De ontwikkeling van de ziel op aarde en aan gene zijde.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 93 / 263 »»
[1] (DE HEER:) "Het spreekt wel vanzelf dat het hier geen bijzonder geval betreft, maar dat dit een algemene richtlijn is die zowel bij de leiding aan deze zijde en in 't bijzonder aan gene zijde gebruikt wordt om een ziel uit de stoffelijkheid te halen die haar leven belemmert.
[2] Daarnaast zijn er nog talloos vele afwijkende gevallen, die elk op een wat andere wijze behandeld moeten worden; maar ongeacht dat alles moet er toch een algemene richtlijn zijn waarnaar zich alle andere uiteindelijk moeten richten, zoals de aarde door één regen bevrucht moet worden opdat daardoor het uitgezaaide zaad kan gaan kiemen. Hoe dan echter de verschillende soorten zaden, die in de aarde wachten om tot leven gewekt te worden, uit de regendruppel halen wat van hun gading is, dat is een zaak van de speciale intelligentie van d e geesten die in de kiem wonen en heel goed voor hun huis weten te zorgen.
[3] Ik zeg jullie dit, opdat jullie inzien hoe moeilijk en moeizaam aan de andere zijde de weg is naar de voleinding van het innerlijke leven, en hoe gemakkelijk en vrij dat hier gaat, waar de ziel het stoffelijke lichaam nog om zich heen heeft waarin zij in eerste instantie, hoe en wanneer zij dat maar wil, al haar aanwezige stoffelijkheid kan opslaan. Aan de andere zijde is dat echter niet zo eenvoudig, omdat de ziel dan geen stoffelijk lichaam meer heeft en met haar voeten ook niet meer over een stoffelijke bodem gaat, maar over een geestelijke, die wordt gebouwd uit gedachten en ideeën uit de ziel, en die beslist niet geschikt is om het uit de ziel afgescheiden stoffelijke op te nemen en voor eeuwig in z1ch te begraven.
[4] Want voor datgene wat uit de ziel op haar bodem valt geldt ongeveer hetzelfde als voor een steen die men van deze aarde de eindeloze ruimte in zou willen slingeren. Ja, wie de kracht zou bezitten een steen met zo'n kracht omhoog of van deze aarde weg te slingeren, dat deze de snelheid van een afgeschoten pijl dertigduizend maal zou overtreffen, die zou de steen inderdaad zo van de aarde verwijderen dat hij nooit meer terug zou vallen; maar Iedere mindere kracht zou dat nooit tot stand brengen. Die zou de steen wel meer of minder ver van de aarde brengen, maar als de kracht waarmee de steen is weggeworpen, tengevolge van de voortdurende heel ver reikende aantrekkingskracht van de aarde minder en noodzakelijkerwijs zwakker zou worden, zou de steen weer omkeren en steil op de aardbodem terugvallen.
[5] En zie, zo staat het ook met de stoffelijke, zondige brokstukken die de ziel in het hiernamaals nog met zich meedraagt! Ook al verwijdert de ziel die uit zichzelf en werpt zij deze op de grond van haar wereld, dan baat deze moeite haar weinig of zo nu en dan zelfs helemaal niets, omdat de bodem van de ziel waarop deze in de geestenwereld staat en zich beweegt, evenzeer een deel van haarzelf is als op aarde de aantrekkingskracht van deze aarde, die, al reikt zij nog zo ver naar buiten, toch een deel blijft van deze aarde en niet één atoom zich van haar Iaat verwijderen
[6] Dus als de ziel aan de andere zijde al het grove en stoffelijke uit zichzelf wil verwijderen, moet een hogere kracht in haar werkzaam worden; en dat is de kracht die in Mijn woord en in Mijn naam ligt! Want er staat, komende uit de mond van God, geschreven: 'Voor Uw naam zullen zich alle knieën in de hemel, op aarde en onder de aarde buigen!' Dat laatste heeft betrekking op alle menselijke schepselen van de talloos vele andere werelden in de eindeloze scheppingsruimte; want in de hemel wonen de reeds voor eeuwig volmaakte kinderen Gods, -en daarbij enkel en alleen op deze aarde de kinderen Gods in wording. Als echter alleen aan deze aarde dit grote voorrecht is verleend, dan is haar waarde voor God hoger dan die van alle andere hemellichamen; die staan dan moreel onder haar en dus ook hun bewoners, die dan bedoeld worden met' die onder de aarde wonen' .
[7] Dus door Mijn woord en Mijn naam kan de ziel pas geheel gezuiverd worden. Maar dat gaat daarginds niet zo gemakkelijk als men zich dat misschien wel voorstelt; er zijn langdurige voorbereidingen voor nodig! De ziel moet eerst helemaal geoefend zijn in alle mogelijke zelfwerkzaamheid en moet reeds tevoren een heel behoorlijke kracht in zich hebben voordat het haar mogelijk kan zijn Mijn woord en uiteindelijk zelfs Mijn naam aan te nemen.
[8] Is een ziel echter eenmaal daartoe in staat, dan zal het gemakkelijk voor haar zijn ook het laatste stoffelijke atoom uit haar gehele grondgebied zodanig te verwijderen dat dit eeuwig nooit in haar kan terugvallen. Hoe en waarom zal meteen getoond worden!"
«« 93 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.