Het wezen van satan en van de materie

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 70 / 276 »»
[1] IK zeg: 'Wat je onder dit alles, wat nu nog onbegrijpelijk voor je is, moet verstaan, zul je vinden in het boek dat de jongen jou via Ruban heeft gegeven; overigens zouden de tegenstellingen zoals bijvoorbeeld geest en materie, leven en dood, liefde en haat, waarheid en leugen, je toch al een kleine vingerwijzing kunnen geven dat dit allemaal een ontstaansgrond moet hebben, omdat het anders nooit in de een of andere waarneembare verschijningsvorm zou kunnen treden!
[2] Als het kwaad niet een of andere ontstaansgrond zou hebben, waarvandaan zou het dan in het bewustzijn van de mensen moeten komen? Aan de hand hiervan zul jij met je geoefende hersens toch wel beginnen te zien dat niet alles -zoals: waarheid en leugen en meer van dergelijke tegenstellingen -het hoogste en beste Godswezen in de schoenen geschoven kan worden!
[3] Of kun jij aannemen dat God, de hoogste en diepste waarheid Zelf, leugenachtige neigingen in het hart van de mens heeft gelegd, opdat deze dan zondigt tegen Gods orde, en onrein wordt in alles wat hij zegt en doet? O, integendeel! God schiep de mens geestelijk naar Zijn evenbeeld, dus zuiver, waar en goed.
[4] Omdat de geestelijke mens echter ook voor zijn verdere bestaan om bepaalde redenen de weg van het vlees moest doormaken, moest hij dit aan de materie van de aarde ordenen, volgens de beschikking van de allerhoogste geest van God; terwille van de menselijke geest is in het vlees van de mens een tegenwicht gelegd dat die geest op de proef stelt, en dit tegenwicht heet verleiding!
[5] Deze huist echter niet alleen in het vlees van de mens, maar in alle materie; en omdat de materie niet datgene is wat zij schijnt te zijn, is ze ten opzichte van de mens die zichzelf op de proef stelt, leugen en bedrog, dus een schijngeest die er is en die niet is. Hij is er, omdat de verleidende materie er voor het vlees van de mens is; maar hij is er ook niet, omdat de materie niet is wat ze schijnt te zijn.
[6] Zie en begrijp het goed! Deze drog-geest, door en door leugen in zichzelf, is nu de geest van de hele wereld der materie en is datgene, wat 'satan' of 'de opperste duivel der duivels' heet. De 'duivels' echter zijn de afzonderlijke, specifieke, kwade geesten van de jou nu getoonde algemene geest van het kwaad
[7] Een mens die dus liefde opvat voor allerlei materie, en door zijn handelwijze daar geheel in opgaat, zondigt tegen Gods orde, die het bestaan van de mens alleen maar tijdelijk op een materiƫle bodem plaatste om met gebruikmaking van zijn geheel vrijgelaten wil er de strijd mee aan te gaan en sterk te worden voor de onsterfelijkheid. En het gevolg van de zonde is de dood, of het verloren gaan van al datgene, wat de ziel van de mens zich onrechtmatig uit de materie heeft toegeƫigend, omdat alle materie, zoals Ik je heb laten zien, als datgene wat het lijkt te zijn,.niets is:
[8] Als je dus houdt van de wereld en haar gewoel en je wilt verrijken met haar schatten, lijkje op een dwaas aan wie in alle ernst een mooie prachtige bruid wordt voorgesteld, die hij echter niet wil en naar wie hij ook geen verlangen koestert; maar die zich wel met het vuur van een blinde fanaticus op de schaduw van de bruid werpt en deze schaduw bovenmatig liefkoost! Maar als de bruid dan de dwaas zal verlaten, zal natuurlijk ook haar schaduw met haar meegaan! En wat zal er voor de dwaas dan overblijven? Natuurlijk niets!
[9] Wat zal hij dan jammeren, de dwaas, omdat hij heeft verloren wat hij zo liefhad! Maar dan zal men tegen hem zeggen: 'Blinde dwaas, waarom nam je dan niet de volle waarheid in plaats van de schaduw ervan, die toch duidelijk niets was?!' Wat kan de schaduw ook anders zijn dan een ontbreken van licht, dat iedere vaste vorm aan de aan het licht tegenovergestelde zijde veroorzaakt omdat de lichtstraal niet door de vaste en dichte massa kan dringen?
[10] Wat echter jouw schaduw voor jou is als je in het licht staat of loopt, dat is voor de geest alle materie met haar schatten! De materie is een noodzakelijk bedrog en in zichzelf een leugen, omdat ze niet datgene is, wat ze voor de zintuigen van het lichaam lijkt te zijn.
[11] Het is echter juist een gericht van de leugen en het bedrog, dat de materie zich voor de ogen van de geest als iets vergankelijks en alleen als een uiterlijk overeenkomstig schaduwbeeld van de innerlijke diepe waarheid moet manifesteren, terwijl ze volgens de blinde liefde van de ziel voor de wereld liever in een realiteit datgene zou blijven, wat ze lijkt te zijn. "
«« 70 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.