Een heerlijke dageraad.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 166 / 263 »»
[1] Na deze echt diepgevoelde, warme woorden van dank ging Ouran weer naar zijn plaats terug, en op datzelfde ogenblik maakte de zon op een voordien nog niet geziene wijze zodanig aanstalten om op te gaan, dat door de pure glans aan de horizon haast niemand daarnaar durfde te kijken. Alsof zij beefden van diepe eerbied wachtten duizend lichte wolkjes in het helderrode licht op de wondermooie moeder van de dag.
[2] In stralend regenbooglicht ging de grote zon na enkele ogenblikken op boven de bergen in de verte. Haar doorsnede leek ditmaal wel tienmaal groter dan wanneer dan ook; tevens zagen velen van de aanwezigen grote zwermen vogels die in kringen op verschillende hoogten ronddraaiden in de zuiverste, lichtgekleurde luchtgolven, die ook de omtrek van de opgegane zon een heel opmerkelijke beweging gaven.
[3] Boven de wijde spiegelende vlakte van de zee lag een lichte nevel, die de regenboogkleuren van de zon schitterend weerkaatste. Tevens vloog er een grote groep grote, witte zeemeeuwen opgewekt rond over de uitgestrekte, door het flonkerende licht beschenen zeespiegel en hun vleugels straalden alsof het diamanten en robijnen waren.
[4] Tegelijkertijd waaide er een zo aangenaam, verkoelend morgenbriesje dat CYRENIUS, en vele anderen met hem, luid uitriepen: "Nee, zo'n heerlijke ochtend heeft het oog van een sterveling nog nooit aanschouwd en geen menselijk zintuig heeft ooit zo'n opwekkende morgenkoelte ondervonden!"
[5] Ook Jarah, die de hele nacht had gezwegen en het druk had met kijken en luisteren, riep opeens in vervoering: "0, dat is een ochtend zoals de engelen in de hemel genieten! Ach, ach, wat prachtig, wat onbeschrijfelijk bekoorlijk! Zo'n morgen lijkt ook op die, welke in deze nacht bij ons in al zijn uitbundige rijkdom in ons hart is aangebroken! Niet waar, o Heer, U mijn enige liefde, dit is toch wel een echt belangrijke, hemelse morgen?"
[6] IK zeg glimlachend: "Stellig, Mijn allerliefste rozendochtertje, als in de mens alles hemels is geworden, wordt alles wat hem omgeeft ook hemels! De morgens worden hemelse morgens, de dagen hemelse dagen, de avonden echte hemelse avonden en de nacht wordt een hemelse rust, niet meer duister, maar vol heerlijk licht voor de reine, met haar geest vereende menselijke ziel. Geniet maar echt met volle teugen van de versterkende luister van deze geurende morgen.
[7] Het meisje krijgt tranen van vreugde in haar ogen en staat van haar zitplaats op om haar hele lichaam overvloedig te laten genieten van deze ochtendgeur.
[8] Nu komt ook Marcus, de gastheer. Omdat hij voor de ochtendmaaltijd moest zorgen, miste hij de zonsopgang. Maar nu de zon in het volle en heldere regenboogkleurige licht aan de hemel prijkt, vraagt hij Mij heel verbaasd wat dat dan voor een merkwaardige morgen was, want hoewel hij nu toch al aardig op leeftijd was, en Europa, Afrika en Azië in alle richtingen had doorkruist, had hij nog nooit de zon en de ochtendwolkjes in zulk licht gezien! Hij zou graag van Mij horen wat dat te betekenen had.
[9] IK zeg: "Kijk, als de keizer van Rome hierheen zou komen, zouden de aan hem onderdanige volkeren alle denkbare feesten organiseren, ten dele uit vreugde omdat zij hun keizer een keer zien, ten dele echter ook om van hem als hij in een opgewekte bui is, veel gunsten en begrip te krijgen. Kijk, hier in Mijn persoon bevindt zich ook een keizer, en een alleenheerser over alle hemelen en werelden!
[10] De bewoners van de hemelen, zoals onze Raphaël er een is, weten welke grote levensopenbaringen Ik jullie mensen in deze nacht heb gegeven, en dat het geoorloofd is Mij temidden van jullie mensen, nu Ik als Vader aanwezig ben en jullie onderwijs, van aangezicht tot aangezicht in deze persoon van Mij te zien. De grote en zalige vreugde die zij nu voelen, laten zij ook door het optreden van de natuurgeesten van deze aarde zien en voelen.
[11] Maar niet alleen op deze aarde, maar op alle werelden van de gehele, oneindige schepping wordt nu gedurende zeven uur een zelfde soort feest gevierd. In die tijd sterft er in de hele schepping geen enkel geschapen wezen en wordt er ook geen verwekt. Als de zeven uur echter voorbij zijn, is het feest afgelopen en gaat alles weer zijn natuurlijke gang.
[12] Nu weet je de reden voor de pracht van deze morgen! Maar ga nu, en zorg voor een extra goede ochtendmaaltijd; want ook wij willen vandaag een bijzonder feest vieren!"
[13] Marcus gaat zo snel mogelijk verder; alle aanwezigen nemen echter deel aan de hemelse vreugde en loven en prijzen Mij; het meest doet dat Jarah.
[14] Nadat allen Mij ruim een uur lang hemelhoog geprezen en geloofd hebben, komt Marcus ons uitnodigen voor de gereedstaande ochtendmaaltijd. Velen wilden nu echter nog langer op de berg blijven.
[15] Maar IK zei toen tegen allen: "Beneden bij de buiten staande tafels vind je dezelfde ochtend als hier boven op de berg; op het kleine stukje naar beneden geniet je ervan en beneden zullen jullie er dubbel van genieten! Onze lichamen moeten weer krachten opdoen en daarom gaan wij vlug naar beneden aan tafel!"
«« 166 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.