Over gierigheid en spaarzaamheid

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 168 / 276 »»
[1] (DE HEER:) 'Alle slechte daden die ooit door mensen op deze aarde zijn begaan, zijn voortgekomen uit de hebzucht van afzonderlijke mensen. Gierigheid is de vader van bijna alle zonden die men maar kan bedenken. Want eerst spaart men zich op inhalige wijze op alle mogelijke manieren, al zijn die nog zo slecht en verwerpelijk, waartoe men ook bedrog, diefstal en roof moet rekenen, een groot vermogen bij elkaar. Als men eenmaal rijk is, wordt men hoogmoedig en heerszuchtig; dan gaat men zich verschansen en beveiligen, huurt dienaren en knechten die iedereen moeten verdrijven die onuitgenodigd de woning van een groot en belangrijk geworden gierigaard nadert. Vervolgens koopt de rijke een hele landstreek bij elkaar, wordt hier een echte heerser, perst zijn onderdanen vaak alle bezit af en gedraagt zich als een echte tiran.
[2] En als de gierigaard eenmaal buitengewoon rijk is, stort hij zich in een leven van alle mogelijke wellust, verleidt jonge meisjes, begaat hoererij en echtbreuk en nog talloze andere schandelijkheden. En omdat hij de hoogstgeplaatste in zijn land is, verleidt hij al gauw een heel volk door zijn slechte voorbeeld; want het volk zegt: ' onze heerser moet het toch beter weten dan wij; doet hij het, dan kunnen wij het ook doen!' En zo begint in zo'n land tenslotte iedereen te stelen, te roven, te moorden en met hoeren om te gaan, en van enig godsbesef is dan geen spoor meer te ontdekken!
[3] Sla de kronieken van de landen en rijken van de aarde er maar op na, dan zul je zien dat hun heersers aanvankelijk meestal uiterst gierige hebzuchtige handelaars waren vol hebzucht en winstbejag. Zij kochten in de loop der tijd met hun verworven schatten landen en volkeren en buitten hen uit door allerlei geweldmiddelen toe te passen; vaak brachten ze zelfs zulke veranderingen aan in de vaak heel goede zeden en godsdiensten van de aan hen onderworpen volkeren, dat er bij hen nog amper een spoor te ontdekken viel van hun oude zuiverheid.
[4] Daarom moet jij er vooral op letten, Marcus, dat er geen gierigheid binnensluipt in jouw genezingsinstituut, dar binnen korte tijd zeer druk door mensen bezocht zal worden. Ja, zelfs overdreven spaarzaamheid moet daar steeds verboden blijven; want die is gewoonlijk de kiem van de hebzucht!
[5] leder moet zoveel hebben als hij nodig heeft om te kunnen leven; van meer dan dat moet in jouw huis bij niemand sprake zijn! De privé-geschenken die niet zelden door de gasten aan je dienaren gegeven zullen worden, moet jij veilig in bewaring nemen en pas met rente teruggeven als je dienaren oud zijn geworden en te zwak om te dienen! En als ze sterven, dan moet je het gespaarde aan hun kinderen en kleinkinderen geven.
[6] Deze raad geldt in eerste instantie natuurlijk voor jou, maar later ook voor al je nakomelingen. En als er onder je dienaren iemand verkwistend is, maan hem dan tot juiste spaarzaamheid, plaats hem dan een tijdje buiten je gunst en laat hem zien, dat een verkwister ook vaak iemand is die zichzelf liefheeft en na verloop van tijd zijn broeders tot last is, terwijl hij in tijd van nood met zijn op de goede manier gespaarde geld zijn armere broeders bij zou moeten springen.
[7] Wie alleen voor zichzelf spaart en in ruimere zin ook voor zijn familieleden, spaart niet volgens Mijn orde; maar wie spaart opdat hij iets heeft om in tijd van nood ook voor armere broeders iets te hebben, prijs Ik en Ik zegen diens gespaarde geld en hij zal nooit nood lijden.
[8] Ik zeg niet dat iemand niet moet sparen voor zijn kinderen en voor zijn huis; dat is immers een eerste plicht van ieder ouderpaar. Maar andere armen moeten daar niet van uitgesloten worden; immers, Ik laat Mijn zon ook in dezelfde mate schijnen over hen die niet Mijn kinderen zijn!
[9] Wie zal doen zoals Ik doe, zal ook zijn zoals Ik ben en zal later ook daar zijn waar Ik eeuwig zal zijn. Maar wie zuinig is tegenover zijn broeders, moet weten dat ook Ik zuinig en zeer spaarzaam zal zijn ten aanzien van hem.
[10] Houd in jouw huis deze leer voortaan in ere, dan zal Mijn zegen nooit daarvan weggenomen worden! - Wel, heeft er nog iemand iets te vragen? Laat hij dan komen met zijn vraag!'
«« 168 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.