Over de wedergeboorte en de juiste opvoeding.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 220 / 263 »»
[1] (DE HEER:) "Wat zou dan een boom voor vruchten geven als alle hartverblijdende verschijnselen van de vruchtvorming van de eerste vrucht achterwege bleven? Hoe zou een herfst er uit zien ten tijde van de lente en een lente ten tijde van de herfst waarna gewoonlijk de koude en starre winter pleegt te volgen? Nu de winterse vorst niet de hartverheffende bloesem bederven en het hoop uitstralende blad doden samen met de ware vrucht, die pas door de bloei gezegend en tot leven gebracht wordt om te gedijen en te groeien? Het hout van de boom zou wel groeien, maar niemand van jullie zou ooit een vrucht daaraan zien rijpen!
[2] En precies zo is het met een mens en heel in het bijzonder met zijn ziel! Alles wordt grove materie, die geen andere vrucht voortbrengt dan alleen die, welke men tenslotte afhakt en als hout in het vuur van het gericht verbrandt, om uiteindelijk misschien toch nog de as nuttig te gebruiken voor het bemesten en zuiveren van de slechte en magere grond.
[3] Wie derhalve begint met het verstand van zijn kinderen te ontwikkelen en te vormen, begint een huis bij de topgevel te bouwen en put water in een vat vol met gaten. Nat zal het wel zijn zolang de schepper met dat vergeefse werk bezig is, maar op zichzelf zal er toch nooit een druppellevend water inblijven, en met de wonderbare uitingen van het zieleleven zal het wel nooit iets worden. Als men de gaten in het vat met heel veel moeite dicht zou stoppen, zou het water er ook wel inblijven. Maar hoe gemakkelijk verrot een stopje dat er niet zo erg goed en vast ingeduwd is, en na verloop van tijd kan het vat dan weer al zijn levenswater verliezen!
[4] De betekenis hiervan is dit: Een mens die verstandelijk is ontwikkeld, kan door veel zelfverloochening ook naderhand zijn hart doeltreffend ontwikkelen; gaat hij daarbij echter niet uiterst zorgzaam te werk, en let hij niet voldoende op de vele proppen waarmee hij alle gaten (aardse zwakheden) in zijn levensvat gedicht heeft, en laat hij ook maar één zwakheid ofwel één gaatje dat niet zorgzaam genoeg dichtgestopt is, de ruimte, dan zal hij heel vlug merken dat hij het verzamelde levenswater kwijt is, en dat hij heel ongemerkt weer helemaal de oude mens is geworden, zonder enige innerlijke levensinhoud!
[5] Daarom raadde Ik jullie voor alles de naastenliefde aan, die afkomstig is uit de liefde tot God! Want die alleen is in staat om van jullie algehele verkeerdheid weer mensen in Mijn orde te maken. Laat je niet door de wereld verblinden, want alles wat zij jullie geeft is dood en gericht, een vrucht van het zuivere verstand! Alleen de liefde kan jullie omvormen tot het leven!
[6] Daarom ben Ik in de wereld gekomen om jullie de ware ommekeer te tonen, terug naar Mijn orde en naar de ware weg, om daarlangs verder te gaan tot jullie de ware, geestelijke wedergeboorte in de ziel bereikt hebben, waarna er geen slechte terugval meer denkbaar en mogelijk is.
[7] Dit moet nu bij jullie voorbereid worden, omdat degenen die eenmaal verkeerd zijn geworden, alleen met de door lapwerk bewerkstelligde ommekeer van de ziel weinig geholpen zouden zijn. De ziel moet weliswaar eerst helemaal omkeren voordat de geest in de ziel wedergeboren kan worden, maar de dichtgestopte, opgelapte en zo op de goede weg gebrachte, betere zielstoestand is niet duurzaam, omdat een ziel die alleen maar opgelapt is, door de macht van de wereld en haar tijdelijke voordelen maar al te gemakkelijk bij de volgende, iets sterker verlokkende gelegenheid weer in haar vanouds gewende, verkeerde handelswijze terugvalt.
[8] Om dat echter zoveel mogelijk te verhinderen, heb Ik nu de nieuwe weg zo voorbereid, dat Mijn geest, die Ik nu als een vonk van Mijn vaderliefde in het hart van iedere zielleg en gelegd heb, door jullie liefde tot Mij, en daardoor waarachtig en daadwerkelijk tot de naaste, gevoed wordt, in jullie ziel groeit, en na het bereiken van de juiste grootte en kracht zich volledig met de genezen ziel verenigt en daarmee één wordt, -hetgeen dan wedergeboorte van de geest moet en ook zal heten.
[9] Wie dit bereikt heeft, staat dan natuurlijk onvergelijkbaar veel hoger dan welke ziel dan ook, ook al is die op zichzelf nog zo volkomen; die is weliswaar ook tot veel in staat, maar ondanks dat toch eeuwig niet tot alles wat aan de volledig wedergeborene is voorbehouden.
[10] Deze vonk van Mijn liefde wordt echter pas dan volledig in het hart van een mensenziel gelegd, als een mens Mijn woord gehoord heeft en het gelovig in zijn hart met alle liefde als waarheid heeft aangenomen; zolang dat niet het geval is, kan geen mens, ook al is zijn ziel nog zo volmaakt, de wedergeboorte van de geest bereiken. Want zonder Mijn woord dat Ik nu tot jullie spreek, komt de vonk van Mijn liefde niet in het hart van jullie ziel, en als die er niet is, kan hij ook niet in een ziel groeien en gedijen, en daarin dus ook niet wedergeboren worden.
[11] In het vervolg zullen echter ook de kinderen, als zij door Mijn woord en Mijn naam getekend en gedoopt worden, de geestelijke vonk van Mijn liefde in het hart van hun ziel gelegd krijgen; die zal echter bij een verkeerde opvoeding niet groeien, wel bij een opvoeding volgens Mijn orde die nu aan jullie allen overduidelijk is uitgelegd, volgens welke vóór alles het hart, en van daaruit pas op overeenkomstige wijze het verstand gevormd moet worden. Het hart wordt gevormd door de ware liefde en door zachtmoedigheid en geduld.
[12] Leer de kinderen al vroeg de Vader in de hemel liefhebben, toon hun hoe goed en liefdevol Hij is, hoe Hij alles wat bestaat terwille van de mensen bijzonder goed, mooi en wijs geschapen heeft, en hoe zeer hij vooral de kleine, Hem boven alles liefhebbende kinderen is toegedaan! Maak hen er bij iedere speciale gelegenheid op opmerkzaam dat de Vader dat alles regelt en doet en laat gebeuren, dan zullen jullie het hart van de kleinen tot Mij keren en Mijn liefde zal al snel in hen beginnen te groeien! Als jullie de kleinen zo zullen leiden, zal jullie geringe moeite ook al gauw gouden vruchten dragen, -maar anders dorens en distels, waarop druiven noch vijgen groeien!
[13] Maar zeg Mij nu ook openlijk of jullie thans goed begrijpen, hoe en om welke reden deze zwarte broeders van ons tot zulke daden in staat zijn, die voor jullie tevoren nog een raadselachtig wonder waren en wel moesten zijn!"
«« 220 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.