De verschillen in klimaten en rassen op aarde.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 198 / 263 »»
[1] "Kijk, deze mensen zullen van nu af aan ook in landen komen met heel intelligente en ontwikkelde volkeren en zullen akkerbouw en wijncultuur zien en grote steden met de prachtigste paleizen! Maar wanneer jullie hen na duizend of ook tweeduizend jaar zouden zien, zullen zij nog in dezelfde hutten wonen en niet in staat zijn een echt huis van hout te timmeren, en nog minder van steen te bouwen.
[2] Wij willen in zekere zin niet ontkennen dat zij daartoe in staat zouden zijn, zij kunnen de bouwkunst heel goed Ieren; maar het zal hun ontbreken aan de soepele ondernemingsgeest die de mens voor het uitvoeren van ieder werk nodig heeft!
[3] Daarom was hun reis hierheen voor hen sinds mensenheugenis al een van hun reusachtigste ondernemingen; voor jullie zou het maar weinig voorstellen! Het is wel ver daarheen, en de hitte van het land maakt het reizen aanzienlijk zwaarder, maar bij de natuurlijke geaardheid van deze mensen kan de hitte al behoorlijk hoog oplopen voor zij het echt warm krijgen. Hun bloed is veel trager en bevat heel weinig ijzerdeeltjes en daarom is hun bloed dikker en bevat meer gal dan dat van de blanken en het heeft veel meer warmte nodig eer het behoorlijk vloeibaar wordt.
[4] Deze mensen zouden tijdens een strenge winter, bijvoorbeeld in de noordelijke streken waar onze Ouran vandaan komt, heel zure gezichten zetten. Tijdens de eerste winter zou hun huid barsten omdat hun bloed zo dik is, dat het in hun buitenste lichaamsdelen niet goed zou circuleren, zodat daar proppen zouden ontstaan die bij grote spanning het bloedvat zouden doen barsten, wat dan bloedingen en aanmerkelijke pijn tengevolge zou hebben. Maar een hitte die een zwarte steensoort bijna tot gloeien brengt, doet hun nu juist niet zo bijzonder veel. Daarentegen zou een noordelijke Scythe in Nouabia als hij tijdens het hoogtepunt van de zomer daarheen zou gaan, daar binnen een paar dagen versmachten en zodoende ook heel snel sterven.
[5] Jij denkt nu natuurlijk bij jezelf: 'Moeten er dan op aarde zulke verschillende temperaturen heersen? Zou het dan niet overal even koud of warm kunnen zijn?' Als je met de noodzakelijke, ronde vorm van de aarde meer vertrouwd zou zijn dan dat je nu bent, hoewel je van Mij toen Ik een klein kind was onderricht hebt gekregen over de vorm van de aarde, dan zou deze vraag nu zeker niet bij je opgekomen zijn!
[6] De verschillende temperaturen zijn een onvermijdelijk gevolg van de bolronde vorm van de aarde. De ronde vorm is echter noodzakelijk omdat bij iedere andere vorm het licht van de zon zich onmogelijk zo doelmatig zou kunnen verspreiden als juist bij de ronde vorm, -dan zou men een aarde door drie zonnen moeten laten verlichten, namelijk één boven iedere pool en één boven de evenaar! Maar dan vraag ik in de eerste plaats wie de hitte op de aardbodem zou verdragen en wat er dan terecht zou komen van de nacht, die alle schepselen versterkt, en in de tweede plaats hoe de beweging van de aarde er uit zou zien als die afhankelijk zou zijn van de even sterke aantrekkingskracht van drie gelijke zonnen?
[7] Ik heb jou en verschillende anderen van jullie immers toch uitgelegd hoe groot de zon is en zijn moet, en hoe klein daarentegen de aarde! Deze moet op een passende afstand en met een juiste snelheid om de zon cirkelen, omdat zij anders daarin zou vallen of, bij te grote snelheid, zich ervan zou moeten verwijderen de oneindigheid in. In het eerste geval zou de aarde in de lichtgloed van de buitenste zonneatmosfeer vrijwel ogenblikkelijk uiteenvallen in de oer-etherstaat of in de in haar materie gevangen gehouden oernatuurgeesten; in het tweede geval echter zou zij door gebrek aan warmte bevriezen tot een steenharde ijsklomp! In beide gevallen zou lichamelijk leven op de aardse vlakten niet denkbaar zijn.
[8] Je ziet dus dat volgens Mijn orde de ene noodzaak de andere met zich meebrengt en dat op deze aarde een gelijke temperatuur van pool tot pool onmogelijk is, maar dat het anderzijds toch noodzakelijk is dat de gehele aarde zoveel mogelijk helemaal bewoond is, opdat de uit de voorafgaande schepsels voortgekomen en vrijer geworden zielen in een lichaam kunnen incarneren dat met hun aard overeenkomt. Wat blijft er dan anders over dan de hete streken van de aarde te bevolken met mensen die een dusdanig lichaam hebben, dat het zo'n heet klimaat goed kan verdragen, en streken met een koud klimaat met mensen die in staat zijn wat voor koude streken dan ook te bewonen en enigermate te cultiveren.
[9] Als je dit nu ook maar enigszins inziet, zul je wel begrijpen waarom in het hete hart van Afrika alleen maar zulke mensen, waarvan ik je zojuist het karakter beschreven heb, zwart moeten zijn en een geheel eigen gemoedsgesteldheid moeten hebben. -Zeg Mij, of je dit nu goed begrepen en verstaan hebt!"
[10] CYRENIUS zegt: "O Heer, ook daar begrijp ik nu alles van en ik dank U voor deze zeer heilzame les; want daardoor zie ik nu dat de hele inrichting van de wereld zeer wijs en doelmatig is, en dat alles precies zo moet zijn als het is en dat het nooit anders kan zijn! Daarom zij U, God en Heer, alleen alle eer, alle liefde en alle lofprijzing; want de hele aarde en alle hemelen zijn vol van Uw liefde en wijsheid!
[11] Maar wat zult U, o Heer, nog verder met de zwarten ondernemen? Want helemaal in het reine schijnen zij nog niet te zijn; ik merk dat aan hun zeer peinzende houdingen.
[12] Hun aanvoerder heeft Uw goddelijkheid wel op een werkelijk afdoende wijze aan hen duidelijk gemaakt, en het eerder genoemde wonder met het uitzonderlijke diamanttransport heeft hen, naar het schijnt, in het begin zeer bevreemd; maar nu schijnen zij allerlei gewetensvragen op hem af te vuren en een van hen die nu al een paar maal naar ons heeft omgekeken, heeft zojuist de aanvoerder in volle ernst gevraagd of hij de steen niet soms heimelijk toch zelf meegenomen heeft samen met de kalabasschaal, om hen daarmee als met een wonder te betoveren. Waar deze zwarten al niet op komen! Die hebben wel een groter wonder nodig om op het goede spoor gezet te worden! De goede aanvoerder heeft duidelijk veel moeite met hen, dat kan ik heel goed merken!"
[13] IK zeg: "Heb nog een klein beetje geduld tot zij er rijp voor zijn, dan zullen wij de aanvoerder pas te hulp komen, want bij dit soort mensen gaat alles langzamer dan bij ons! Bovendien hebben zij allen nu voor het eerst volkomen vreemd voedsel en wijn gekregen en daardoor zijn zij voor dit moment ook moeilijker van begrip dan zij ooit tevoren waren. Maar het is goed dat het zo is, omdat het anders niet gemakkelijk geweest zou zijn hen van iets te overtuigen wat nu nog te veel ingaat tegen de in Memphis opgedane begrippen over God.
[14] Zij kunnen Gods oneindigheid onmogelijk combineren met Mijn persoonlijkheid; maar als ze eenmaal goed voorbereid zijn, zal het ons heel gemakkelijk en snel lukken het hun bij te brengen! Intussen bewerkt hun aanvoerder hen vanwege de tegen hem opgevatte verdenking van bedrog met betrekking tot het wonder, wat ook goed is, want als iemand een ongegronde verdachtmaking uit over een echt wonder, dan moet hij daarvoor inderdaad ook een heel behoorlijke straf met de roede krijgen! Hoe meer deze zwarten nu met woorden getuchtigd en gedeemoedigd worden, des te standvastiger en gemakkelijker zullen zij dan voor ons voor altijd blijven!"
«« 198 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.