Hoofdlijnen van de leer van Jezus.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 53 / 246 »»
[1] IK zeg tegen Ribar: "Hoe staat het nu met jouw oordeel over dat, wat je nu hebt gezien?"
[2] RIBAR zegt: "Dat heb ik al tegen Suetal gezegd en ik erken nu, dat de wijze Mathaël in alles gelijk heeft. De proef is gedaan, en verder is er nu niets meer nodig! Het is nu geen kwestie van geloven meer, maar ik heb het met mijn eigen ogen gezien en zou nu de grote meester zelf willen leren kennen!"
[3] SUETAL zegt: " Ja, dat zou ik ook willen als dat eenvoudig te realiseren zou zijn, hoewel ik er nu niet meer zo veel haast mee heb. Want wat ik nu heb gezien, is genoeg voor mijn hele leven! Méér dan God kan hij niet zijn, maar naar wat ik heb gezien ook niet veel minder! En dat is voldoende voor mij, alleen zou ik over zijn nieuwe leer nog wat willen horen!"
[4] IK zeg: "Daarvan heeft Mathaël jullie ook al een aantal hoofdlijnen verteld. Voor het verdere kan men zijn leer heel kort als volgt samenvatten: men moet God boven alles liefhebben en zijn naaste als zichzelf.
[5] Maar God boven alles liefhebben betekent natuurlijk: God en Zijn geopenbaarde wil erkennen en vervolgens uit ware innerlijke liefde tot de erkende God daarnaar handelen en tevens terwille van God zich tegenover ieder medemens zo gedragen, als ieder verstandig mens zich ten opzichte van zichzelf gedraagt. Daarbij gaat het hier natuurlijk om de zuivere en de hoogst mogelijke, onbaatzuchtige liefde, zowel ten opzichte van God, als tegenover iedere naaste.
[6] Zoals al het goede alleen wil dat men het liefheeft omdat het goed en daarom waar is, zo wil ook God dat men Hem liefheeft omdat Hij alleen volmaakt goed en waar is!
[7] Je naaste moet je daarom evenzeer liefhebben, omdat hij net als jij het evenbeeld is van God en evenals jij een goddelijke geest in zich draagt.
[8] Kijk, dat is de eigenlijke kern van zijn leer en die kan men gemakkelijk in acht nemen, veel gemakkelijker dan de vele wetten van de tempel, die merendeels gevuld zijn met het eigenbelang van de tempeldienaren.
[9] Door deze nieuwe leer zo precies mogelijk op te volgen wordt de in de mens aanvankelijk zeer gebonden geest vrijer en vrijer, groeit en doordringt tenslotte de gehele mens en betrekt op die manier alles bij zijn leven, dat een leven van God is en daarom eeuwig moet duren en wel zo gelukkig mogelijk!
[10] leder mens die zo, in zekere zin, geestelijk wordt wedergeboren, zal geen dood ooit zien, noch voelen of smaken, en het afleggen van zijn lichaam zal voor hem het hoogste geluk betekenen.
[11] Want als de geest van de mens zo volledig één is met zijn ziel, zal zij lijken op een mens in een stevige gevangenis, die door het smalle lichtgat over de mooie velden der aarde kan kijken en kan zien hoe geheel vrije mensen daarop vreugde vinden in allerlei nuttige bezigheden, terwijl hij nog in de gevangenis moet smachten. Hoe blij zal hij zijn als de gevangenbewaarder komt, de deur opent, hem bevrijdt van alle boeien en tegen hem zegt: 'Vriend, je bent vrij van iedere verdere straf, ga en geniet nu van de volle vrijheid!'
[12] Zo l.ijkt de geest van de mens op de levensvrucht van een vogelembryo in het el. Als het door de broedwarmte rijp is geworden binnen in de harde, zijn vrije leven gevangen houdende omhulling, verbreekt het de omhulling en verheugt zich over zijn vrije leven.
[13] Maar dat kan een mens alleen maar bereiken door het precieze en oprechte volgen van de leer die de heiland uit Nazareth nu aan de mensen verkondigt.
[14] Dan ontvangt de mens, als hij geestelijk meer en meer wedergeboren is, ook andere volmaaktheden, waar de alleen maar natuurlijke, lichamelijke mens zich geen voorstelling van kan maken.
[15] De geest is dan een macht op zichzelf, gelijk aan de goddelijke. Wat zo'n volmaakte geest in de mens dan wil, gebeurt en moet gebeuren, omdat er, buiten de levenskracht van de geest, in de gehele oneindigheid van God geen andere kracht en macht kan bestaan!
[16] Want het ware leven is alleen Heer en Schepper, Onderhouder, Wetgever en Bestuurder van alle schepsels, en daarom moet alles zich voegen naar de macht van de eeuwige, levende Geest.
[17] Daar heb je bij de leerling een proefje van gezien en daarom kun je Mij op voorhand geloven dat het zo is. Het begrip van het hoe, waardoor en waarom zul je pas krijgen als je de vrijheid bereikt zult hebben van je innerlijke geestesleven.
[18] Mathaël heeft je echter al voldoende getoond welk inzicht een geest kan krijgen als hij slechts voor de helft wedergeboren is. Je hebt dus nu voor alles de duidelijkste bewijzen in handen en kunt dus met het grootste vertrouwen je leven daarnaar gaan inrichten. -Ben je met deze uitleg tevreden?"
[19] SUETAL zegt: "Vriend, veel tevredener dan met die van de ontzettend wijze Mathaël! Wat u mij nu heeft gezegd is wel net zo bijzonder wijs als wat Mathaël heeft gezegd, en in zeker opzicht nog wijzer, maar bij Mathaël wordt het iemand angstig en bang te moede omdat je daar het overzicht verliest. U heeft echter met uw heel eenvoudige woorden mij de zaak tenminste zó duidelijk gemaakt dat ik me niets duidelijkers kan indenken. Ik weet nu precies wat ik moet doen en wat daar noodzakelijkerwijs op volgt. Ik ben dan ook geheel tevreden, omdat mij geen verdere vraag meer overblijft."
«« 53 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.