Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 105 / 248 »»
[1] IK zei: 'Beste vrouwen, jullie hebben werkelijk heel veel verstand! Hier op deze plaats zal Ik niet spreken maar in het huis van Jored, waar jullie naartoe kunnen gaan als je dat wilt. Maar Ik zegje bij voorbaat dat het erg moeilijk zal zijn vóór jullie bij jezelf erkennen zullen dat alleen je vlees sterfelijk is, maar nietje ziel. Dat komt doordat jullie je reeds vanaf je jeugd gebaseerd hebben op de materie van het vlees en daarna niets meer konden zien, voelen~ waarnemen en ondervinden dan alleen maar datgene wat de meest grove materie je voor je lichamelijke ogen plaatste. -Maar nu niets meer daarover!'
[2] Toen bedankten de vrouwen, hun kinderen en bedienden Mij nog eens voor wat Ik hier voor hen gedaan had en begaven zich daarna in hun zeer deftige huizen.
[3] Jored vroeg Mij echter of hij ze soms voor het middagmaal uit moest nodigen.
[4] IK zei: 'Bepaald niet, want Ik houd nergens minder van het gezelschap van zulke super intelligente vrouwen dan juist bij een maaltijd, want als hun tong eenmaal los komt, vergeten ze te eten en te drinken, en iemand zoals wij zou zeker niet aan het woord komen zonder eerst hun tong voor een poosje verlamd te hebben. Deze vijf vrouwen zouden werkelijk meer dan voldoende in staat zijn iemand letterlijk dood te praten.
[5] Ten eerste zijn het dochters van een zeer geleerde Griekse opperpriester van de god Apollo en de god Mercurius, dat wil zeggen volgens hun heidense begrippen.
[6] Ten tweede hebben zij een mentor gehad die heel goed thuis was in alle wetenschappen en die hun het hoofd pas goed op hol heeft gebracht, want hij wilde hun alle oude wijzen helemaal door en door leren kennen en begrijpen, maar bedacht daarbij niet dat al deze oude filosofen van de bekende volkeren en naties elkaar in hoge mate tegenspreken, en dat je, als je al deze wijzen kent en aanhangt, nooit tot een harmonisch levenssysteem komt, en dat zulke mensen alleen maar een soort hoogmoedige veelweters kunnen worden die uiteindelijk geen andere behoefte in zich voelen dan nu en dan te laten zien hoe zeer zij in alle kennis en ervaring boven ieder ander mens staan. En dat is ook bij deze vrouwen en zelfs reeds bij hun kinderen en bedienden het geval. Praat maar eens met zo'n bediende, dan zul je wel zien hoe vaardig hij met zijn tong is!
[7] Ten derde tenslotte zijn zij vrouwen van priesters en in zekere zin zelf priesteressen, en moeten daarom ex officio* (* Beroepshalve) zo verstandig en wijs zijn, dat geen enkel ander mens hen op een of andere wijze kan benaderen, -daarom gaan dan ook hun kinderen en bedienden hun als lichtende herauten, als uithangborden van hun wijsheid voor, zodat de mensen uiteindelijk zich zo moeten voelen dat ze zullen zeggen:'ja, als die al zo wijs zijn, hoe wijs zullen dan wel de priesters en priesteressen zelf zijn!' ja, Mijn vriend, bij die innerlijke levensgesteldheid verwaardigt de geest van hun mentor zich natuurlijk niet om bij hen zijn belofte in te lossen!
[8] Heb je niet gemerkt dat zij Mij nauwelijks bedankt hebben, en hoe zij meteen hun bedenkingen over de onsterfelijkheid van de ziel begonnen uit te kramen toen Ik hun beloofde dat Ik hen, als zij bij Mijn leer zouden blijven, ook altijd zou helpen en ook wil troosten en sterken als zij Mijn naam aan zouden roepen, die zij samen met de leer van hun mannen zouden horen?! Denk je soms, dat het er hun in ernst, echt uit het diepst van hun hart, om begonnen was een tegenargument te horen? O nee, het was hun er alleen maar om te doen Mij te laten zien, hoe buitengewoon wijs zij zijn en hoe bijzonder geschikt voor het oprichten van een nieuwe levensschool in Mijn naam! Nu zal je wel duidelijk zijn dat Ik juist bij het middagmaal niet graag met zulke vrouwen samen ben. Maar na de maaltijd kunnen ze wel komen, dat kun je hun door hun mannen laten zeggen.'
[9] JORED zei: 'Kijk, Heer en Meester, precies zo heb ik me deze vrouwen altijd al voorgesteld, en ik kon hen ook nooit zo erg goed lijden, omdat ze met hun kennis altijd minstens zo'n duizend jaar voor wilden lopen! Want als je iets vertelde wat je dan toch ook geleerd had en uit ervaring wist, kreeg je altijd te horen, ook al was het dan op heel vriendelijke toon: 'Ik verzoek dringend daarover op te houden, anders moeten we weggaan; want dat begrijp je niet en je zult het ook nooit begrijpen!' ja, zelfs hun mannen moesten zich behoorlijk in acht nemen om in een discussie met hen door hun vrouwen niet gecorrigeerd te worden. -Bij heel veel gelegenheden dacht ik dat zo bij mijzelf, en nu zie ik pas duidelijk dat mijn gevoelens mij niet bedrogen hebben, en ik zal hen dus zo ongeveer drie uur na de maaltijd bij mij ontbieden.'
[10] IK zei: 'Heel goed! Ga nu echter tegen de mannen zeggen dat Ik met één van hen een paar woorden wil wisselen!'
[11] Jored ging en riep de Minervapriester. En die kwam meteen naar Mij toe en vroeg Mij wat Ik van hem verlangde.
[12] En IK zei: 'Vriend, blijf vandaag op het midden van de dag thuis bij jullie vrouwen, anders geeft jullie aanwezigheid hier hun gelegenheid om Mij bij het middagmaal te overvallen met hun stereotype wijsheden, en dat wil Ik niet, want Ik heb aan tafel tijdens het eten graag rust! Maar om een uur of drie kunnen jullie met jullie zeergeleerde vrouwen wel komen. Geef ze echter eerst wat onderricht in die dingen die jullie al van Mij weten, opdat ze wanneer Ik spreek geen bedenkingen hebben of opmerkingen plaatsen! Want jullie vrouwen zijn aanhangers van de leerstellingen van Diogenes, en met hen is het moeilijk een diepgaand gesprek te voeren; zij zijn bovendien ook nog aanhangers van het scepticisme, en dat is nog erger! Doe dus wat Ik jullie nu gezegd heb! Zij zullen ons vanmiddag nog genoeg te stellen geven! ,
[13] De priester bedankte Mij voor deze raad en beloofde Mij dat hij het de vrouwen heel behoorlijk bij zou brengen, en hij stond ervoor in dat zij zich in de zaal van Jored heel bescheiden zouden gedragen.
[14] Toen ging hij weg en bracht de boodschap ook over aan zijn collega's, die het daar helemaal mee eens waren, hoewel het hun veelliever geweest zou zijn,als ze nu ook met ons weer naar Jored hadden kunnen gaan, omdat het nu al bijna midden op de dag was.
[15] Zo werd dan deze niet onbelangrijke zaak geregeld en het ergste deel van het heidendom van dit plaatsje op een betere en lichtere weg geplaatst.
«« 105 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.