De zelfkennis van de mens.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 214 / 263 »»
[1] Toen Ik met Mijn leerlingen, Romeinen en Grieken weer aan Mijn reeds gebruikelijke tafel plaats nam, kwam de aanvoerder naar Mij toe en vroeg Mij of hij met een paar van zijn metgezellen ook aanwezig mocht zijn bij Mijn uitleg.
[2] IK zei: "Zonder enig bezwaar; want jullie moeten immers jullie leven van nu af aan helemaal kennen! Nog zijn jullie volledig in het bezit van de levenskracht van de mensen uit de oertijd en nog zijn jullie als mensen, tot Mijn vreugde, volkomen heersers over de hele natuur -hetgeen allemaal zijn oorsprong vindt in jullie volmaakte vertrouwen en jullie geloof, dat geen twijfel kent, en jullie rotsvaste wil. Maar jullie kennen jullie kracht net zo min als dat iemand de kracht kent die de ledematen van de mens in beweging brengt, en die het bloed door de aderen voortstuwt, en het hart Iaat pompen, en de longen dwingt om de lucht in en uit te ademen afhankelijk van de levensbehoefte en de inwendige regeling ervan van de warmte, die al naar gelang een grotere of geringere inspanning van de lichaamsdelen in het bloed wordt opgewekt.
[3] Hoewel dat dagelijkse ervaringen van ieder mens zijn, begrijpt toch niemand deze, omdat niemand zichzelf goed kent; hoeveel te minder worden dan jullie buitengewone levenseigenschappen begrepen, die duidelijk een diepere oorsprong hebben dan die, welke in jullie lichamelijk organisme werkzaam zijn!
[4] Maar als Ik jullie de dieper liggende uitleg, zullen jullie die toch eerder begrijpen, dan wanneer Ik jullie het organisme van het lichaam uit zou leggen en de samenhang daarvan met de ziel. Eigenlijk is dat ook helemaal niet uit te leggen, omdat het al meer dan Methusalems leeftijd, bijna duizend jaar, in beslag zou nemen om het voor jullie bijna onnoemelijke aantal zeer uiteenlopende organen alleen maar van het eerste tot het laatste te tellen, laat staan de speciale eigenschappen en het doel van ieder orgaan te begrijpen, en de algemene verbinding, de wisselwerking en duizend en één verschillende zaken van een enkelorgaan te leren kennen.
[5] Een voorbeeld: Twee haren staan dicht naast elkaar .Jullie denken nu dat zij op gelijke wijze behandeld moeten worden en dat ze ook groeien als je ze van plaats verwisselt. Bij haren op het menselijk lichaam gaat het echter niet zoals bij het verplaatsen van bomen, struiken en planten op aarde! Een haar groeit met het geheel eigen organisme alleen op de plaats waar hij voorkomt; op iedere andere plaats zou hij door de bijzondere inrichting van zijn wortelorganisme niet gedijen.
[6] In het organisme van het menselijke lichaam bestaat een zeer geordende selectiviteit en een verscheidenheid die jullie nauwelijks voor mogelijk houden. Om de organische bouw van het menselijk lichaam te begrijpen en ieder kleinste atoom te kennen en goed de reden te weten van het 'Zo en niet anders!', moet men eerst geestelijk volmaakt zijn.
[7] Als geest en ziel één geworden zijn, ziet de volmaakte, verlichte ziel haar lichaam van binnen uit door en door, herkent dan in één blik de gehele buitengewoon kunstig ingerichte bouw van het lichaam en herinnert zich de achtergrond en de reden van ieder apart kleinste deeltje van een orgaan in haar lichaam en erkent de uiterst doelmatige inrichting daarvan. Maar zolang een ziel haar levensvervolmaking niet bereikt heeft, kan zij in duizend en nogmaals duizend jaar geen grondige kennis van het organisme van haar lichaam verkrijgen.
[8] Maar met het zuiver geestelijke vermogen van een ziel is het heel anders gesteld! Die kan haar in algemene lijnen verklaard worden en het is ook noodzakelijk dat zij die eerder en gemakkelijker moet leren kennen. Want zonder die praktische kennis zou de ziel nooit een ware verbinding met haar geest kunnen krijgen, die noodzakelijk is voor een innerlijke en diepe zelfkennis.
[9] Let daarom op als Ik nu het ware, volgens de orde verlopende oerleven van de eerste mensen zo duidelijk mogelijk voor jullie zal toelichten!"
«« 214 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.