Oorzaak en wezen van het licht

Jakob Lorber - Geheimen der natuur

«« 23 / 39 »»
[1] Wat is licht? Om te begrijpen hoe het licht in verschijning treedt in tijd en ruimte, moet men het noch als geheel materieel, noch als geheel geestelijk beschouwen, maar als materieel en geestelijk tegelijk. Want het is een polariteit, waarbij het geestelijke deel de positieve en het materiële deel de negatieve pool uitmaakt.
[2] Met deze polen is het zo gesteld, dat ze zich niet aan de uiteinden bevinden en niet in de verhouding van voorste en achterste opgesteld zijn, maar in die van innerlijk en uiterlijk, waarbij het innerlijke de positieve en het uiterlijke de negatieve pool is.
[3] Maar hoe verschijnen deze beide polariteiten dan als licht? wanneer men een vuursteen neemt en met een gehard stuk ijzer erlangs strijkt, zal men veel spattende vonken tevoorschijn zien komen. Deze vonken waren licht. Waar komt het licht vandaan, -uit de steen, uit het ijzer, of uit beiden tegelijk? Deze vonken komen uit het ijzer, waarvan uiterst kleine deeltjes door de harde steen worden afgekrast. Ze ontstaken doordat de in de poriën van het ijzer ingesloten luchtdeeltjes de door de wrijving ontstane druk niet konden ontwijken en daardoor vlam vatten en de losgelaten ijzerdeeltjes in een witgloeiende toestand brachten. Op welke wijze werd de geperste lucht ontstoken en wat is eigenlijk het lichtgevende bij het ontsteken van de lucht?
[4] De lucht is voor de helft niets anders dan een materieellichaam voor de in haar aanwezige intelligente geesten.
[5] De fysici zouden liever willen, dat ik hier in plaats van geesten 'vrije ongebonden krachten' had gezegd, maar daar we de zaak grondig willen benaderen, nemen we in plaats van de eigenschap de zaak zelf onder ogen, namelijk de geesten.
[6] Omdat de geest een positie -polaire kracht is, streeft hij voortdurend naar de meest ongebonden vrijheid en is hij in gebonden toestand slechts zo lang rustig als hij van de hem omgevende negatieve polariteit -dus van zij n eigen omhulsel -geen ongewone belemmering ondervindt. Ondergaat deze van buitenaf een of andere druk, dan wordt de geest spoedig in zijn beklemming gewekt en reageert hij door uitzetting, die zich door het fenomeen van het lichten kenbaar maakt.
[7] Wat is dit lichten eigenlijk? Ter verduidelijking een voorbeeld. Wat merk je op bij een mens, wiens hart nog vol hoogmoed is, als hij een flinke klap krijgt? Zal hij niet zó in woede geraken, dat hij begint te beven en zijn ogen gloeiend worden? En als hij zich in een gelijkgezinde omgeving bevindt, zal deze dan niet al gauw naargelang de graad van vriendschap ook min of meer woedend worden?
[8] Men behoeft slechts naar een vechtend leger te kijken en het kan iemand onmogelijk ontgaan, hoe deze woede-uitstraling duizenden en nog eens duizenden pakt en meesleurt in de bloedige strijd. Door dit voorbeeld is ook het lichten verklaard, want de positief polaire geest, die door de negatieve polariteit is ingesloten, raakt door een flinke klap ook in woede, wat eigenlijk het zich bewustworden van zijn gevangenschap is.
[9] Door dit bewustworden ontwaakt een grote begeerte in hem om zich uit te zetten en zich vrij te maken. Daar echter zijn uiterlijke, negatieve, hem omgevende polariteit zodanig is samengesteld, dat ze wel tot een zeker punt rekbaar, maar toch niet te verbreken is, zet de geest die vrij wil worden zich in zijn omhulsel alleen maar zo ver mogelijk uit.
[10] Maar daar hij niet kan doorbreken, trekt hij zich weer snel terug en probeert dan met vernieuwde kracht zijn omhulsel te verbreken. Menige geest is in staat dit gebeuren in één seconde vele duizenden malen te herhalen, terwijl hij daarbij steeds toorniger wordt. Wat is echter het zichtbare resultaat van dit gebeuren, dat terecht 'razernij' genoemd kan worden? Niets anders dan dat de nog rustige geesten die zich dichtbij de in woede ontstoken geest bevinden, met hun uiterlijke polariteit in een soortgelijke koorts geraken. De voortplanting van deze gemeenschappelijke koortsachtige woede kan zich snel voortzetten, daar de negatieve omhulsels der geesten, waaruit de lucht eigenlijk bestaat, dicht tegen elkaar aanliggen.
[11] Dit koortsachtig vibreren van een geest, wordt door het dierlijke, evenals door het menselijke oog als 'lichten' waargenomen. Want het oog is ervoor ingericht om deze kleine trillingen waar te nemen, daar elk oog zelf ook half geestelijk en half materieel is. Het heeft precies dezelfde polariteit als dat wat 'licht' wordt genoemd. Door deze verwantschap kan het oog het licht opnemen en waarnemen.
[12] Telkens wanneer op de zojuist beschreven wijze een polariteit in zich zelf ontbrandt, vindt het lichten plaats. En dit is weer niets anders dan het medebewogen zijn der geestelijke polariteiten in de naaste omgeving.
[13] Belichte voorwerpen worden in hun vorm herkend doordat de materiële vorm vaneen voorwerp een grens stelt aan de voortplanting van het licht, respectievelijk de er op vallende lichtstralen reflecteert.
[14] Ook het licht van de zon is gelijksoortig aan het lichten van een vonkje. Het verschil schuilt slechts hierin, dat het witte licht van de zon afkomstig is van de vibratie van de liefde, terwijl het roodachtige brandlicht van de vibratie van de toorn afkomstig is.
[15] Daarom is ook het licht van de zon wat zijn voortplanting betreft verschillend van dat van het licht, dat van de toornvibratie afkomstig is. Waaruit dit verschil bestaat zal in het volgende duidelijk getoond worden.
«« 23 / 39 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.