Voorspelling van de Heer over het gericht over de joden. De vergankelijkheid van de materie

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 153 / 248 »»
[1] (DE HEER:) 'De joden van Jeruzalem moeten heel anders behandeld worden dan Galileeërs of Samaritanen of zelfs heidenen, en de laatstgenoemden weer heel anders naar gelang het land of de gemeente waar zij vandaan komen.
[2] Je moet vooral letten op hun natuurlijke en morele ontwikkeling. Pas als je die kent, kun je bepalen op welke manier je bepaalde mensen met succes kunt benaderen en hen voor de waarheid en voor het licht des levens kunt winnen. Daarom zouden wij hier in Jeruzalem heel slechte resultaten bereiken als wij met de middelen van Chotinodora, Malaves, Samosata, Serrhe en dergelijke, deze mensen tot het licht zouden willen bekeren.
[3] De heidenen zitten toch al tot ver over hun oren in het duisterste gericht. Als Ik daar een groot teken verricht om hun oude bijgeloof en hun oude gericht door een nieuw gericht te verbreken, schaadt hen dat niet, omdat zij door een zacht gericht van hun oude en harde bevrijd zijn geworden, en zich onder het nieuwe gericht helemaal vrij kunnen bewegen door hun geloof in God en door hun liefde tot Hem. Wanneer Ik echter hier in Jeruzalem - vooral nu in deze tijd -hetzelfde zou doen als aan de Eufraat, zouden er heel wat Joden van louter schrik en angst wegkwijnen en sterven, en dan zouden we niet zoveel mensen meer hebben om het evangelie aan te verkondigen. Die nog in leven bleven, zouden voor ons vluchten, en de priesters zouden huilen, vloeken en schreeuwen: 'Kijk, nu heeft Beëlzebub het werk van Jehova vernietigd! Wee ons! Jehova heeft ons, Zijn volk, verlaten en ons aan de duivels overgeleverd!'
[4] Ik heb voor hun ogen slechts een klein wonder gedaan, -en toen schreeuwden zij al dat Ik een sabbatschender en godloochenaar was en Mijn daden met behulp van Beëlzebub tot stand bracht! Wat zouden zij dan wel zeggen en vervolgens doen, als Ik nu in een flits de tempel met alles wat zich daarin bevindt, zou.vernietigen?! O, als Ik dat nu zou doen, zouden jullie gruwel op gruwel beleven en uiteindelijk zelfs heel snel vluchten. Maar omdat er geschreven staat, dat het heil van Jeruzalem zal uitgaan, moeten wij hier slechts door woorden werken, en tenslotte liever zelf de lichamelijke dood doorstaan dan dit volk met bovenaardse kracht aan te pakken, waardoor het lichamelijk en geestelijk zeker vernietigd zou worden.
[5] Ja, Ik zeg jullie: Deze stad en de tempel zullen op z'n hoogst binnen vijftig jaar zodanig worden vernietigd dat men helemaal niet meer zal weten waar de tempel heeft gestaan; dat zal echter gebeuren door de uiterlijke kracht van de Romeinen. Het zal een geweldige tuchtiging van God zijn, en de joden zullen naar alle windstreken verdreven worden, nooit meer een volk worden en door iedereen veracht bij de heidenen in ellende hun brood moeten verdienen. Dit land zal hun voor altijd ontnomen worden en door de heidenen in een woestijn worden veranderd!
[6] Maar deze grote bezoeking, die met zekerheid komt, zal het gemoed van de mensen in dit land toch niet zo verwoesten als het geval zou zijn wanneer Ik thans hun tempel zou laten verdwijnen; want het eerstgenoemde zullen zij toeschrijven aan de wreedheid van de Romeinen, en dan zullen er zich velen weer tot God bekeren. Maar het laatstgenoemde gericht zou hun de weg tot God geheel versperren; want zij zouden het uitleggen als een overduidelijk, onverzoenbaar gericht van Jehova, en ook voor vaststaand aannemen dat Hij Zijn grote, onverzoenlijke toorn juist daardoor te kennen had gegeven door voor hun ogen -en bovendien ook nog op een belangrijk feest! -de tempel met het allerheiligste zuiver door Beëlzebub te laten weghalen en hen zo allen aan hem over te leveren.
[7] Als het arme volk niet in het geding was, zouden wij ons alleen vanwege de priesters zeker geen ogenblik bedenken om de tempel op z'n minst te ontdoen van zijn kwalijke inhoud; maar terwille van het arme volk, dat toch erg aan de tempel hangt omdat het nog gelooft dat Gods geest daarin aanwezig is, willen en zullen wij hier absoluut geen verwoesting veroorzaken.
[8] Maar dit lichaam van Mij, als tempel van de ware geest van God, zal afgebroken en door Mij Zelf in drie dagen weer opgebouwd worden. En dat zal een kwader getuigenis tegen hen zijn en een erger gericht over hen die nu naar eigen willekeur in de tempel bezig zijn, dan wanneer Ik nu duizend van die tempels van hen uit de weg zou ruimen. Want wat er met Mijn tempel gaat gebeuren, zal alle gelovigen tegen de misdadigers in de tempel in het harnas jagen. Zij zullen zich van hen afkeren en steun bij de Romeinen vinden. Dat zal de rijke priesterkaste laaiend van woede maken tegen de Romeinen. Zij zullen heimelijk overal vandaan huurlingen aanwerven en de Romeinen uit het land willen verjagen. En kijk, dan zal hun einde komen! Denk er daarom nu niet verder over na; want alles zal zo gebeuren zoals Ik jullie nu van tevoren heb meegedeeld!
[9] Waarlijk, Ik zeg jullie: Deze aarde en deze sterrenhemel met al die werelden die je nu ziet, zullen eens ook vergaan, - maar Mijn woorden en degene die deze levend bezit, eeuwig niet! Want niemand gebruikt een werktuig langer dan dat het voor hem bruikbaar is; is het eenmaal totaal versleten, dan werpt men het weg en schaft men zich een nieuw aan. En kijk, Ik doe precies hetzelfde!
[10] Als iemand al vele jaren geestrijke wijn in een zak bewaart, zal hij die zak dan nog wel langer gebruiken, wanneer deze verteerd is en de wijn erdoor sijpelt? O nee, hij zal de oude zak wegdoen en er een nieuwe voor nemen. Kijk, datzelfde doe ook Ik, -zoals ook met een oude, vermolmde boom, en ook met een oude, voos geworden wereld. Want als al Mijn gedachten en ideeën die Ik in een wereld heb vastgelegd eenmaal in een vrij, zelfstandig, zuiver geestelijk leven zijn overgegaan, dan is zo'n aarde nog slechts een lege huls, die geen nieuw, sterk leven meer kan dragen en tot ontwikkeling kan brengen. Dan wordt de lege huls ontbonden, en in haar plaats komt een nieuwe met nieuwe levenskiemen gevulde aarde. Alles in tijd en ruimte veroudert, wordt zwak, sterft en vergaat; alleen de zuivere, denkende, scheppende geest blijft eeuwig.
«« 153 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.