Het nut van werk en het kwade gevolg van nietsdoen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 203 / 246 »»
[1] IK zeg: "Dat nu wel niet, maar het is toch ook waar, dat de aardse kooplui maar al te vaak wat te lichtvaardig alle geestelijke dingen uit de weg gaan, hetgeen ook bij jullie het gevál was. -Heb Ik gelijk of niet?"
[2] SCHABBI zegt: " Ja, verheven, met Gods kracht vervulde vriend, het is wel waar dat de wereldhandel, en de schatten van deze aarde, hun winning en juist beheer, iemand veel te denken en veel zorgen geven. Maar men doet, door de rijkdom goed te gebruiken, al gauw allerlei nuttige ervaring op en bij veel mensen wekt men de sluimerende geest op tot het doen van allerlei voordelige zaken, bezorgt deze een nuttige bezigheid en verwijdert hem op die manier van het niets doen, dat gewoonlijk de vader van alle ondeugden en zonden is.
[3] Kijk maar eens naar de priesterstand bij bijna alle volken! Zolang deze mensen moesten werken en net als ieder ander hun brood in het zweet huns aanschijns verdienden, stond de waarheid ook bij hen op het eerste plan en zij ontdekten en berekenden veel, waarover wij nu nog reden tot verbazing hebben. Zij brachten evenwicht in het menselijk denken en richtten scholen op voor de juiste vorming van de menselijke geest en de zelfkennis. In die tijd vonden zulke priesters de wegen naar God en leidden de medemensen in alle geest en oprechte goede wil tot hetzelfde inzicht.
[4] Maar toen de mensen later de grote weldaad van de prachtige en verheven inspanningen van de oude en echte priesters steeds meer erkenden en hun buitengewone nut inzagen, namen zij alle zware werkzaamheden over van de priesters, die zij boven alles achtten en liefhadden, voerden de tiende gaven in en bepaalden, dat de priesters alleen voor de menselijke geest moesten zorgen en werken. De priesterstand had toen echter al gauw niets om handen, begon te fantaseren en eerzuchtig te worden, sloot de lichte waarheid in duistere catacomben op en begon de in die tijd lichtgelovige mensheid met allerlei sprookjes en fabels af te schepen. Zo werd het nietsdoen van de priesters de wezenlijke oorzaak van het verval zelfs van de zeer verheven en goddelijke leer van de grote en ware priester Mozes.
[5] Men behoeft slechts Mozes en de profeten te lezen en de huidige manier van doen van de opvolgers van Mozes en Aäron te Jeruzalem daarmee te vergelijken, dan zal men snel en moeiteloos ontdekken dat zij niet in Mozes en nog minder in een God geloven. Want als zij in Mozes en de door hem verkondigde God zouden geloven, zouden zij niet de schandelijkste beliegers en bedriegers zijn van het volk, dat zij lichamelijk en geestelijk knechten! Dat is allemaal echter een noodzakelijk gevolg van het lasterlijke nietsdoen! En daarom denk ik dat de juiste rijkdom in handen van wijze, goedwillende en actieve mensen, méér een tempel van God is voor de behoeftige mensen, dan de tempel van Salomo te Jeruzalem!
[6] Wij, handelaars, hebben natuurlijk niet zoveel tijd om ons met allerlei mystieke fantasieën van de bevoorrechte nietsdoeners bezig te houden en daarvan uit te zoeken hoeveel waarheid ze bevatten. Maar wij leren het volk het nietsdoen te mijden en wij vormen hen tot ware, nuttige mensen! Op die wijze denk ik, dat wij de geringe fout, waar u mij op wees en die erin bestaat dat wij vaak over veel geestelijke zaken lichtvaardig heen en wegstappen, dubbel en dwars goed maken! Want ik van mijn kant denk maar: Het goede in daden omzetten is beter, dan daarover de mooiste woorden te schrijven -en die zelf niet doen.
[7] Wat hebben wij er echter aan om nóg zo diepzinnig na te denken en alles uiteen te rafelen? Een sterveling zal toch nooit achter de ware wijsheid van God komen, hij zal zelfs niet de buitenste sluier daarvan oplichten!
[8] Maar als dat voor de mensen nodig zou zijn, zal Gods genade wel weer ergens een Mozes opwekken, dus een echte Messias, net zoals u nu een echte schijnt te zijn. Die zal ons dan beslist in de ware wijsheid van God onderwijzen en wij zullen dat als een ware hemelse gave heus tot iedere prijs graag en zeer dankbaar aanvaarden en ook ons doen en laten daarnaar richten. Want wij, handelaars, zijn altijd grote vrienden van alle voor de mensheid nuttige bezigheden en onze grote, aardse rijkdom gebruiken wij alleen maar om de van nature altijd tot traagheid en nietsdoen geneigde mensheid op nuttige wijze, voor henzelf en voor anderen, op allerlei goede manieren bezig te laten zijn.
[9] Verheven, met Gods geest vervulde vriend, zeg ons of onze kijk op het leven goed, bruikbaar en dus een juiste is, of dat u ons door uw wijsheid nog een betere kunt geven!"
«« 203 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.