De lichamelijke lust.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 80 / 263 »»
[1] (DE HEER:) "Zo, de armoede hebben wij nu besproken en tevens hebben wij de gevaren gezien die uit haar sterke toeneming te voorschijn kunnen komen. Wij hebben echter ook gezien hoe dat verholpen kan worden en om welke reden, en welke voordelen er voor de mens voort kunnen vloeien uit het opvolgen van deze les van Mij, die voor jullie allen bestemd was. Daarmee zijn wij met deze plaag en ergernis gereed en vervolgens komen wij nu op een ander terrein, dat weliswaar heel weinig lijkt op het zojuist behandelde, maar daarmee toch heel nauw verbonden is. Dit terrein heet: vleselijke lust.
[2] Meer of minder ligt daar eigenlijk het voornaamste kwaad bij alle mensen. Uit deze lust komen bijna alle lichamelijke ziekten voort en de zielsziekten kunnen zeker zonder enige twijfel daaraan toegeschreven worden.
[3] De mens bevrijdt zich van iedere andere zonde gemakkelijker dan van deze, want de andere hebben alleen uitwendige beweegredenen, maar deze zonde vindt haar beweegreden in zichzelf en in het zondige vlees. Daarom moeten jullie je ogen afwenden van de verlokkende gevaren van het vlees, totdat jullie meester zijn geworden over je lichaam!
[4] Behoed de kinderen ervoor dat zij die drempel niet overschrijden en behoud hun kuisheid, dan zullen zij als zij volwassen zijn hun lichaam gemakkelijk kunnen beheersen en niet zo licht ten val komen; maar eenmaal onachtzaam, en de kwade geest van het vlees heeft bezit genomen van het lichaam! Geen duivel is moeilijker uit de mens te verdrijven dan de vleesduivel; deze kan slechts door veel vasten en bidden uit de mens verdreven worden.
[5] Zorg er dus voor om de kinderen niet te bederven of hen door overmatige opschik en door uitdagende kleding lichamelijk te prikkelen! Wee degene, die zo tegen de natuur van de kleinen zondigt! Waarlijk, voor hem zou het beter zijn als hij nooit geboren was!
[6] Ik zal Zelf degenen die zich bezondigen aan de heilige natuur van de jeugd met al de kracht van Mijn toorn tuchtigen! Want als het vlees eenmaal is geschonden, heeft de ziel geen vaste ondergrond meer en verloopt haar vervolmaking moeilijk.
[7] Wat een werk is het voor een zwakke ziel het voze vlees weer te genezen, tot een geheel te maken en alle littekens te laten verdwijnen! Welk een angst staat zij vaak uit wanneer zij merkt hoe voos en zwak haar lichaam, haar aardse huis, is! Wat is de oorzaak daarvan? De slechte begeleiding van de kinderen en de vele narigheid die zij door allerhande dingen te verduren krijgen!
[8] Met name in de steden is het zedelijk bederf groter dan op het platteland; maak daarom, als jullie eenmaal leerlingen van Mij zijn, de mensen daarop attent en wijs hen op de zeer vele kwade gevolgen van een op jeugdige leeftijd toegeven aan het vlees. Velen zullen daar dan rekening mee houden en daaruit zullen gezonde zielen te voorschijn komen, waarin de geest gemakkelijker op te wekken zal zijn dan nu bij zeer velen het geval is!
[9] Kijk eens naar alle blinden, doven, kreupelen, melaatsen, jichtlijders; kijk verder eens naar alle soorten gebrekkige en met allerlei lichamelijke kwalen behepte kinderen en volwassenen! Allemaal gevolgen van een voortijdige schending van het vlees!
[10] De man moet vóór zijn vierentwintigste jaar geen meisje aanraken -jullie weten wel, op welke manier Ik dat vooral bedoel -, en het meisje moet zeker achttien jaar zijn of minstens voluit zeventien; vóór die tijd kan zij niet rijp zijn en mag zij geen man bekennen, want een enkele maal komt het voor dat een meisje al vóór die leeftijd schijnbaar rijp is. Komt zij echter te vroeg in aanraking met een wellustige man, dan is haar lichaam reeds geschonden en zij wordt een zwakke en door hartstochten beheerste ziel.
[11] Het is moeilijk het geschonden vlees van een man te genezen, -maar bij een jonge vrouw waarvan het vlees voortijdig is gebroken, is dat nog veel moeilijker! Want ten eerste zal zij niet zo gemakkelijk volkomen gezonde kinderen ter wereld brengen, ten tweede wordt zij van week tot week wellustiger en tenslotte wordt zij zelfs een hoer, wat een vreselijke schandvlek is voor het mensengeslacht, niet zo zeer voor haar, maar veeleer voor diegene door wiens onverschilligheid zij zo gemaakt werd.
[12] Wee degene echter, die misbruik maakt van de armoede van een jong meisje en haar lichaam schendt! Waarlijk, voor die zou het ook beter geweest zijn als hij nooit geboren zou zijn! Maar wie met een reeds bedorven hoer gemeenschap heeft, in plaats van haar met de juiste middelen van de verderfelijke weg af te brengen en haar op de goede weg te helpen, die zal eens voor Mij een meervoudig, streng gericht moeten ondergaan; want wie een gezonde slaat, heeft niet zo'n grote zonde begaan als iemand, die een kreupele heeft mishandeld.
[13] Wie gemeenschap heeft gehad met een volkomen rijpe en gezonde jonge vrouw, heeft weliswaar ook gezondigd, maar omdat het daardoor aangerichte kwaad geen speciale, schadelijke gevolgen heeft, vooral als beiden helemaal gezond zijn, heeft dat slechts een geringer gericht tengevolge. Wie echter uit pure, reeds bestaande wellust een jonge vrouw, ook al is deze nog zo rijp, datgene aandoet wat hij bij een hoer zou doen, zonder een levende vrucht in de schoot van de jonge vrouw te verwekken, zal een dubbel gericht te wachten staan; als hij datzelfde echter bij een hoer doet, zal hem een tienvoudig gericht wachten!
[14] Want een hoer is een jonge vrouw waarvan het vlees en de ziel volkomen ontwricht en zwak is. Wie haar met een eerlijk en Mij getrouw hart uit haar grote nood helpt, zal eens in Mijn rijk hoog aangeschreven staan. Wie tegen smadelijke betaling gemeenschap met een hoer heeft en haar nog slechter maakt dan zij al was, zal eens beloond worden met het loon dat iedere kwaadwillige doodslager krijgt in de poel die voor alle duivels en hun helpers klaar staat.
[15] Wee het land en wee de stad waar ontucht bedreven wordt en wee de aarde wanneer dit grote kwaad op haar bodem de overhand krijgt! Over zulke landen en steden zal Ik tirannen aanstellen, die zullen de mensen niet op te brengen lasten moeten opleggen opdat al het vlees zal hongeren en op zal houden met de misdadigste handeling die een mens ooit aan zijn arme medemens kan begaan!
[16] Maar een hoer zal alle eer en achting, zelfs bij degenen die haar voor smaadgeld gebruikt hebben, verliezen en haar vlees zal vervolgens ook nog te lijden hebben onder allerlei ongeneeslijke of op z'n minst moeilijk te genezen besmettelijke ziekten. Zodra er echter een is die zich behoorlijk verbetert, zal zij door Mij weer in genade worden aangezien!
[17] Als een wellustig iemand echter naar andere bevredigingsmiddelen grijpt dan de door Mij daarvoor bestemde schoot van de vrouw, zal hij moeilijk ooit Mijn aanschijn zien! Mozes heeft weliswaar de steniging daarvoor gelast, die Ik daarom niet geheel ophef omdat het een harde straf is voor dergelijke reeds geheel duivelse misdaden en misdadigers, maar Ik geef jullie slechts de vaderlijke raad geef zulke zondaars uit de gemeenten te verwijderen, hen eerst in een verbanningsoord grote nood te laten lijden en pas wanneer zij bijna naakt bij de grenzen van het vaderland aankomen, weer aan te nemen, in een instituut voor geestelijke verzorging onder te brengen en hen daar niet eerder uit te laten tot zulke mensen zich geheel en al verbeterd hebben. Als zij na grondige controle gedurende langere tijd duidelijk bewezen hebben dat zij genezen zijn, kunnen zij weer in de gemeenschap terugkeren. Wanneer zich echter ook nog maar het geringste spoortje vertoont van zinnelijke aanvechtingen kunnen zij beter hun leven lang opgesloten blijven, wat veel beter en heilzamer is dan dat de onbedorven mensen van een gemeenschap door hen verpest worden.
[18] Jij, Zorel, was in dat opzicht ook niet helemaal zuiver, want reeds als knaap was je behept met allerlei onzuiverheid en een ergerlijk voorbeeld voor je medejongeren. Maar dat kan je toch niet als zonde aangerekend worden omdat je opvoeding niet zodanig was, dat je daaruit tot enige zuivere waarheid had kunnen komen waaraan je had kunnen zien wat volgens Gods orde geheel juist is. Het betere ben je pas in gaan zien toen je bij een advocaat de rechten van de Romeinse burgers hebt leren kennen. Vanaf die tijd was je weliswaar geen diermens meer, maar toch wel een wetsverdraaier eerste klas en je bedroog je naasten waar het maar mogelijk was. Maar dat is allemaal voorbij en je staat nu naar je huidige inzicht als een beter mens voor Mij!
[19] Maar ondanks dat alles merk Ik toch, dat er in jou nog veellichamelijke wellust aanwezig is. Ik maak je daar speciaal opmerkzaam op en raad je aan je op dit punt zeer in acht te nemen; want zodra je een wat beter leven zult leiden, zal je vlees, dat nog veel gaten vertoont en nog lang niet van zijn voosheid is genezen, zich beginnen te roeren en dan zal het je veel moeite kunnen kosten om het tot rust te brengen en uiteindelijk de daarin aanwezige oude voosheid volledig te genezen. Hoed je daarom voor alle onmatigheid; want in de on en overmatigheid rust het zaad van de vleselijke wellust! Wees dus in alles matig en laat je nooit, zowel met het eten als met het drinken, tot onmatigheid verleiden, omdat je je vlees anders moeilijk zult kunnen beheersen!
[20] En zo hebben wij nu dan ook het terrein van het vlees enigszins doorgenomen, voor zover het thans voor jou nodig is. En nu begeven wij ons op een ander terrein, dat bij jou ook als zwaarwegend betiteld kan worden!"
«« 80 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.