De geestelijke betekenis van de twee gelijkenissen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 128 / 276 »»
[1] IK zeg: 'Mijn vriend, zie, de vogels hebben hun nesten en de vossen hun holen; maar Ik, nu als Mensenzoon, heb op deze aarde zelfs niet eens een steen die Ik volgens wereldse wetten als Mijn eigendom onder Mijn hoofd zou kunnen leggen, -laat staan een aards veld vol met tarwe, dat nu maaiers nodig zou hebben!
[2] De 'akker' die Ik bedoel, is deze wereld, en de rijpe 'tarwe' hierop, zijn de mensen, en met de 'maaiers', bedoel Ik degenen die Ik Mijn leerlingen noem. Deze moeten de wereld intrekken en de mensen bekeren en allen op de juiste weg brengen die op zij en dwaalwegen wandelen en met drievoudig bedekte ogen een veilig onderkomen zoeken maar er geen kunnen vinden.
[3] 'Rijp' zijn ze, omdat in hen het streven naar een hoger doel wakker en levend is geworden. Allen zoeken de levende, met alle zaligheid bekroonde rust -maar via dwaalwegen -en ze bereiken derhalve ondanks hun zoeken niets anders dan uiteindelijk de dood van hun lichaam; en over hetgeen verder reikt in de richting van gene zijde, heerst bij eenieder de donkerste nacht.
[4] Zolang de mens zo'n behoefte niet in zichzelf voelt, maar geheel als een dier, onbekommerd wat betreft zijn levenssfeer in wat voor toestand deze. ook overgaat, maar voortleeft, en eet als een poliep op de zeebodem, dan is er in hem nog geen rijpheid voor een hogere openbaring aanwezig; maar mensen, die naar van alles op zoek zijn, zoals er nu zelfs onder de heidenen buitengewoon veel zijn op bijna een derde van de bewoonde aar:de,. die ook vol begeerte naar het bezitten van zaligheid verlangen ook al is die slechts gedroomd, en die vaak begraven zijn in allerlei hartstocht, die zijn een rijp 'gewas', rijp voor het zien van hogere dingen, voor de waarheid, dus voor Mijn rijk; en daarom zijn er veel maaiers nodig, leraren uit Mijn school, toegerust met alle liefde, geduld, zachtmoedigheid, wijsheid en kracht.
[5] En zie, daar zijn er nu nog maar weinig van; behalve jullie zijn er verder geen, behalve de Moren die hier waren en hier voor hun stam het nodige licht gehaald hebben en daarmee in hun land ook goed zullen werken! Daarom moeten jullie van nu af aan, omdat je met weinigen bent,je handen met !n de schoot leggen, maar zonder ophouden werken, opdat het aantal maaiers op de grote levensakker van Mijn gewassen steeds groter wordt! Dat is het wat Ik je wilde zeggen toen Ik daarstraks over Mijn akker sprak, over de rijpe vrucht, en het daarvoor te kleine aantal maaiers.
[6] En wat de oude 'Libanon' met zijn ceders betreft, daarmee is de Schrift bedoeld van Mozes tot aan deze tijden. Die bestaat nog wel, maar haar beelden zijn oud en voos geworden zoals de vroeger zo heerlijke ceders, Waaruit de oude tempel in Jeruzalem, vooral van binnen, is gebouwd, en van welk hout al veel eerder de wonderbaarlijke ark van het verbond is gebouwd.
[7] De 'ceders' staan dus voor de woorden en wetten in de Schrift. Ooit, toen de ceders op de Libanon nog jong en krachtig waren, brachten ze de mensen veel nut, en een rechter, Samuël, kon waarachtig bidden onder hun takken. Maar het aardse winstbejag van de mensen heeft de mooie Libanon bijna geheel van zijn ceders ontdaan, en op de.plaats van de oude en gezonde ceders groeide maar al te gauw allerlei wild struikgewas, en zelfs de oude nog overgebleven ceders met hun vele voos geworden takken dienen nu meer de apen dan de mensen tot beschutting en gerief, -maar natuurlijk alleen maar toevallig; want een aap kan de waarde van een. ceder niet onderkennen, en hem dus ook niet waarderen en er de doelmatigheid van bepalen.
[8] En zo vergaat het nu de oude Schrift en de profeten. Men vereert het oude boek op een altaar, aanbidt het schrikbarend dom en blind als een godheid en bekommert zich verder helemaal niet om de inhoud, en nog minder en nog zeldzamer handelt men ernaar. Dan lijkt zo Iemand (een Farizeeër) immers volledig op een aap die vrolijk op de dikke takken rondspringt, en degene die hem wil verdrijven er meteen van langs geeft en hem op de vlucht jaagt, omdat de aap een aap is en de kostbare boom gebruikt voor een heel ander doel dan er in de boom van nature is te zoeken en te vinden.
[9] En daarom is de Schrift voor de mensen niets meer dan een oude voze ceder voor de apen, en op de hele Libanon woekeren nu allerlei wilde en vaak giftige struiken. Hiermee zijn bedoeld de door mensen opgestelde verderfelijke en buitengewoon slechte voorschriften, die in de plaats zijn gekomen van de wetten van God; en ook zijn hiermee bedoeld de fijn en smaakvol witgekalkte graven van de profeten, die van binnen vol dood, verrotting en afschuwelijke stank zijn, terwijl er geen acht geslagen wordt op het in de boeken opgetekende levende woord van de profeten in de sfeer waarin het juist bedoeld is. Men aanbidt de Schrift als een heiligdom, en de handen van degene die als onwaardige het boek aanraakt, worden tot bloedens toe met zout ingewreven; maar dat men de woorden van de profeten ter harte neemt en ernaar handelt, o daar is nergens een spoor van te ontdekken! Wat is dan de zogenaamde Heilige Schrift? Niets anders dan de met wild struikgewas overwoekerde Libanon, nu een woonplaats van de apen, en niet meer van God toegedane mensen!
[10] Na verloop van tijd kan het met de leer die Ik nu geef ook wel zo gaan dat men deze als een heilig relikwie als een afgod aanbidt, en dat men, lichtzinnig en gewetenloos, zich verder helemaal niet bekommert om.de innerlijke betekenis en geest van juist deze leer van Mij, maar dat men zich zal richten naar de voorschriften van mensen en zal zeggen: 'Wat hebben we verder nog nodig?'
[11] Maar dan zal ook die grote droefheid en ellende komen waarover de profeet Daniël heeft gesproken toen hij op de heilige plaats stond en zei: 'In die tijd zal er een droefheid en ellende onder de mensen zijn zoals er sinds het begin van de wereld nog niet heeft bestaan! ' - Ik denk, dat je de twee beelden die Ik zojuist gebruikte nu wel zult begrijpen!"
«« 128 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.