Het lot van zelfmoordenaars. De leer verkondigen zonder het goede voorbeeld te geven is nutteloos. Geloof zonder werken is dood.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 163 / 248 »»
[1] Na de maaltijd stond echter EEN OUDSTE van de genoemde joodse Grieken op en zei tegen Mij: 'Heer, ik heb er tijdens het eten diep over nagedacht datje het lichamelijke leven helemaal niet moet liefhebben maar veeleer moet verachten en loslaten, om daardoor het leven van de ziel te verkrijgen en te behouden! Dat is me nu wel tamelijk duidelijk geworden; maar er blijft toch nog een punt over dat ik nog niet helemaal begrijp. Er zijn ook mensen die ware aartsvijanden van hun eigen leven zijn, en zichzelf doden als zij daar om de een of andere reden genoeg van krijgen. Die zouden dan toch zeker het leven van de ziel moeten verkrijgen! - Wat zegt U daar over?'
[2] IK zei: 'Heeft God hun dan het lichamelijke leven gegeven om te vernietigen?! Het leven van het lichaam is het middel dat God de mens gegeven heeft waardoor hij het leven van de ziel voor eeuwig kan en moet verkrijgen. Als hij echter het middel van te voren vernietigt, hoe moet hij dan het leven van zijn ziel behouden en eigenlijk eerst verkrijgen? Als een wever eerst zijn weefstoel stuk maakt en vernietigt, hoe kan hij dan daarna zijn linnen weven? Ik zegje: Zelfmoordenaars -uitgezonderd waanzinnigen -zullen moeilijk ooit of ook helemaal nooit het rijk van het eeuwige leven bezitten! Want als iemand eenmaal zo'n vijand van zijn leven is, heeft hij geen liefde voor het leven; een leven zonder liefde is echter geen leven, maar de dood. -Weetje nu waar je aan toe bent?'
[3] DE JOODSE GRIEK zei: 'Ja, Heer en Meester, nu is het mij duidelijk, en het zal voor mij ook een hoofdthema van Uw leer zijn, dat de mensen niet genoeg gepreekt kan worden!'
[4] IK zei: 'Heel goed, - maar vóór alles moet de prediker zelf helemaal volgens de orde zijn, alvorens hij iemand anders onderricht geeft; want anders is het onderricht zonder inhoud en laat het ook bij de leerling niets achter. Als iemand zelf ijverig doet wat hij leert, zullen ook zijn leerlingen zich inspannen om net zo volmaakt te worden als hun meester. Als de leerlingen echter meteen al hier en daar gebreken en onvolkomenheden aan hun meester ontdekken, zullen zij ook al gauw minder ijverig worden en tenslotte zeggen: 'De meester is zelf een stumper, - wat zal er van ons terechtkomen?!' En Ik zeg jullie: De leerlingen zullen zo'n meester al gauw de rug toekeren; want een stumper zijn is altijd iets alledaags en behoort nooit tot de sfeer van de kunst, en nog minder tot de sfeer der wijsheid. Daarom moeten jullie eerst zelf in alles volmaakt zijn, dat wil zeggen, in de leer en het toepassen daarvan, omdat jullie anders niet in staat zouden zijn ware verkondigers van Mijn evangelie te zijn.
[5] Stel dat er ergens nog een oude heldenschool bestond, waarin de sterkste en moedigste mensen tot oorlogshelden opgeleid werden. De meester zou bij hen vooral de nadruk leggen op de doodsverachting en zeggen dat een laf mens, die de dood vreest, nooit een echte held kan worden. Als het dan echter op een serieuze proef aan zou komen, waarbij de heldenmeester aan zijn leerlingen zou moeten tonen hoe men de dood koelbloedig tegemoet moet treden, en hij zou dan aarzelen en tenslotte zelf op de vlucht slaan, -zou dat zijn heldenleerlingen dan tot ware moed aansporen? Beslist niet, want de leerlingen zouden denken: ' Ach, hij wil ons alleen maar met goedgekozen woorden doodsverachting aanpraten; maar als het er op aankomt, is hij honderdmaal banger voor de dood dan de bangste van ons! Hij kan maar beter lafaards in plaats van helden opleiden!'
[6] Heel andere reacties zal de heldenmeester oproepen als hij ten aanschouwe van zijn leerlingen een gevecht aangaat met een leeuw, en deze door zijn kracht en behendigheid overwint en in het stof laat bijten. Dan zullen zijn leerlingen hem bewonderen en bij zichzelf steeds meer zin krijgen om zo gauw mogelijk ook zo'n gevecht aan te gaan. En de spreuk blijft steeds waar, dat alleen de geest van de daad leven brengt, de dode letter van het woord slechts doodt. Want wat zelfdood is, kan als zodanig geen leven schenken, maar de geest die door de levende daad aan de dag treedt, maakt alles levend.
[7] Ik zeg jullie: Niet zij zullen het rijk van God binnengaan die tegen Mij zullen zeggen: 'Heer, Heer!' maar alleen zij die de erkende wil van Mijn Vader in de hemel zullen doen! Het is niet genoeg dat iemand gelooft dat Ik Christus, de Gezalfde van God ben, maar hij moet ook doen wat Ik geleerd heb, anders heeft zijn geloof geen zin; want zonder de werken is het grootste geloof dood en geeft aan geen enkele ziel het eeuwige leven. -Besef dat allen goed en handel daarnaar, dan zullen jullie leven!'
[8] Na deze les van Mij vroeg niemand meer iets, want zij hadden allen genoeg om over na te denken en onder elkaar te bespreken.
«« 163 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.