Kritiek op de Romeinse straffen.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 131 / 263 »»
[1] (Mathaël:) "Wij hadden zelf als buren een door de wol geverfde Sadduceeër met zijn gezin, die weliswaar als mens heel fatsoenlijk, goed en verdraagzaam was, maar waarmee over God en de onsterfelijkheid van de ziel nooit te praten viel. Hij vond degenen die daaraan geloofden allemaal zeer bekrompen mensen en over mij zei hij, dat ik duidelijk aanleg had om dichter te worden omdat ik zo'n levendige fantasie en verbeelding had. Kort en goed, bij tijden hield mijn vader hele gesprekken met hem, maar zonder enig resultaat.
[2] Nu vroeg mijn vader hem of hij mee ging naar Golgotha. Maar hij zei: 'Voor geen goud van de wereld! Ik kan al geen dieren zien sterven of zelfs maar zien slachten, Iaat staan mensen, ook al zouden zij nog meer gruweldaden begaan hebben dan deze zeven! Als er verscheurende beesten in onze buurt komen, goed, Iaat men dan jacht op hen maken om ze onschadelijk te maken, dan heeft men de mensheid daardoor een goede dienst bewezen! Laat men dat ook doen met mensen die voor een vredelievende, menselijke samenleving absoluut niet meer deugen! Laat men ze eenvoudig doden, -maar Iaat men hen niet martelen, want zij kunnen er beslist het minst aan doen dat ze verscheurende beesten zijn geworden! Natuur, temperament, samenloop van omstandigheden en opvoeding zijn altijd de oorzaken van zulke ontaardingen.
[3] Als men echter zegt dat men dat alleen maar doet vanwege het afschrikwekkende voorbeeld, dan moet ik daar erg hard om lachen, want wij als vreedzame en goed gevoede mensen hebben geen afschrikwekkend voorbeeld. nodig en degenen voor wie het eventueel goed zou zijn, zullen met zo dwaas zijn om op hun gemak naar die zeven afschrikwekkende voorbeelden te komen kijken!
[4] Maar deze voorbeelden zullen zeker het prijzenswaardige gevolg hebben dat de andere misdadigers die nog lang niet gepakt zijn, -misschien wel duizend -in het vervolg met hen die in hun handen terecht zullen komen nog veel wreder zullen handelen dan tot nu toe! Vooral een Romein die, wat goed mogelijk is. het geluk heeft in handen te vallen van de nog vrij rondlopende misdadigers, zal zijn geluk niet opkunnen! Heus, voor alle schatten van de wereld zou ik niet met hem willen ruilen! Dat is het enige voordeel wat het hanteren van zulke al te grimmige wetten kan opleveren!
[5] Wie herinnert zich niet de tijden van vóór de Romeinen?! De wetten waren weliswaar nooit om mee te spotten, - maar ze waren tenminste verstandig, en men hoorde nooit iets over erge gruweldaden. Maar nu hebben de wijze heidenen, deze hoogdravende wereldverbeteraars en veroveraars van stad en land, ons gezegend met de strengste staatkundige en krijgshaftige wetten, en ondanks de tienvoudig versterkte Romeinse bewaking worden op de straten van ons beloofde land gruwelen begaan die een fatsoenlijk mens niet aan kan horen zonder daarbij in zwijm te vallen! Gaan jullie daarom maar alleen en aanschouw dat zevenvoudige voorbeeld van ware Romeinse wreedheid, dat binnenkort een zevenvoudige wreedheid van de andere kant tengevolge zal hebben !
[6] De mens moet mens zijn omdat de eeuwige natuur hem tot mens boven zich verheven heeft! Als de mens echter met al zijn zo hoog geprezen verstand tenslotte nog een veel erger en wreder dier wordt dan de verscheurendste beesten uit de wouden, dan is het finaal afgelopen met de mens, en dan wordt het hoog tijd dat wij naar de wilde en verscheurende beesten in de wouden gaan om van hen de natuurlijke menselijkheid te Ieren! Ga dus maar naar Golgotha, naar deze meest vervloekte plaats van de gehele aarde, die doordrenkt is van het bloed van mensen, zoals een slachterij van het bloed van runderen, lammeren en geiten! Wat jullie daar zullen Ieren, zal echt niet hoogstaand zijn!
[7] Jullie erkennen een God en geloven in de onsterfelijkheid van de ziel en kunnen toch onbezwaard mee aanzien hoe geestelijk misvormde en ver afgedwaalde mensen door nog grotere woestelingen op onbeschrijflijk pijnlijke wijze de gehele dag tot stervens toe gepijnigd worden! Geloof mij, deze zeven zouden zonder de Romeinse strengheid nooit zo erg geworden zijn als zij kennelijk, om de rillingen van te krijgen, waren! Maar wie heeft hen zover gebracht? Zij, die er nu de hele dag door veel plezier in scheppen om hen te martelen!
[8] En kunnen jullie als heilige en godvruchtige Joden ook aanzien hoe de ergste zondaars de mindere zondaars pijnigen en martelen?! Jullie zijn me ook mooie mensen en buren! Heus, in mijn ezelstal ziet het er veel humaner en menselijker uit dan in jullie godvruchtige huis! Begrepen?' -Daarmee verwijderde hij zich en wij gingen ook op weg."
«« 131 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.