Zorels afkomst en verwantschap.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 63 / 263 »»
[1] Maar ZINKA komt van achteren naar hem toe, tikt hem op zijn schouder en zegt: "Wel, vriend Zorel, wil je nu de ondersteuning van Cyrenius aannemen of niet? Want het lijkt mij toe dat jouw levensnormen, hoe goed die ook mij eerst toe leken, allen zonder uitzondering in de put gevallen zijn!"
[2] Na een poosje antwoordt ZOREL: "Ja, ja, de heiland heeft helemaal gelijk! Ik zie mijn onzin nu heel helder en duidelijk in, en alles is zoals hij van mij gezegd heeft. Maar ik vraag me af hoe hij dat allemaal te weten is gekomen. Ja, het is allemaal waar, en jammer genoeg maar al te waar! Maar wat zal ik nu beginnen, wat zal ik nu doen?"
[3] ZINKA zegt: "Niets dan nogmaals vragen om een juist onderricht, daarnaar luisteren en daarnaar handelen. Laat al het andere maar over aan degenen die je een goed hart toedragen en die je kunnen en ook zullen helpen als jij dat doet wat ik je nu heb aangeraden!"
[4] Dan valt Zorel meteen voor Mij op zijn knieën en vraagt Mij om voorlichting en Ik verwijs hem daarvoor naar apostel Johannes. Zorel vraagt Mij dan heel eerbiedig waarom Ik hem niet wat meer onderricht zou willen geven.
[5] Maar IK zeg: "Als een Heer allerlei dienaren en knechten om zich heen heeft, doet hij dan onrecht als hij hun ook, afhankelijk van hun bekwaamheid, werk geeft? Het is niet nodig dat hij zelf zijn handen uit de mouwen steekt om iets gereed te maken; de geest van de heer is voldoende om het werk ook door de bekwame handen van de knechten te laten voltooien. Ga jij dus maar naar degene die ik gezegd heb, dan zul je wel merken dat hij de juiste man voor je is! Het is die daar aan de hoek van de tafel, die een lichtblauwe mantel om zijn lendenen draagt!"
[6] Nadat Ik dit gezegd heb, staat ZOREL op en gaat vlug naar Johannes. Bij Johannes gekomen, zegt hij tegen hem: "Trouwe knecht van die buitengewoon wijze heer daar! Als je ook gehoord hebt wie ik ben en wat voor inborst ik heb, geef mij dan om mij volledig te genezen, het onderricht dat mij waardig moet maken om te worden opgenomen in de groep van hen die zich terecht mensen mogen noemen! Omdat ik een echt mens word, vraag ik nu geen ondersteuning meer, maar alleen terwille van de waarheid zou ik van jou graag de volle waarheid willen horen!"
[7] JOHANNES zegt: "Die zul je in de naam van die Heer ook krijgen! Maar vooraf moet je mij de verzekering geven dat je jouw leven in de toekomst geheel zult veranderen en iedere schade zult herstellen die je ooit iemand tegen zijn wil hebt berokkend; ook de nog levende koopman in Sparta moeten zijn twee ponden goud weer terug betaald worden! Tevens moet je ook je heidense geloof helemaal afzweren en een bekeerde Jood worden, want je grootvader was een Jood van de stam van Levi. Hij trok veertig jaar geleden naar Sparta om daar aan de Grieken de enig ware God te verkondigen en hen naar de geest Joods te maken; maar hij liet zich uiteindelijk zelf ompraten en werd met zijn hele gezin een domme en erg blinde heiden en jij werd dat ook, omdat je in Sparta pas ter wereld kwam. Je beide broers, die zich nu in Athene ophouden, werden door hun welbespraaktheid zelfs heidense priesters en wijden nog steeds hun nutteloze diensten aan Apollo en Minerva, en je enige zuster is de vrouw van een koopman, die lichtzinnig handel drijft in afgodsbeelden van de Efezen en die daarnaast ook met het verhandelen van alle soorten meisjes van plezier nogal wat geld verdient, ten dele door verkoop en grotendeels door koppelpraktijken. Zo staat het er met je zwager voor, die eens ook Jood was en nu is wat Ik Je zoëven vertelde."
[8] Zorel was er erg van onder de indruk dat Johannes alles wist wat hij zelf om gegronde redenen nooit aan iemand had verteld. Hij kon er echter met onder uit, nu hem dat verteld werd door een man waarvan hij zonder meer aan moest nemen dat deze in Griekenland was geweest en geheel op de hoogte was met de bestaande en de vroegere situatie.
[9] ZOREL vroeg daarom nogal haastig aan Johannes: "Maar waarom nu dit hele verhaal waar alle mensen bij zijn? Is het dan niet genoeg dat jij en ik het weten?! Waarom moeten alle omstanders dat dan horen?"
[10] JOHANNES zegt: "Laat je dat niet verontrusten, vriend! Als ik dat zou doen om je naar ziel en lichaam schade toe te brengen, zou ik een slecht mens zijn en er voor God erger aan toe zijn dan je lichtzinnige zwager in Athene. Maar ik moet nu terwille van je heil de mensen helemaal laten zien wie je bent, opdat niemand je anders ziet dan je bent! Als je volmaakt wilt worden, moet je jezelf ontdekken, en mag er geen geheim in je ziel zijn. Pas als al. het verkeerde uit je verdwenen is, kun je beginnen aan de vervolmaking. Ook in stilte kun je weliswaar in jezelf je ontelbaar vele zonden geheel afleggen en een beter mens worden, zodat de mensen je daarna zouden achten en eren omdat zij van jou dan alleen maar goeds en niets slechts zouden weten, en velen zouden dan Je goede voorbeeld volgen! Maar als zij daarna van een geloofwaardig getuige zouden horen wat voor een grove en grote zondaar jij heel in het verborgene bent geweest, zouden al diegenen die je tevoren eerden als rein mens en jouw voorbeeld volgden, je dan niet met bedenkelijke ogen aan gaan zien?! Al je deugd zou een schaapsvel worden waaronder men een verscheurende wolf zou gaan vermoeden en men zou je dan ondanks al je aanwijsbare, smetteloze deugd, ontwijken en je anders zo leerrijke gezelschap mijden.
[11] Daaraan zie je dat men om volmaakt te zijn, niet slechts het wezen, maar ook de schijn van het kwade moet vermijden, omdat het anders moeilijk wordt werkelijk van nut te zijn voor de naaste, hetgeen toch uiteindelijk de voornaamste bezigheid van ieder mens is en moet zijn, omdat zonder dat geen waarachtig gelukkige maatschappij op deze aarde denkbaar is! .
[12] Want wat zou het een menselijke maatschappij baten als Ieder mens op zichzelf helemaal volmaakt zou zijn, maar zich steeds voor zijn buurman verborgen zou houden? Dan zou de een de ander gaan wantrouwen, en als er ook maar een mug om het hoofd van een totaalonschuldige buurman zou zoemen, zou men louter draken en olifanten zien! Maar als allen je nu leren kennen, wie je was en hoe je was, wat je gedaan en hoe je geleefd hebt, en als je je leven nu verbetert en iedereen ziet en hoort dat je een ander mens bent geworden, die volkomen inzicht heeft in zijn eerdere dwalingen en deze waarachtig en oprecht verafschuwt, dan zal ieder mens je ook met oprecht vertrouwen goedgunstig omarmen en je liefhebben, zoals de ene reine broeder de andere reine broeder liefheeft. Daarom moet hier tevoren alles over je bekend gemaakt worden aleer je effectief in een betere leer opgenomen kunt worden.
[13] Weliswaar is er nu al veel openbaar geworden, maar nog niet alles, en omdat het bekennen je wat zwaar valt, zal ik dat wat gemakkelijker voor je maken door in jouw plaats volkomen naar waarheid te vertellen wat mij uit jouw leven zonneklaar bekend is!"
[14] ZOREL vraagt: "Maar hoe is het mogelijk dat je dat kunt weten? Wie heeft je dat verteld? Ik heb je nog nooit eerder gezien of gesproken!"
«« 63 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.