeuren, dat ons veel werk zal geven!"
«« 184 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.