De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 235 / 246 »»
[1] Dan vraagt Murel hetzelfde aan MATHAËL en die zegt: "Wat Mozes over de schepping zegt, heeft helemaal geen betrekking op de schepping van de wereld, maar alleen op de vorming van de mens, te beginnen bij de wieg en voortgaande tot aan zijn voltooiing, en ook is het een beeld van de vestiging van Gods kerk op aarde tot op heden en verder tot aan het einde der wereld.
[2] Met 'hemel en aarde' wordt de nieuwe, aardse mens meteen vanaf zijn geboorte aangeduid. De 'hemel' is het symbool voor zijn innerlijke, verborgen, geestelijke gaven en de lege woeste 'aarde' duidt op de nieuw ontstane natuurmens, die zich nauwelijks bewust is van zijn bestaan; het eerste stadium van de mens.
[3] Geleidelijk aan komt het kind tot zelfbewustzijn en begint te dromen en te denken. Dat is het 'Er zij licht!' in de mens, opdat hij weet dat hij bestaat; -tweede stadium.
[4] En zo gaat dat verder met alle scheppingsdagen tot aan het ruststadium van de voltooiing van de mens! Zeg mij of je er al iets van begint te begrijpen!"
[5] MUREL zegt, erg verbaasd over de bijbelse wijsheid van Mathaël: "Nee, geëerde vriend, die wijsheid zou ik nooit of te nimmer achter jou hebben gezocht! Ah, op die manier, waarvan ik nu inzie dat die de enige ware is, zou ik van jou de hele Schrift wel uitgelegd willen hebben! Ja, er is veel voor nodig aleer een mensenziel zo diep is doorgedrongen in de wijsheid! Maar hoe ben jij nu zover gekomen?
[6] MATHAËL zegt: "Vriend Murel, dat is op de plaats waar wij ons nu bevinden toch geen vraag meer! De Heer bij ons, -en dáár een engel uit de hemelen, die beslist getuige was van de gehele materiële schepping! Zelf was ik al vanaf mijn jeugd schriftgeleerde in de tempel en dat was dan ook de reden waarom men mij als apostel naar de Samaritanen had gezonden. Maar eer ik nog een woord met de Samaritanen kon spreken, zette Jehova een streep door mijn rekening: Ik viel in handen van gemene struikrovers en moest, om mijn leven niet te verliezen, zelf een gemene struikrover worden.
[7] Omdat ik mij echter door God zo vreselijk in de steek gelaten voelde, zonder dat ik daarvoor bij mijzelf een oorzaak aan kon wijzen, ergerde mij dat verschrikkelijk. Eerst zwoer ik mijn geloof af en begon de gehele Schrift voor mensenwerk aan te zien, maar door een vreemde verschijning werd ik weldra op andere gedachten gebracht.
[8] Op een nacht dat ik alleen voor het vreselijke rovershol de wacht hield, kwam er een bitter ernstige man naar mij toe. Ik doorboorde hem meteen met mijn zwaard. Hij zei echter: 'Doe geen moeite met je ellendige wapen, want een onsterfelijke geest is nooit in der eeuwigheid door een wapen van een sterveling te doden! Ik ben de geest van Abraham en vraag je, waarom je God wilt verlaten en Zijn naam vervolgen!'
[9] Daarop zei ik, Mathaël, heel kwaad: 'Waarom vervolgde God mij eerst, terwijl ik toch in Zijn naam naar de Samaritanen werd gezonden om hen allen voor de tempel te winnen!? Mijn bedoeling was eerlijk en rechtschapen voor God en alle mensen, omdat zij eerlijk en rechtschapen was voor mijn geweten. God heeft mij vanaf het begin van mijn bestaan alleen mijn geweten als mijn rechter meegegeven en ik leefde rechtvaardig voor deze innerlijke, strenge rechter. Ik heb mijzelf niet uitgezonden naar de Samaritanen, maar de hogepriester als plaatsvervanger van Mozes en Aäron.
[10] Als het onjuist geweest zou zijn dat ik naar de Samaritanen werd uitgezonden, zou Gods wijsheid niet mij hebben moeten tuchtigen, maar alleen diegene die mij gezonden had. Omdat zij echter mij, de onschuldige, greep, ben ik vanaf dat moment de grootste vijand van Jehova, door Wie u, bittere geest, naar mij toegezonden schijnt te zijn!'
[11] Toen sprak de geest, met een nog bitterder gelaatsuitdrukking: 'Ken je Gods macht en toorn? Hoe wil jij, onmachtige stofworm, de almachtige God weerstaan?! Kan Zijn macht je dan niet grijpen en ellendig vernietigen alsof je er nooit geweest zou zijn?!'
[12] Ik zei: 'Dat kan Zijn macht gerust doen, want voor zo'n bestaan zoals ik nu leid, kan ik deze alleen maar eeuwig vervloeken! Maar als ik er niet meer ben is het ook voor eeuwig uit met mijn rechtvaardige toorn en gramschap tegen die macht!'
[13] De bittere, ernstige geest zei echter: 'Je kunt God niet gebieden om je te vernietigen! Hij kan je kwellen, eeuwenlang, met de verschrikkelijkste smarten en pijnen en dan zou wel duidelijk worden hoelang je de almacht van God het hoofd zou bieden!'
[14] Toen zei ik gloeiend van toorn: 'Dat kan God doen, als het Hem een bijzonder plezier verschaft een schepsel eeuwig te kwellen alleen maar om hem Zijn almacht te tonen! Maar dit zweer ik je, bitter ernstige geest, dat God, al zou Hij nog duizend maal almachtiger zijn dan Hij is, mijn geestvermogens met alle kwellingen die Hij maar kan bedenken nooit zal buigen !
[15] Met goedheid, zachtmoedigheid en aanwijsbare rechtvaardigheid kan Hij alles met mij doen, Hij kan mij een lam der lammeren maken, maar met Zijn toorn daarentegen tot een duivel der duivels! Tot nu toe heeft Gods almacht mij slechts een leven vol kwellingen gegeven, waarvoor ik haar eeuwig niet zal bedanken. Maar als het haar misschien eens in zal vallen barmhartiger tegen mij te worden en aan mij goed te maken wat zij mij in haar almachtige humeur heeft aangedaan, dan zal ik haar op dát moment dankbaar zijn! Maar zoals de zaken nu staan ben ik de grootste vijand van Jehova! Want in Zijn naam trok ik in alle ernst van Jeruzalem naar Samaria om daar Zijn eer en Zijn lof te verkondigen en als beloning liet Hij mij door duivels grijpen en overweldigen!
[16] Het is best mogelijk dat mijn zending daarheen Hem niet aangenaam en welgevallig was! Maar als Hij de valse profeet Bileam terecht kon laten wijzen door zijn ezel, waarom dan mij en mijn metgezellen niet door onze ezels, die ons en onze bagage droegen?! Waarom liet Hij ons in de klauwen van de duivels vallen?!
[17] Geef mij antwoord, of anders spreek ik een vloek over je uit zoals er op deze aardbodem nog nooit een vloek uitgesproken werd!' Toen verdween de geest en ik viel bewusteloos op de grond!"
«« 235 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.