Het hooglied van Salomo.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 19 / 246 »»
[1] In het vierde hoofdstuk zegt Salomo: 'Kijk, mijn vriendin, je bent mooi, kijk, mooi ben je! Tussen je vlechten lijken je ogen op de ogen van een duif. Je haar doet denken aan de geitenkudden die op de berg Gilead zijn geschoren. Je tanden zijn als de geschoren wol van de kudden wanneer zij van de drinkplaats komen, zij, die allemaal tweelingen dragen en waarvan er geen onvruchtbaar is. Je lippen lijken een koord met de kleur van rozijnen en je woorden zijn liefelijk. Je wangen tussen je vlechten kleuren als de insnijding van de granaatappel. Je hals is als de toren van David, voorzien van een borstwering waaraan vele schilden hangen met allerhande wapens van helden. Je twee borsten zijn als een reeëntweeling, die onder de rozen weiden tot de dag koel wordt en de schaduw wijkt. Ik zal naar de mirreberg gaan en naar de wierookheuvel. Je bent ongetwijfeld mooi en je bent smetteloos. Kom, mijn bruid van de Libanon, kom van de Libanon! Treed binnen, kom van de berg Amana, van de berg Senir en Hermon waar de holen der leeuwen zijn en waar de luipaarden huizen! Je hebt mijn hart gestolen, mijn zuster, lieve bruid, met een van je ogen en met een van je halssnoeren. Hoe mooi zijn je borsten, zuster van mij, lieve bruid! Je borsten zijn lieflijker dan wijn en de geur van je zalven overtreft alle bekoring. Je lippen, mijn bruid, zijn als overlopende honingzeem, onder je tong is honing en melk en de geur van je klederen is als de geur van de Libanon. Zuster, lieve bruid, je bent een gesloten tuin, een gesloten bron, een verzegelde put. Jij bent als een lusthof van granaatbomen met kostelijke vruchten, cyprus en nardus, nardus en saffraan, kalmoes en kaneel en van wierookbomen, mirre en heerlijk geurende aloës; als een fontein in een tuin, als een bron van levend water dat van de Libanon stroomt. Verhef u, noordenwind, en kom, zuidenwind, waai door mijn tuin opdat de geuren haar overstromen!'
[2] Zie, hoge Cyrenius, zo luidt vrijwel woordelijk het vierde hoofdstuk, dat nog het eenvoudigst te begrijpen schijnt te zijn, van het Hooglied van Salomo die een wijze was. En ik geef u alle schatten van de wereld als u met uw ongetwijfeld gezonde mensenverstand in staat bent om daarvan ook maar één zin te ontraadselen!
[3] Wie is die steeds genoemde zuster, de lieve bruid, die, als zij er zo uitziet als Salomo haar zo prijzenswaardig beschrijft, een schrikbeeld zou zijn voor alle mensen, waarbij vergeleken een heidense Medusa nog een Venus zou zijn! Kortom, voor het verstand van een mens is dat toch de onzin ten top; wat er echter voor betekenis achter schuilt, lost geen mensenverstand op maar alleen weer de wijsheid! Wie dus de wijsheid bezit, zal het begrijpen, wie die echter niet bezit, moet zoiets maar niet lezen en heeft hij het wel gelezen, dan moet hij er verder niet over nadenken. Want hoe meer hij erover nadenkt, des te minder zal hij ervan begrijpen. Ik heb het hele hooglied van Salomo zelfs helemaal uit het hoofd geleerd om het daardoor beter te kunnen begrijpen, -maar voor niets; pas langzaam maar zeker is het tot mij doorgedrongen dat het niet voor mij weggelegd was.
[4] Doe dus liever een beroep op het heldere verstand van onze metgezellen dan op hun grote wijsheid! Want als zij hun wijsheid gebruiken om uitleg te geven over het snelle schrijven van onze engel, zul je daar net zoveel van begrijpen als van het vierde hoofdstuk van het hooglied van Salomo. Als iemand het echter met zijn gezonde verstand uitlegt, vooropgesteld dat dat mogelijk is, wel dan zul je het in zoverre begrijpen als iets, dat zuiver geestelijk is, ook maar stoffelijk begrepen kan worden. Maar volgens mijn mening zal men ook daarmee niet zo erg veel bereiken!"
[5] CYRENIUS zegt: "Ik zie wel dat je zeker niet dom bent, want het is een hele prestatie om stoffelijk gezien zulke Salomo's onzinnigheden, woord voor woord te onthouden. Want zij bevatten zoveel onsamenhangende onzin, als mij nog nooit eerder ter ore is gekomen! Maar desondanks begint deze pure onzin mij nu toch meer te verontrusten dan het eerdere snelschrijven van de engel. Wat wilde deze bekende Croesus van de Joden daar toch mee zeggen? Was het serieus een liefdesverklaring aan een mooi Joods meisje, dat er volgens zijn vergelijking heel vreemd moet hebben uitgezien? Of wordt daar iets heel anders mee bedoeld? Maar wat, - dat is een andere vraag! Is daar een sleutel voor? Als er één is, zal onze Heer en Meester dat zeker in de eerste plaats weten! Daarom kunnen we beter meteen naar de grote smid in plaats van naar de knecht van de smid gaan!"
[6] HEBRAM zegt: "Dat denk ik ook, doe dat dus! Ik ben daar nog nieuwsgieriger naar dan naar mijn toekomstige leven in het hiernamaals."
[7] Dan richt CYRENIUS zich tot Mij en zegt: "Heer, heeft U dat bepaalde, vierde hoofdstuk van het hooglied van Salomo gehoord? Kunt U mij ook zeggen of er iets zinvols in staat of is het wat het lijkt, namelijk totale onzin?"
[8] IK zeg: "Mijn vriend, het heeft, hoewel zeer verborgen, een diepe betekenis! Salomo schreef het op zoals het hem door de geest werd gedicteerd maar zelf begreep hij er eigenlijk ook niet veel meer van dan jij nu. Want hij had wel de gave om wijs te spreken, maar hij had niet tevens de gave om het te begrijpen. Ook voor hem was veelonbegrijpelijk, want wat hij schreef waren woorden voor deze tijd, gevat in passende beelden.
[9] De oplossing en de sleutel is Hij, die nu met je spreekt. Het woord, een woord van altijd durende, eeuwige liefde, dus de zuivere liefde van God voor jullie mensen, is de mooie bruid, de ware zuster van de mens en zijn lieve vriendin! Lees met deze sleutel het hooglied en je zult het begrijpen en de zuivere betekenis daarin vinden! Snap je, begrijp je nu iets van Salomo's wijsheid?"
[10] CYRENIUS zegt, terwijl hij Hebram aanziet: "Voel je, jonge Salomo kenner, waar de wind vandaan begint te komen? Dat is heel andere muziek dan die in de tempel te Jeruzalem wordt gezongen! Kortom, nu ik de sleutel heb, zal Salomo thuis woordelijk worden bestudeerd!"
[11] HEBRAM zegt: "De sleutel schijnt waar en volkomen juist te zijn, maar alles is daar toch niet mee te openen! De sterren zien wij ook en incidenteel heeft de Meester daarover in zijn gesprekken ook veel wat op sleutels leek te berde gebracht, -ook de engel deed daarover een zeer belangrijke mededeling; maar wat weten wij er nu verder van? Leg me nu eens uit wat de mooie morgenster, die vanmorgen zo fel schitterde, nu precies is! Kijk, zo min als je in staat bent met de sleutel van de engel de ochtendster voldoende te verklaren, net zo min zul je met de sleutel van de geheimzinnige meester achter de gehele wijsheid van Salomo kommen! Daar vind je ook een heleboel verschillende beelden waarvan alleen de geest zelf de juiste sleutel draagt. Maar dat de sleutel die de Meester je gaf, in algemene zin gesproken de juiste is, daaraan twijfel ik vanaf dit ogenblik niet in het minst en ik zal voor mijzelf daar het een en ander mee trachten te ontraadselen."
[12] Dan vraagt CYRENIUS Mij weer: "Heer, wat voor waarde moet ik hechten aan dat wat Hebram zegt?"
[13] IK zeg: "Wat hij zegt is goed en waarachtig, dus weet je nu wat je er van moet denken. Maar nu houden wij erover op want de ochtendmaaltijd staat gereed! Onze ledermaten hebben voedsel nodig, daarom gaan wij deze nu eerst versterken en daarna gaan wij naar de misdadigers buiten, want ze zullen nu spoedig rijp zijn voor de genezing!" -Daarna werden vissen, brood en wijn op de tafels gebracht.
«« 19 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.