Het levensverhaal van de oude Lazarus.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 138 / 263 »»
[1] IK zeg: "Ik zal het jullie uitleggen; alleen moeten jullie allen daarbij heel goed opletten, omdat je anders niets van de hele zaak zou begrijpen! Want dit sterfgeval is heel bijzonder, zoiets heeft zich in lange tijd niet voorgedaan en het zal nog lang duren voor het weer eens gebeurt.
[2] De oude Lazarus, die een hoge, oergeschapen engelgeest was, werd geheel volgens zijn eigen wil in het lichaam van een mens gebracht, en wel onder de moeilijkste levensomstandigheden die op deze aarde maar voor kunnen komen. Vanaf de wieg tot aan zijn zeven en veertigste aardse levensjaar heeft hij omstandigheden en beproevingen doorstaan die hier niet gemakkelijk weergegeven zouden kunnen worden. Hoe vaak was hij niet in levensgevaar! Wie van jullie de levensgeschiedenis van Job kent, kan zich daaruit ongeveer een beeld vormen van hoe het Lazarus is vergaan.
[3] Een paar maal kwam hij tot het hoogste wereldse aanzien en tot grote rijkdom, en had een vrouw en de mooiste en rechtschapenste kinderen, het waren er vijf, die veel van hem hielden, omdat hij een goed en wijs vader was. Op zijn negentiende jaar trouwde hij met de enige dochter van een zeer rijk man uit Bethlehem; zijn goud en zilver zouden honderd kamelen niet gemakkelijk verplaatst hebben. Maar dit grote aardse geluk van hem duurde slechts kort. Zijn schatten werden van jaar tot jaar minder, hij werd omdat hij een goed en te toegeeflijk mens was, veelvuldig en vaak heel aanzienlijk bestolen. Op het laatst brak er brand uit in zijn huis, dat voornamelijk uit cederhout opgetrokken was, en hij kon van al zijn schatten niets anders redden dan het leven van zichzelf, zijn vrouwen zijn kinderen en hij moest daarna drie jaar lang vrijwel alleen van aalmoezen leven.
[4] Maar in die drie jaar stierven ook zijn vrouwen alle vijf zijn lieve kinderen. Hij zelf raakte helemaal onder de uitslag, waaraan hij een vol jaar leed. Een arts uit Egypte kwam uiteindelijk met een geneesmiddel en bevrijdde hem geheel van deze kwaal. Als altijd nog een knappe man van vierendertig werd hij toen op een weg overvallen door verkapte slavenjagers uit Achter-Perzië en meedogenloos daarheen als slaaf verkocht aan een uiterst strenge heer.
[5] Omdat hij echter onder alle slaven van zijn heer de trouwste was en alle strengheid van zijn heer steeds met veel geduld en berusting verdroeg, riep zijn heer hem na tien jaar bij zich en zei tegen hem: 'Ondanks al mijn strengheid tegenover jou is mij gebleken dat je mij zeer trouw bent geweest en jezelf moeite noch werk bespaard hebt om mijn belangen te behartigen. Als ik veel van je verlangde, deed je altijd nog meer en vaak in mijn voordeel. Ik ben wel een streng heer -iedereen getuigt dat van mij -maar daarom nog niet blind en zonder inzicht en kennis, en omdat ik dat niet ben, geef ik je de volle vrijheid! Je kunt nu rustig naar huis naar je eigen land gaan. Bovendien schenk ik je als blijk van erkenning voor je trouwe diensten nog honderd kamelen, tien van mijn mooiste slavinnen en negentig knechten; en opdat je overal iets kunt kopen en zult kunnen voorzien in je verdere leven en handel en wandel, zal mijn schatmeester je duizend buidels goud en tweeduizend buidels zilver uitbetalen! Kijk, zo beloont de strenge heer een trouwe slaaf, en een trouwe knecht krijgt het dubbele, maar die heb ik jammer genoeg nog nooit gehad! Vertrek nu met een gerust hart met alles wat ik, je strenge meester, je heb geschonken!'
[6] Toen boog Lazarus heel diep voor zijn heer en wilde bedanken. Maar die zei ernstig: 'Vriend, wie een loon verdient zoals jij, hoeft na ontvangst de gever niet te bedanken! Ga daarom in vrede; zo zij het en zo geschiede het!'
[7] Toen verliet Lazarus, tot tranen bewogen, de zaal, en toen hij de grote binnenplaats betrad, stond alles al klaar: kamelen, de tien slavinnen en de negentig dienaren, en ieder van de sterke kamelen was beladen met goud en zilver.
[8] Lazarus besteeg zijn kameel en de tocht begon. Na tien heel aangename reisdagen kwam hij weer in Bethlehem aan, nam zijn intrek in een herberg en won inlichtingen in over zijn vroegere bezit. Dat was echter volgens de Romeinse wetten als Romeins staatsbezit verkocht en reeds drie jaar geleden in het rechtmatig bezit van de koper overgegaan omdat de oorspronkelijke bezitter ondanks alle door speciale herauten gedane afkondigingen niets van zich liet horen. Want de koper was gedurende zeven jaar in zekere zin slechts pachter; kwam de eerder verdwenen bezitter in het zevende jaar terug, dan had hij nog recht om bezwaar in te dienen, -alleen moest hij de koper het hoogste bod inclusief rente vergoeden, omdat deze koper gezien moest worden als een bedrijfsleider zonder opdracht en voor zijn moeite wettig betaald moest worden. Maar als de volle zeven jaar voorbij waren, kwam de koper in het daarna onaantastbare, volle bezit van zo'n door koop verworven goed. En dat was ook daar in Bethlehem het geval met het bezit van Lazarus. De koper was nu volle bezitter, beschermd door de wetten van Rome, en onze Lazarus moest onverrichter zake verder trekken.
[9] Een vol jaar moest hij in herbergen doorbrengen, tot eindelijk in Bethanië een belangrijk landgoed dat aan een Griek toebehoorde, te koop werd aangeboden. Voor vijftienhonderd buidels zilver kreeg Lazarus het in zijn volle bezit en daarna trouwde hij op zijn zevenenveertigste jaar met een van zijn trouwste slavinnen, die ook een Jodin was, en de jonge Lazarus en diens beide zusjes zijn uit dat huwelijk voortgekomen. Na tien jaar schonk ook hij al zijn uit Perzië meegenomen dienaars de volle vrijheid, maar geen enkele verliet Lazarus en heden ten dage leven er daarvan nog drieënvijftig. Maar allen gingen reeds binnen twee jaar over tot het Jodendom en werden daardoor nog dierbaarder en sympathieker voor Lazarus. Zijn vrouw stierf pas twee jaar geleden, ook als een toonbeeld van vrouwelijke verdraagzaamheid en vroomheid, en sinds die tijd verzorgen de drie achtergebleven, rechtschapen kinderen helemaal alleen de huishouding; buiten God hebben zij haast geen behoeften en zij doen zeer veel goeds voor de armen."
«« 138 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.