Leiding aan gene zijde en wederbelichaming

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 232 / 276 »»
[1] IK zeg: 'Wanneer het er voor de vreemde naties en volkeren werkelijk zo uit zou zien als jij het in je vraag stelt, zou het wel wat treurig gesteld zijn met het zieleheil van de mensen op aarde; maar het ziet er toch wel een beetje anders uit, en derhalve is aan ieder mens de gelegenheid gegeven om zich, van welk geloof hij ook is, meer op het geestelijke dan op het materiële te richten. Als dit het geval is, kan een ziel aan gene zijde al niet meer helemaal door de materiële pool worden aangetrokken, maar verkeert met haar altijd volkomen vrije wil in een soort zweeftoestand, waarin ze noch tot de ene, noch tot de andere pool behoort. Deze toestand van de zielen noem Ik een middenrijk, waarin de zielen door reeds voleindigde geesten meestal naar de betere pool geleid worden.
[2] Natuurlijk gaat het proces van een volledige ommekeer nogal langzaam; maar dat geeft verder niets, omdat het toch nooit zo kan zijn dat een ziel totaal verloren gaat. En zou ze al door een te grote verstoktheid volledig door de volle tegenpool verslonden worden -wat natuurlijk wel heel erg zou zijn -, zal ze het zich na een lange tijdcyclus weer moeten laten welgevallen om nogmaals een lichamelijke levensproef door te maken, ofwel op deze aarde of ook wel op een andere, waarvan er in de eindeloze ruimte talloze zijn, zonder te weten of ook maar te vermoeden dat ze reeds een keer een lichamelijke levensproef heeft doorgemaakt. Zij zou er ook niets aan hebben om dit te weten, omdat ze daardoor noodzakelijkerwijs meteen weer in haar oude euvel van zinnelijkheid zou vervallen en daardoor een tweede levensproef puur tevergeefs en zinloos zou zijn. Om jullie dat gemakkelijker te laten inzien geef Ik je een voorbeeld.
[3] Ongeveer tweeduizend jaar geleden was er een uiterst heerszuchtige en wrede koning die uit louter moordlust duizenden mensen op de meest gruwelijke wijze liet terechtstellen en zich ook verder aan alle mogelijke kwaad overgaf. Waar diens ziel na zijn lichamelijke dood terecht is gekomen, zal gemakkelijk te raden zijn!
[4] Zoals Ik jullie al eerder verteld heb, kan zo'n ziel daar nergens anders terecht komen dan alleen bij haars gelijken. Ieder van jullie kan zich gemakkelijk voorstellen hoe het haar na korte tijd daar kan vergaan; haar gezelschap is immers precies zoals zijzelf en na een tijd nog iets erger, omdat na een bepaalde periode de boosheid en woede daarvan steeds erger worden; want bij de materiële zielen heeft alles nog zijn grenzen, alleen de hoogmoed en de heerszucht niet, wat reeds menige koning in de voorgeschiedenis gedurende zijn leven maar al te duidelijk heeft gemaakt, door zich aan zijn volk als een vorst te presenteren en te verlangen dat het hem als de enig ware god zou aanbidden en hem met allerlei door hem geëiste offers zou vereren. De bekende geschiedenis van de vroegere koning Nebukadnezar van Babylon laat dat maar al te duidelijk zien.
[5] En dat gebeurt aan gene zijde in nog veel hogere mate. leder van die zielen presenteert zich aan de andere al gauw als de allerhoogste en Almachtige god, neemt daarbij dadelijk een vreselijk gebiedende houding aan en verlangt onmiddellijk alles van de andere gelijkgezinde en gelijksoortige zielen.
[6] Met wat voor woede dan de andere eendere zielen, die reeds geruime tijd om dezelfde reden met elkaar gevochten hebben, op zo'n aanmatigende ziel afkomen en haar de vreselijkste proeven laten afleggen, kunnen jullie je natuurlijk niet voorstellen; en zo'n oerdomme ziel laat zich zelfs een tijdlang ook nog alle mogelijke martelingen en kwellingen welgevallen, omdat ze in de blinde veronderstelling verkeert, dat ze na alle ware helse proeven doorstaan te hebben door de anderen als een god en heerser over alles erkend en aangenomen zal worden.
[7] Maar omdat ze na de lange tijden die daarmee verstrijken toch begint in te zien dat ze voor de gek was gehouden, ontbrandt ze in toorn en woede tegenover haar pijnigers en dat heeft dan gevechten en vuur in de ergste mate tot gevolg; deze zielen lossen in een dergelijk toornvuur dan gewoonweg op, ze zouden zich tenslotte zelfs nog geheel vernietigen als zoiets mogelijk zou zijn!
[8] Maar zo'n toegelaten storm, hoe afschuwelijk hij ook tekeer gaat, heeft altijd iets goeds vanwege het feit dat hij in zulke zielen een groot deel van de schadelijkste materie verwoest en zo de ziel een beetje zuiverder maakt. Na vele van dergelijke stormen wordt hier en daar een enkele ziel nuchterder en probeert zich van dit tumultueuze gezelschap te bevrijden en zoekt een uitweg; -en dan wordt het gewoonlijk toegelaten dat ze bij een beter gezelschap komt, of ze wordt weer geïncarneerd.
[9] En nu zijn we weer bij de koning van ons voorbeeld wiens ziel zo'n weg heeft doorgemaakt als Ik jullie nu heel in het kort precies heb beschreven. De naar deze wereld teruggekeerde ziel van zo'n eenmalige koning uit de vroege geschiedenis, die bijvoorbeeld in het uiterste Oost Azië zich zo misdragen heeft, komt nu op een heel ander deel van de wereld via de gewone weg van het vlees in het lichaam van een kind ter wereld, natuurlijk geboren uit een arme vrouw. Dan is zo'n ziel weer helemaal kind en weet van haar vorige toestand niet het geringste, en het zou ook helemaal verkeerd zijn als ze er maar de minste herinnering aan zou hebben.
[10] Het kind, weer als tevoren van het mannelijk geslacht, groeit nu in armoede op tot man en wordt na een schamele opvoeding en een andere ontwikkeling een heel eerlijke en ijverige dagloner die werk verricht in huis of op het land, hij kent God en bidt tot Hem en dankt Hem voor het dagelijkse brood. Uiteindelijk heeft hij er echt plezier in om de andere mensen tegen een karig loon te dienen en van nut te zijn. Tenslotte wordt onze arbeider oud, zwak, vermoeid en ziek en sterft zoals alle mensen op aarde.
[11] Wat gebeurt er nu met zijn ziel? Ze komt aan gene zijde weer bij de goede, werkzame en actieve zielen en beleeft er vreugde aan om een nederige plaats in te nemen en allen naar behoefte te dienen. Deze goede richting van haar gemoed bewerkstelligt de spoedige opwekking van haar geest uit God, die haar alter ego (tweede ik) van gene zijde is.
[12] Heeft dit eenmaal met zekerheid plaatsgevonden, dan zal de volle éénwording hiermee ook niet lang op zich laten wachten. Wanneer dit gebeurd is, keert pas weer het volle bewustzijn in zo'n ziel terug en hiermee de heldere herinnering aan alle vorige toestanden; zij looft dan Gods wijsheid, macht en liefde die haar zelfs uit de meest jammerlijke toestand weer heeft teruggeleid naar het ware eeuwige leven.
[13] Hieraan kunnen jullie dus voldoende duidelijk zien, hoe God langs Zijn voor iedere sterveling ondoorgrondelijke wegen iedere ziel, ook al is deze naar jullie mening nog zo verdorven, naar het ware leven en licht kan leiden"
«« 232 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.