Het juiste beoefenen van de naastenliefde.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 97 / 263 »»
[1] (De Heer:) "Maar nu zie Ik bij sommigen van jullie een kwalijke gedachte opkomen, die satan jullie heimelijk heeft ingefluisterd! Die gedachte bestaat hieruit: Het heeft jullie moeite gekost en veel werk om tot rijkdom voor jullie en je nakomelingen te komen en die zou je nu moeten verspillen aan hen, die hun leven op luie wijze verdaan hebben?! Laat ze werken en bij jullie hun brood verdienen, dat jullie hun naar verdienste altijd maar karig zouden willen geven ! Wie niet werken kan en wil, moet creperen als een hond aan de openbare weg!
[2] O, Ik zeg jullie, het is een slechte gedachte die jullie ingegeven werd! Hoe moet een blinde werken? En toch is hij jullie broeder, die hetzelfde recht heeft om te leven als jullie die zien en horen en recht van lijf en leden zijn. Hoe moeten arme grijsaards en zwakke kinderen van verarmde ouders werken, die daarvoor niet de nodige kracht hebben? Hoe moeten lammen en kreupelen werken voor loon, dat jullie nog zo karig mogelijk uit willen meten?
[3] Hoe moeten die mensen werken, die van dag tot dag werk zoeken en niets vinden? Want degene bij wie zij komen, stuurt hen door met de mededeling dat hij nu geen werk voor hen heeft. En toch is het jullie kwade gedachte die hem aanspoort om werk te zoeken dat hij ergens anders evenmin als bij jullie kan vinden. Die man wordt uiteindelijk een bedelaar; daar spreek je dan met verachting over en je noemt hem een luie dagdief. Een ander wordt een dief, die vang je als een verscheurend dier, je mishandelt hem en werpt hem dan in een kerker. Een derde wordt zelfs een roofmoordenaar of minstens een gevreesd straatrover. Als jullie die vangen, wordt hij veroordeeld, in een kerker geworpen en korte tijd daarna op pijnlijke wijze gedood.
[4] Kijk dat zijn merendeels gevolgen van jullie kwade gedachten, die de vorst der duisternis je altijd heel heimelijk heeft ingefluisterd. Maar van nu af aan zal het niet meer zo zijn! Die gedachten zijn van de hel, -en in jullie hart moeten ze nooit meer opwellen.
[5] Er wordt niet verlangd dat jullie al je bezit onder de armen verdelen omdat jullie Mijn volgelingen zijn; maar jullie moeten wijze beheerders zijn van het jullie toevertrouwde bezit, opdat je hen die buiten hun schuld arm zijn, niet laat hongeren en dorsten als zij voor je deur komen!
[6] Kijk maar eens hier naar vriend Ebahl uit Genezareth! Die heeft sinds hij waard is, duizenden armen uit de eigen streek, maar ook wildvreemden, onderdak gegeven, en nooit met tegenzin of met een soort bezorgdheid voor de zijnen, -en toch is zijn bezit niet verminderd! Integendeel, hij bezit nu zoveel en zulke grote aardse schatten dat hij zich daarvoor een groot koninkrijk zou kunnen kopen; maar hij hecht alleen maar waarde aan al deze schatten omdat hij daardoor beter in de gelegenheid is nog meer armen krachtig te kunnen ondersteunen. Hij denkt niet aan zijn hele hebben en houden en voor zijn kinderen vindt hij het alleen belangrijk dat zij allen in de kennis van de enige en ware God sterk en krachtig worden; in plaats daarvan zorg Ik dan voor al het andere in zijn huishouden, en Ik sta er voor in dat zijn huis nooit aan iets gebrek zal lijden!
[7] Maar angstigen laat Ik zelf zorgen voor hun huis, en hun schuren overlaad ik nooit met tarwe en graan en hun wijnpers zal niet overvloeien van de wijn. Hun vruchtbomen zullen niet overvloedig dragen door mijn rijke zegen en hun vijvers zullen niet zo erg vertroebeld worden door de te grote aantallen edele vissen, en hun kudden zullen niet de vetste van het land zijn! Want, de ene dienst is de andere waard, -en verwacht nergens dat je een te grote winst vergaart! Wie met weinig vertrouwen op Mij bouwt, zal ook oogsten zoals hij vertrouwt! Ik zal iedereen geven volgens zijn vertrouwen en volgens zijn geloof, dat altijd een vrucht is van de liefde tot Mij en de naaste.
[8] Wees daarom altijd en steeds barmhartig, en dan zullen jullie bij Mij ook altijd barmhartigheid vinden! Zoals jullie je gedragen zult tegenover de arme broeders en zusters, zo zal ook Ik Mij tegenover jullie gedragen. Ik zeg en raad jullie allen aan: "Sta altijd voor elkaar klaar, overtref elkaar bij het weldoen, heb elkaar waarachtig lief, zoals ook Ik jullie liefheb, dan zul je de hele wereld tonen dat jullie waarlijk Mijn leerlingen zijn en in je geest volkomen Mijn ware kinderen zijn.
[9] De bestemming van al Mijn kinderen is, dat zij zich hier op aarde voortdurend zullen oefenen in de toekomstige grote werken in Mijn hemelen; want daar zal alles enkel en alleen door de liefde gedaan worden en iedere wijsheid die niet voortkomt uit het vlammenlicht van de liefde, zal in Mijn hemelen nooit of te nimmer opgenomen worden en daarom ook niets te doen krijgen!"
«« 97 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.