Vijandelijke verkenningsschepen in zicht. De storm als afweermiddel

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 223 / 276 »»
[1] De tafel was goed voorzien van de beste vissen, brood en wijn en allerlei goed smakende vruchten. Ik zat met de twaalf en Hiram en Epiphanes aan tafel. Aziona bedlende ons, maar nam na de maaltijd toch plaats aan tafel. Toen we zo bij elkaar zaten en onze blik naar buiten richtten op het mooie wateroppervlak, ontdekte Epiphanes met zijn scherpe ogen dat in de baai meerdere schepen laveerden. Ze wilden door de grote baai varen; maar omdat ze door de geweldige verandering de omgeving niet meer konden herkennen als de streek die hen van vroeger goed bekend was, laveerden ze heen en weer en zonden slechts een verkenningsboot verder de baai in.
[2] Deze schepen waren een soort achterhoede van hetgeen hier in de voorgaande nacht door de vissers op Mijn bevel als een goede strandbuit in beslag werd genomen. Deze achterhoedeschepen hadden al de hele nacht en ook deze halve dag rond gelaveerd, maar vonden nergens meer een spoor. Daarom dachten ze dat dit schip waarschijnlijk in deze moeilijk te bevaren baal de koers kwijt was geraakt en misschien zelfs schade had geleden. Maar deze baai leek niet meer op de vroegere en daarom wisten deze achterhoedeschippers niet waar ze aan toe waren en daarom zonden ze een lichte verkenningsboot verder de baai in.
[3] Toen Ik dit aan het drietal uitlegde zei AZIONA: 'Nu, als ze dat grote schip hier vinden, kunnen we beter een goed heenkomen zoeken, anders zijn we allemaal verloren!"
[4] IK zeg: 'Wees kalm; deze verkenningsboot zal spoedig omkeren! Ik zal een wind. sturen, die de terugkeer van de boot beslist zeer zal bespoedigen"
[5] Op dit ogenblik kwam er een hevige stormwind die de verkenningsboot en de paar achterhoedeschepen pijlsnel naar buiten het hoge water op dreef
[6] Maar AZIONA zei: 'Heer, zie, ze zijn nu wel uit het zicht verdwenen, maar ze zullen terugkomen zodra de wind gaat liggen! O, deze mensen zijn als een slecht geweten en hardnekkig als een kwaadaardige ziekte! Die laten hun plannen en hun doel nooit varen en als deze het niet zijn, - die hun zoeken nauwelijks zullen opgeven -, dan zullen er binnen de kortste keren wel weer anderen komen die hetzelfde doel nastreven; en als ze dat schip hier vinden, ziet het er slecht voor ons uit, want tegen het geweld van de machtigen bestaat geen recht! Ik zou dat hele zondaarsschip liever helemaal vernietigen dan met het bezit ervan steeds in angst te zitten!"
[7] IK zeg: Als Ik je echter zeg dat je daarvoor absoluut geen angst hoeft te hebben, kun je wel rustig zijn! Degenen die hier nu te zien waren zullen nooit weer terugkeren, en een tweede of zelfs derde achterhoede nog minder, want het is algemeen bekend dat.de Galilese zee om deze tijd zeer stormachtig is, en behalve door enkele vissers wordt hier weinig gevaren omdat men de stormen niet vertrouwt, -en over enkele maanden is deze hele gebeurtenis zo goed als vergeten!
[8] Want ook al wordt er zeker naar Jeruzalem bericht dat degenen die er op uitgestuurd zijn om Mij op te sporen ergens aan zee verongelukt zullen zijn, omdat men ondanks al het zoeken niets meer van hen kan vinden dan zal in de tempel slechts door de speciaal daarvoor aangestelde tempeldienaren, zowel mannen als vrouwen, drie uur lang ceremonieel geweeklaagd worden en daarna denkt niemand in de tempel meer aan de verongelukten, maar men zal echter weer anderen voor hetzelfde doel uitsturen, hen uitrusten met volmachten, geld en de nodige wapens en hen wegzenden met allerlei strenge opdrachten; dezen trekken er dan op uit en keren meestal onverrichter zake weer naar huis terug, of vaak ook helemaal niet, zoals zij die ons gisteren bezochten. -Nu weet je precies hoe de zaken er voor staan, en kun je zonder schroom behouden wat Ik je geef en wat Ik voor je bescherm en veilig stel"
[9] Nu zegt EPIPHANES: 'Vriend Aziona, onder zulke garanties zou ik er niet voor terug schrikken om zelfs van heel Rome bezit te nemen, als deze Heer en Meester tegen mij zou zeggen: 'Ga heen en zeg: De Heer heeft mij de hele stad gegeven en hiermee maak ik bekend, dat van nu af aan alles wat hier staat, leeft en groeit mijn volste eigendom is!' En zie, geen mens op de wereld zou mij zo'n door de Heer verleend recht afhandig kunnen maken, en ieder zou zich moeten schikken in de almacht van de goddelijke wil!
[10] En hetzelfde is ook hier het geval! Welke aardse macht zal de strijd met deze goddelijke macht winnen? Want voordat ze het zwaard ter hand zou nemen voor de strijd, zou ze immers reeds vernietigd zijn! Ja, wanneer de Heer en Meester zal toelaten dat Zijn vijanden de hand aan Hem zullen slaan, zullen ze Hem zelfs ook wellichamelijk kunnen doden; maar zolang Hijzelf het ondoorgrondelijk geheime 'fiat!' niet in Zichzelf heeft uitgesproken, zal ook niemand het wagen ook maar de zoom van Zijn kleed aan te raken, -en als iemand het waagt, kon het hem wel eens vergaan zoals het de misdadigers van gisteren is vergaan! Dus voor hen, die als ware vrienden met deze ware Godmens door alle grote gevaren van de wereld op hun pad trekken, is de grootste veiligheid reeds gegarandeerd.
[11] Kijk naar dit allerheerlijkste gebied dat nu van ons is! Amper een uur geleden was het een onherbergzame dorre streek, een waar beeld van de dood evenals wij dat waren in onze voormalige zielstoestand, die Hij ook door Zijn woord in een levende toestand heeft veranderd -, en nu haalt de ondoorgrondelijk wonderbaarlijke macht van Zijn woord zelfs uit de harde steen, die eerst tot goede vette aarde werd vermalen en omgevormd, de weelderigste planten tevoorschijn.
[12] Voor Wiens adem de stenen moeten buigen en alle talloze natuurgeesten actief moeten worden, voor Diens adem buigen de volkeren der aarde, -waarom moeten wij dan, die nu zeker Zijn vrienden zijn, nog enige vrees in ons gemoed koesteren, alsof ons werkelijk nog iets slechts zou kunnen overkomen onder Zijn bescherming?! Ik hoop dat je dit in overweging neemt en bevrijd wordt van alle ijdele vrees."
[13] AZIONA zegt: 'Vriend, je hebt nu heel goed en juist gesproken en ik dacht zowel vroeger alsook nu in heel mijn leven hetzelfde als jij; maar de mens blijft toch altijd een mens, vooral als er gevaren op hem af beginnen te komen! In een soort gemoedsverwarring vergeet men niet zelden het belangrijkste en denkt men niet met een innerlijk rustige ziel, maar men is haastig en verward en raakt daardoor in zo'n grote angst, dat men zelfs niet meer aan de beste beschermende wapens denkt die men toch duidelijk bij zich heeft.
[14] En dat gebeurde mij zojuist, toen ik uit de mond van onze God en onze Heer en Meester de bedoeling hoorde van de verkenningsboot die deze baai invoer. Maar het is nu al weer helemaal in orde, waaraan jouw woorden veel hebben bijgedragen"
«« 223 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.