De leerlingen vragen naar het hemelse loon (Ev. Matth. 19, 27 -30)

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 259 / 276 »»
[1] PETRUS zei: 'O ja, dat staat mij en zeker ook alle anderen nog zeer goed voor de geest! Maar ik neem hier de vrijheid om U in naam van allen te vragen, wat ons later te wachten staat vanwege het feit dat wij alles hebben verlaten en U trouw zijn gevolgd?" (Matth. 19,27)
[2] Daarop antwoordde IK: 'Waarlijk, Ik zeg jullie die Mij zijn nagevolgd: Als jullie geheel wedergeboren zijn wanneer Ik zal zijn opgestaan en op de stoel van Mijn eeuwige heerlijkheid zal zitten, zullen ook jullie naast Mij eveneens op twaalf stoelen zitten en de twaalf stammen van Israƫl richten (Matth. 19,28), wat zoveel betekent, als dat jullie later in Mijn hemelen met Mij voor het eeuwige heil van alle mensen van deze aarde en ook van de andere werelden steeds zoals Ik bezig zullen zijn, en als beschermgeesten die voor de aardse mensen onzichtbaar zijn de mensen hier en ook nog aan gene zijde zullen bewaken, sturen en leiden! Want het ware hemelrijk en de groeiende zaligheid ervan bestaat enkel uit een steeds groeiende, ware liefdadigheid.
[3] En Ik voeg er nog aan toe: Wie zijn huis, broeders of zusters, vader of moeder, of zijn vrouwen kinderen, of zijn akkers, tuinen, weilanden en kudden verlaat omwille van Mijn naam, zal dit alles in Mijn rijk honderdvoudig terugkrijgen en daardoor het ware, eeuwige leven erven. (Matth. 19,29)
[4] En dit moeten jullie ook onthouden: Wie nu de eersten zijn kunnen daar heel gemakkelijk de laatsten zijn, en wie nu de laatsten zullen zijn, zijn daar gemakkelijk ook de eersten!" (Matth. 19,30)
[5] Dat begrepen de leerlingen niet en PETRUS vroeg: 'Wat moet dat betekenen, wat wilt U daarmee zeggen? Want wat U spreekt, geldt voor de hele eeuwigheid en wij willen alles wat uit Uw mond komt precies weten en begrijpen! Dit lijkt op ons te slaan, en het zou niet bepaald mooi zijn wanneer wij in het andere rijk de laatsten zouden zijn alleen omdat we hier de eersten waren!"
[6] IK zei: 'Mijn beste zoon Simon Juda, daarom zeker niet; maar wanneer iemand van jullie denkt dat hij beter is alleen omdat Ik hem het eerst heb uitverkoren, dan zou hij daardoor immers al in een hoogmoedswaan verkeren waarmee hij in het hemelrijk zeker nooit tot de eersten zou kunnen behoren. Iemand die Ik over meer dan duizend jaar zou hebben opgewekt en uitverkoren, zou wat de uitverkiezing betreft zeker een van de laatsten zijn; maar als hij in hoge mate deemoedig zou zijn in zijn roeping, zodat hij zichzelf steeds als de onwaardigste beschouwt voor die genade, maar desondanks toch trouwen volhardend zou zijn in zijn roeping, -ofschoon hij geen bewijzen zou hebben van de volledige echtheid ervan, maar het enkel en alleen met het geloof zou moeten stellen, -zou zo'n geroepene dan niet tot de eersten behoren in het hemelrijk?
[7] Ik zou deze opmerking niet gemaakt hebben, als jullie niet reeds hier gevraagd hadden naar het loon voor wat jullie nu voor Mij geloven te doen! Dat was ook niet zo mooi van jou, Simon Juda, en jullie allen, dat jullie nog naar een beloning informeerden, terwijl Ik jullie door het feit dat Ik jullie heb uitverkoren toch een grote weldaad zo~wel geestelijk als lichamelijk heb bewezen! Heb Ik jullie daarmee onrecht gedaan dat Ik jullie een kleine terechtwijzing gaf?"
[8] PETRUS zei: 'Helemaal niet, Heer en Meester; zoals ik het nu zie was deze veel te gering vergeleken met onze grote domheid! -Maar ik heb nu een andere vraag, en dat is: Waar wij nu naar toe gaan!"
[9] IK zei: 'We zullen een zeer verborgen plaats bezoeken en daar rust nemen; want we hebben tot nu toe hard gewerkt. Op ingespannen arbeid moet ook rust volgen; laten we daarom maar flink doorlopen, dan zullen wij deze verborgen plaats spoedig bereiken! Daar zullen jullie Mijn engelen waarachtig zien opstijgen en neerdalen; laten we dus maar flink doorlopen!"
«« 259 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.