Voorbereiding voor de genezing der misdadigers.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 20 / 246 »»
[1] Als de jonge Farizeeërs en levieten de tafels zo rijkelijk beladen zien met heerlijk toebereide vissen, met brood en met wijn, zegt HEBRAM: "Nou, erg behoeftig leven de leerlingen van de Meester uit Nazareth ook niet! Nu is er helemaal geen reden om ons nog langer er van af te houden in de eerste plaats Romeinse soldaten te zijn en daarbij met hart en ziel Zijn leerlingen! Hoe vaak hebben we niet in de tempel ter meerdere ere van Jehova moeten vasten en hier wordt niet gevast, hoewel het voor de Joden vandaag op de voorsabbat voorgeschreven is om streng te vasten! En toch wordt God daardoor zeker niet onteerd, want anders zou de goddelijke geest door de mond van onze Heer en Meester dat niet hebben gezegd! Kortom, wat Hij nu ook zegt of wil, wij zullen het altijd doen of wij het nu zoet of zuur vinden! Want de geest die op de sabbat zijn zon net zo op laat gaan als op een werkdag en die zijn winden geen rustdag geeft, staat zeker hoger dan de domme geest van onze tempel die eens voor de juiste heiliging van de sabbat drie voor en drie na rustdagen voorschreef. Omdat de week echter inclusief de sabbat maar zeven dagen telt, vroeg men zich af, wanneer er onder die omstandigheden dan gewerkt moest worden! De domme wetgever zag het onzinnige ervan in en deed daarna veel water in de wijn! Vrede zij met zijn as!
[2] Kortom, onze nieuwe Meester en Heer toont in alles de echte geest van God en daarom willen en zullen wij ook op leven en dood en door dik en dun zijn leerlingen zijn. Maar de tempel keren wij voor eeuwig de rug toe! Amen. Zo zij het en zo zal het gebeuren! Gevast hebben wij al vaak genoeg en we hebben daarmee niets bereikt. Tijdens onze reizen namen we een loopje met het domme, overdreven vasten, wij aten ook op de voorsabbat en de dagen van de nieuwe maan en wij hebben op die nieuwe, menselijk verstandige manier nu het hoogste bereikt wat een mens ooit kan bereiken. Laten we dus opgewekt en vol goede moed zijn! Wij hebben de beloofde Messias al en de tempel zal Hem onder de tegenwoordige omstandigheden waarschijnlijk nog heel lang niet te zien krijgen en als hij Hem te zien krijgt, zal hij Hem toch zeker niet herkennen. Wij echter hebben Hem en kennen Hem, en daarom jubelen wij en zeggen: Hosianna Hem, die wij gevonden hebben! Hem alleen zij onze achting en liefde!"
[3] JULIUS zegt: "Dat is juist, daar stem ik ook mee in en voeg daar nog aan toe: Heil en zegen aan alle mensen die van goede wil zijn!"
[4] CYRENIUS zegt: "Ja, heil aan de gehele wereld en genade van boven en de naam van onze Heiland, die Jezus heet, zij hoog geprezen! Voor deze naam moeten in de toekomst alle volkeren der aarde, alle engelen in de hemelen en alle, alle geesten onder en boven de aarde hun knieën buigen!"
[5] Daarop zeggen de engelen, Jarah, Josoë, Ebahl en alle leerlingen hardop " Amen!".
[6] Maar na dit amen zeg IK: "En nu, Mijn vrienden en broeders, eten en drinken wij, want het moment nadert waarop de vijf misdadigers genezen moeten worden!" -Toen grepen allen gretig naar de vissen, het brood en vervolgens naar de wijn.
[7] De morgenmaaltijd werd zo in korte tijd genuttigd en dat gebeurde zichtbaar met zeer grote eetlust, want de vissen waren zo smakelijk toebereid dat de heerlijke smaak meer dan normaal tot eten aanspoorde. Ook Mijn Jarah tastte gretig toe en haar Raphaël niet minder, wat verscheidene jonge levieten en Farizeeën zo zeer opviel dat zij zich onderling af gingen vragen, waarom de engel, die toch een echte geest moest zijn, de vissen en het brood en de wijn met een soort onbedwingbare trek opat en ook zijn lieflijke leerlinge flink aanzette om te eten, die zich er ook helemaal niet voor geneerde om behoorlijk met haar hemelse meester te wedijveren.
[8] Maar HEBRAM zegt tegen zijn makkers: "Hoe kunnen jullie je daar nu over verwonderen? De goede engel, die daarnet met zo'n enorm gemak die ongeveer dertig pond zware steen met zijn tere vingers beheerste, zal met de gare vis, het brood en de wijn nog veel gemakkelijker om kunnen springen! En dat zijn lieve leerlinge bij dit eetfestijn zo weinig voor hem onderdoet, komt omdat ze volop in de groei is. Want zo gezien zal het meisje nog geen vijftien lentes tellen maar is toch al zo sterk als een jonge vrouw van twintig zomers en dat komt door de goede voeding. Cyrenius' zoon, die tussen de eetlustige en de nog meer etende engel zit, heeft ook wel veel trek, maar het meisje en de engel overtreffen hem toch behoorlijk! Maar voor het meisje is het jammer dat zij zo veel eet! Ze heeft toch een heel mooi figuur en spreekt heel geestdriftig, maar door dat vele eten verliest zij veel van haar bekoorlijkheid. -Ook onze Meester eet en drinkt heel vaardig. Dat is overigens geen ongewoon beeld bij grote geesten. Allen, die ik tot nog toe heb Ieren kennen, waren eerder grote dan kleine eters en ook drinkers! Overigens wordt hier nauwelijks te veel gegeten en gedronken, behalve dan door de engel, die waarachtig reeds zoveel heeft gegeten als wij allen bij elkaar! Daarbij is het opmerkelijk, dat een reine geest de stoffelijke spijzen net zo eet als een van ons! Ik zou eigenlijk wel eens willen weten of hij daarna het genotene ook op de natuurlijke manier door de zogenoemde stoelgang verwijdert, of zou hij al het genotene totaal in zich opnemen?"
[9] De in de buurt van Hebram zittende JULIUS, aan wie deze praatjes niet .ontgaan zijn, zegt: "Wat zitten jullie nu weer voor geweldige onzin te verzinnen omdat je de aard der dingen niet kent! Kijk, Raphaël is een geest, die jullie in zijn oorspronkelijke toestand onmogelijk zouden kunnen zien en spreken. Om zich met buitengewone toestemming van de Heer onder ons mensen als een medemens te kunnen manifesteren, moet hij zijn puur geestelijke wezen omgeven met een soort licht stoffelijk omhulsel en daarvoor heeft hij als een van de machtigste aartsgeesten steeds veel lichte materie nodig, die hij meteen omvormt om voor ons zichtbaar te kunnen bestaan. Er is geen sprake van het afzonderen van de genoten spijzen in zijn eventuele ingewanden, omdat hij al het genotene al in zijn mond enkel en alleen omzet in zijn menselijke figuur. Kijk, zo werkt dat! Kraam daarom onder elkaar niet zulke onzin uit!
[10] En dat de lieflijke Jarah, een heel wijze dochter van de waard Ebahl in Genezareth, die vlak naast de engel zit, vanmorgen wat meer eet dan gewoonlijk, komt omdat de Heer haar dat zeker heel in 't geheim heeft aangeraden in verband met de genezing van de vijf voornaamste misdadigers. Deze genezing zal vast heel gedenkwaardig worden omdat Hij, die toch al doden heeft opgewekt, Zichzelf daarop heel grondig heeft voorbereid, wat Hij bij mijn weten nog nooit eerder heeft gedaan. Gisteren heeft Hij er ons ook al op gewezen dat het een moeilijke genezing zal worden, die, om te kunnen slagen, heel bekwaam en doelmatig voorbereid moet worden! Daarom eet ook Hij hoogstwaarschijnlijk vanmorgen meer dan op andere dagen. -Is het jullie nu weer duidelijk?"
[11] HEBRAM zegt: "Goddank, ja, beste hoge vriend en beschermer! Als een verschijnsel maar belicht en verlicht wordt, wordt het wonderbaarlijke ervan tenslotte iets geheel natuurlijks! Als wij ons in het vervolg soms weer over een wonderbaarlijke omstandigheid te zeer zouden verbazen, moet die verbazing op rekening van onze domheid geschreven worden! Want slechts domheid kan zich over iets verwonderen dat zij onmogelijk kan begrijpen. Ware wijsheid verwondert zich zelfs in de verste verte niet, omdat zij precies weet waar het om gaat. Maar wij met z'n dertigen zijn nog erg dom en er kon ons dus nog wel eens veel verwondering te wachten staan aan de zijde van onze grote Meester, Heiland en met recht onze beloofde Messias! -Maar nu maakt Hij aanstalten om op te staan en te gaan en dus zullen wij ons ook daartoe gaan klaarmaken!"
[12] IK zeg: " Ja, het is nu tijd om naar buiten te gaan, daarom staan wij op en gaan allemaal naar buiten naar de oever waar men de vijf voor ons heeft vastgehouden!"
[13] Op Mijn woorden staat iedereen op van de plaatsen waar men zo lang heeft gezeten en gaat vlug met Mij naar de oever.
«« 20 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.