De raad van Mathaël.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 41 / 246 »»
[1] MATHAËL zegt: "Kijk, broeder, wij allen behoorden tot de tempel en moesten hetzelfde lot delen, alleen gingen jullie naar het zuiden en wij moesten naar het oosten trekken. Wij vielen echter in handen van een troep belichaamde duivels en daardoor werden onze lichamen een woonplaats van vele duivels. Maar hier was een heiland, de grootste die de aarde ooit droeg, en die heeft ons, enkel door zijn almachtige woord, om met genezen.
[2] Hij is hier!. Dezelfde, waarvan de Romeinse hoofdman Julius in zijn vraag aan jullie melding maakte. Maar voor jullie is het nu nog niet het moment om nader kennis met hem te maken. Hij zal zelf bepalen wanneer jullie hem beter zullen Ieren kennen! Vraag dus niet verder en luister naar wat ik je nu zal zeggen!
[3] Jullie zijn nog wel kinderen van deze wereld, maar als je wilt, kunnen jullie ook het ware, vrije en levensechte kindschap Gods krijgen. Deze Romeinse machthebbers zullen jullie graag daartoe de middelen verschaffen. De heer die jullie ondervraagd heeft, zal zeker geen moment aarzelen om jullie op de goede weg te brengen en nu zelfs nog gemakkelijker omdat ook de opperstadhouder Cyrenius uit Sidon hier is.
[4] Kijk, daar achter jullie staan ook dertig tempeldienaren! Zij behoren reeds tot het vreemdelingenlegioen en zij zijn nu op en top Romeinen. Als jullie dat ook worden, zijn jullie voor altijd en eeuwig geholpen! In Jeruzalem zullen wij nooit meer enig geluk vinden, want jullie kennen de aard v:an de tempel en hopelijk ook die van bijna geheel Jeruzalem, evenals die van het vervloekte water! Welk mens kan dan ook maar ooit de wens hebben het hoofdnest van alle duivels en zonden ooit weer op te zoeken? Willen jullie sterven, ga dan naar Jeruzalem. Willen jullie echter leven en ook het eeuwige leven vinden, wordt dan lichamelijk Romeinen en geestelijk waarachtige Joden volgens Mozes! -Begrijpen jullie dat?"
[5] SUETAL antwoordt: " Ja, ja, ja, dat snappen wij. Maar het is alleen ongelooflijk merkwaardig dat jij nu zo enorm helder van geest bent geworden! Nu herken ik je ook als mijn collega uit de tempel en weet, dat Je een bekwaam spreker was en meermalen de hoge heren flink in hun gezicht de waarheid hebt gezegd. Dat had dan ook tot gevolg dat je -ik meen met nog vier van jouw soort -naar Samaria moest gaan! Ja, ja, jij bent het en het doet ons allen genoegen je hier helemaal gezond en wel weer te zien! Jouw raad, vriend, is op zichzelf wel goed, maar de vele goden van de Romeinen -"
[6] MATHAËL valt Suetal in de rede: - 'zijn altijd nog vele malen beter dan het duistere monotheïsme en de eigenlijk algehele afgoderij van de tempel! Zeg me, welke priester in de tempel gelooft er nog in een god? Ik zeg je: Hun buik en hun wellust is nu de ware god van de tempel! De dood, de zonde en alle duivels dienen zij! De geboden van Mozes kun je voor een paar zilverlingen krijgen zoals je ze wilt, maar van hun vreet en wellustvoorschriften laten ze geen komma vallen! Zij bezitten geen leven meer en geven zich toch uit voor heren des levens en willen als zodanig hoog geëerd worden!
[7] Zij hebben geen flauw benul meer van datgene, wat leven is. Zij begrijpen geen van allen een jota meer van de schrift en de profeten begrijpen zij -zoals jij het einde der wereld. Zij hebben allemaal allang ieder zieleleven verloren en verzorgen daarom zo ijverig het leven van hun mottenzak. Hoe hadden zij dan uit hun volledig dood zijn het eeuwige leven van de ziel kunnen tonen en geven?
[8] De diepte van het leven moet ontdekt worden door de strijd van het leven met het leven en met de dood. Door dat inzicht moet het steeds meer door daden versterkt worden, wil het als echt leven bestaan. Maar hoe kan de dood je laten zien wat het door hem nog nooit ontdekte leven in en buiten zichzelf is? Ik zeg jullie: In de tempel huist allang de eeuwige dood, maar hier woont waarlijk het eeuwige leven! Kijk, de Romeinen begrijpen het en worden met leven vervuld, terwijl de tempel het nooit zal begrijpen omdat hij al voor eeuwig dood is. Wat is derhalve beter: het veelgodendom van de Romeinen of het één godendom van de tempel?!"
[9] Na deze woorden van Mathaël bekomen de twaalf haast niet van hun verbazing over de ware inzichten van Mathaël en over zijn overduidelijke wijsheid.
[10] SUETAL zegt daarop verontschuldigend tegen Julius: "Hoge heer, vergeef ons dat wij u zo lang op een antwoord laten wachten, maar u hoorde zelf de wijze woorden van Mathaël en die vervulden ons zo, dat wij u het gevraagde antwoord nog niet konden geven. Maar als u nog enig geduld met ons wilt hebben, zullen wij u beslist een degelijk antwoord geven!"
[11] JULIUS zegt: "Laat Mathaël maar niet met rust, want hij begrijpt meer dan ik en nog vele duizenden zoals ik! Als hij spreekt, wil ik graag duizend jaar lang zwijgen en naar hem luisteren! Overleg dus alleen maar met hem, hij zal in staat zijn om jullie vrijwel het beste advies te geven!"
[12] SUETAL zegt: "Ja, hij heeft ons al een raad gegeven en het hangt nu alleen maar van u af of u ons in het vreemdelingenlegioen opneemt!"
[13] JULIUS zegt: "Best! Dat is al zo goed als gebeurd, maar ondanks dat zal de wijze Mathaël jullie voor dat doel nog menige uiterst wijze les kunnen geven!"
[14] SUETAL antwoordt: " Ja, dat merken wij, hoewel ons die eigenschap van hem nog onbegrijpelijker voorkomt dan de lucht! Hoe hij die wijsheid heeft gekregen is totaalonverklaarbaar! De wonderbaarlijke genezing van zijn bezetenheid is te begrijpen, maar waar hij nu deze wijsheid vandaan heeft, moet degene maar begrijpen, die het begrijpen kan!"
«« 41 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.