De toekomst van Jezus' leer volgens Mathaël.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 228 / 246 »»
[1] "Ja, voor ons zijn de buitengewone daden ook wel een heel sterk bewijs, omdat ons verstand in zoverre is ontwikkeld dat wij op het eerste gezicht het onware van het ware kunnen onderscheiden!
[2] Want wij kennen intussen alle kunsten van de magiërs en er is er geen die veel nieuws brengt. Maar deze daden hier vereisen meer dan alleen maar een magiër uit Egypte of uit Perzië, deze vereisen Gods scheppende almacht en een nooit te doorgronden diepe wijsheid. Zij vereisen het oer en basisrecht van de goddelijke geest, wiens wil alle geesten en alle werelden beteugelt, zoals een goed paardemenner zijn span, dat hij meer of minder intoomt, waardoor hij de nog losbandige dieren zijn wil ter navolging kenbaar maakt.
[3] Dáár is dus de volle oergoddelijkheid zichtbaar, terwijl die bij de magiërs eeuwig nooit zichtbaar kan worden omdat zij daar nooit of te nimmer is en was. Maar we mogen ook wel aannemen dat onze aartsvaders door hun innerlijke, goddelijke kracht veel wonderen gedaan moeten hebben, want zonder de echte wonderen zouden zeker nooit de onechte ontstaan zijn.
[4] Nu zien wij weer volmaakt echte wonderen gebeuren, maar ik zal geen slecht profeet zijn als ik zeg, dat er binnen enkele honderden jaren meer valse dan echte wonderen in naam van de Heer gedaan zullen worden!
[5] Dat alles is weliswaar afhankelijk van de Heer, maar je kunt het volgende wel voor vast aannemen: Ten eerste, dat de Heer niet steeds lichamelijk zichtbaar op deze aarde bij de mensen zal blijven en hen niet, zoals nu bij de vestiging van de nieuwe leer, persoonlijk met raad en daad ten dienste zal staan. Ten tweede zal Hij van nu af aan de mensen de vrije wil ook minder ontnemen dan vroeger, vóór dit zo eeuwig gedenkwaardige tijdperk dat zelfs deze aarde voor altijd onvergankelijk en eens tot centraal punt van de hemelen zal maken.
[6] Want een wereld, die Hij eenmaal lichamelijk met Zijn voeten heeft betreden, moet op z'n minst voor eeuwige tijden in een verheerlijkte staat blijven. Als de mensen echter in het bezit van hun vrije wil blijven en daarbij altijd zo onwetend en vrijwel zonder enig verstand ter wereld komen, zodat hun latere kennis alleen van het oorspronkelijk uiterlijke onderricht afhankelijk zal blijven, is er echt niets anders mogelijk dan dat de verduistering weer hand over hand zal toenemen en de heerszuchtige en op luxe beluste mensen uit deze nieuwe, zuiver goddelijke leer een tienvoudig heidendom zullen maken, dat niet onder zal doen voor het Indische!
[7] In onze lichamen zullen wij het niet meemaken, maar des te zekerder als bewoners van een ons nu nog onbekende, lichtende geestenwereld! Het zal nog wemelen van bedrog, leugen, hoogmoed, eigenbelang, zelfzucht, vrees voor de wereld, huichelarij, ogendienst, schijnheiligheid, vervolging, vonnis, wraak en gruwelijkheden aller aard!
[8] De Heer Zelf zei immers, dat dit allemaal moet worden toegelaten vanwege de zelfbeschikking en de ware levensvorming van iedere enkeling op zichzelf, zonder welke niemand een echt kind van God kan worden en binnen kan gaan in de eeuwige heerlijkheid van de Vader!
[9] Als de Heer Zelf ons al zo'n prognose geeft, wat kunnen wij dan anders denken, dan dat het precies zo zal gaan als ik het jullie nu heb gezegd?! De beste bescherming daartegen is en blijft nog altijd een duidelijke taal met een wiskundige zekerheid. Want een wiskundig bewijs overleeft de tijden en geldt voor de Indiërs net eender als voor de Perzen en Arabieren, Grieken, Romeinen en Joden!"
«« 228 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.