Over verschijningen van hogere hemelse wezens.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 2 / 246 »»
[1] Zo zijn ons, Romeinen, uit de geschiedenis genoeg overleveringen bekend, waarin vermeld wordt dat bijvoorbeeld Socrates, Plato, Aristides en nog veel andere wijzen steeds een beschermgeest bij zich hadden, die hen informeerde en hen altijd, afhankelijk van hun intelligentie, wijze lessen en in noodgevallen een betrouwbare raad gaf. Wie van hen die raad niet opvolgde, kon verzekerd zijn van de kwade gevolgen.
[2] Wel, als men dat weet, deels uit de historie en deels uit persoonlijke ervaring, dan komt je zo'n verschijning, zoals jullie die hier hebben ontmoet, toch niet zo onmogelijk voor. Kortom, wij weten uit de vele overleveringen en uit hedendaagse ervaringen, dat hogere wezens helemaal niet zo zelden als velen menen bij ons mensen komen, zich op allerlei wijzen kenbaar maken en ons nu eens hierover en dan weer daarover opheldering geven. Onder die omstandigheden is onze engel beslist niet zo'n ongewone verschijning als men op het eerste gezicht geneigd is te denken!
[3] Dat zo'n volmaakte geest krachten bezit die voor ons verstand onbegrijpelijk zijn en daarom ook wonderen kan doen die wij heel bijzonder vinden, vind ik ook niet buitengewoon.
[4] Eens was ik in de gelegenheid om mensen uit Achter-Egypte te ontmoeten en door middel van een tolk met hen te spreken. Zij waren geheel naakt en bedekten zelfs hun schaamte niet. Zij hielden ons, Romeinen, voor hogere, hemelse wezens en verwonderden zich buitengewoon over de grote en schitterende gebouwen van Rome, over de mooie kleren en onze uitzonderlijke pracht. Zij hielden al onze menselijke produkten voor werken der goden en dachten ook dat wij dat waren. Zij vroegen mij of wij ook voortdurend de zon en de sterren, evenals de maan, beheersten en naar ons goeddunken bestuurden, of dat er voor dat werk soms nog andere goden waren.
[5] Natuurlijk gaven wij hen onderricht en voor er een jaar voorbij was, wisten zij al heel goed dat ook wij slechts mensen waren. Zij leerden veel van ons, gingen zich tenslotte zelf kleden en het gaf hen veel vreugde toen zij hadden geleerd om zelf kledingstoffen te maken en daaruit allerlei mannen en vrouwenkleding te vervaardigen. Na een paar jaar keerden zij toegerust met alle mogelijke kennis naar hun vaderland terug en hebben daar zeker scholen opgericht en zó een beetje licht in hun natuurlijke wildernis gebracht.
[6] Wel, als wij, met onze nog zeer geringe geestelijke ontwikkeling, een volmaakte geest zien handelen, moeten wij natuurlijk erg verwonderd zijn dat zoiets mogelijk is. Maar als onze geest even volmaakt zal zijn, zullen wij beslist ook hogere dingen kunnen doen en dan zullen wij ons zeker niet zoals nu verwonderen wanneer een geest, door middel van de aan ons bekende kracht, een steen in zijn oerelementen ontleedt.
[7] Maar dat wij in ons geestelijk deel in staat zijn tot een volmaaktheid die onbegrensd is, bewijzen ons vele voorbeelden. En aan deze tafel zitten mensen die misschien wel haast op dezelfde hoogte als de engel staan, en één van hen zou zelfs de engel al veruit de baas kunnen zijn, zoals jullie al eerder van de arts uit Nazareth hebben gehoord.
[8] Wijd je daarom van nu af aan vooral aan de grootst mogelijke ontwikkeling van jullie geest, dan zullen jullie niet slechts zo'n steen, maar een gehele berg in zijn oerelementen kunnen uiteen laten vallen!"
[9] Toen richtte Julius zich tot de engel en zei: "En, Raphaël, zeg jij nu eens of ik tijdens mijn wat lange toespraak ook maar één verkeerd of onwaar woord heb gezegd?!"
«« 2 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.