De Romein vraagt de waard en Lazarus naar de wonderman Jezus

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 183 / 248 »»
[1] Na de overvloedige maaltijd begon het in de eetzaal pas rumoeriger te worden, en omdat de wijn de vreemdelingen ook meer moed gaf, begonnen zij steeds opnieuw over hun oude thema van de nieuwe profeet, en ONZE VOORAANSTAANDE ROMEIN wendde zich tot onze waard en vroeg hem: 'Beste waard, je zult het me toch niet kwalijk nemen als ik je om iets heel speciaals vraag! ?
[2] Kijk, vanuit Judea heeft zich zelfs tot Rome de mare verspreid dat ergens in de joodse landen een buitengewoon man, een soort profeet, is opgestaan, die toekomstige zaken voorspelt, en aan wiens wil alle natuurkrachten volkomen moeten gehoorzamen! Lang wilden wij dat niet geloven, maar er kwamen pas kort geleden van zeer betrouwbare zijde opnieuw berichten naar Rome en dus ook bij mij -omdat ik een van de voornaamste patriciërs van Rome ben -, en ik en al deze vrienden van mij, die ook tot de aanzienlijksten van Rome horen, dachten: Iets ervan moet toch waar zijn, -maar wat? Schepen hebben we genoeg en zeelieden bij honderden, laten we een reis naar Azië maken en wel naar Judea! Daar zullen we het gemakkelijkst ervaren wat er van waar is!
[3] Wel, we vertrokken veertien dagen geleden, hadden ten dele een redelijk gunstige wind en zijn nu hier! Maar merkwaardig genoeg, in Rome kwamen we duidelijk meer aan de weet dan hier in het land waar de wonderman zich op moet houden! Degenen, die we onderweg daarnaar gevraagd hebben, wisten of helemaal niets of nauwelijks meer dan wat wij uit Rome meegebracht hebben.
[4] Jeruzalem, als hoofdstad van dit land moest dan toch wel het eerst alles over deze zaak weten! Daarom komen we ook juist hierheen. Maar ook hier is álles stil! Onze prettige gids die we vandaag alleen aangenomen hebben om ons de stad te laten zien, heeft ons weliswaar nog het meest verteld, maar voor zo'n buitengewone zaak kunnen we dat beslist niet voldoende vinden. Daarom heb ik me nu voor deze aangelegenheid tot u gericht om te vragen of u ons meer daarover kunt vertellen. Zeg me eens! Bestaat er in Judea zo'n man, en wat doet hij? Wat vindt u van hem?'
[5] De waard keek Mij aan en vroeg Mij in zekere zin met zijn ogen of hij Mij bekend mocht maken. Maar hij hoorde in zichzelf het duidelijke antwoord: 'Nu nog niet, zij zullen Mij later zelfwel herkennen!'
[6] Daarop zei DE WAARD tegen de Romein: 'Ja, zeer geachte vriend, die man bestaat precies zoals u dat in Rome heeft horen vertellen; maar onze meer dan zelfzuchtige en heerszuchtige priesters zijn hem en ook ieder die hem goed kent in hoge mate vijandig gezind, en daarom kunnen we, om onze huid te sparen, beter niet zo erg veel of te luid over hem spreken.
[7] Ik ken u natuurlijk helemaal niet en weet ook niet met welk doel u eigenlijk nu meer informatie wilt hebben, u zult het mij voorlopig dus ten goede moeten houden als ik u nu niet meer over hem kan zeggen dan: Hij bestaat precies zoals hij u in Rome beschreven is; maar waar hij nu is, en wat hij doet, kan en mag ik u niet verraden.
[8] Ook deze heer hier, die thans eigenaar is van de hele oude stad Bethanië, evenals deze berg met deze herberg, kent hem zeer goed en weet wat de grote man presteert! Hij kan ook volkomen naar waarheid getuigen dat de wonderman nog bestaat en actief is; maar over het waar zal ook hij zwijgen. Wij weten wel dat al onze priesters, die zichzelf voor goden houden, hem eeuwig niets kunnen doen; maar wij willen ondanks dat alle opzien vermijden, om rust van de giftige priesters te hebben. Meer kan en mag ik u met zeggen.
[9] DE ROMEIN zei: 'Daar ben ik ook al tevreden mee; alleen zou ik nog door u, heer des huizes, deze uitspraak bevestigd willen zien! Wat zegt u over de beroemde man?'
[10] LAZARUS zei: 'Wat de waard tegen u zei, is waar, en meer kan en mag ook ik u niet zeggen! Maar omdat u morgen en ook overmorgen nog niet afreist, kan het heel goed gebeuren dat u Hem, als u goeds met Hem voor hebt, nog gemakkelijk persoonlijk zult leren kennen! Want Hij komt graag bij degenen die rechtschapen zijn en een waarachtige goede wil hebben; maar verraders haat Hij, niet om Zichzelf, maar vanwege hun eigen, verwerpelijke slechtheid. Zijn wil is zo krachtig, dat Hij slechts hoeft te willen en dat wat Hij wil, gebeurt ogenblikkelijk. Hij zou bijvoorbeeld kunnen willen dat deze hele aarde niet meer bestond en dan is zij er ook niet meer! Hij vreest ook geen vijand; maar is hem niet vijandig gezind, niet, omdat Hij een vijand ook maar enigszins zou vrezen, maar omdat Hij Zelf wil dat de mensen zich alleen maar toeleggen op de wederzijdse liefde. Daarom zijn grote vijanden van de mensheid Hem een gruwel, en wee degene, die Zijn rechtvaardige toorn treft! Kortom, Hij is de wijste, beste en machtigste, waarachtige godmens op de hele aarde! Meer hoef ik u niet te zeggen.
[11] DE ROMEIN zei: 'Daar ben ik al volkomen tevreden mee! U kunt er van verzekerd zijn, dat wij allen alleen maar bezield met de beste bedoelingen voor de bijzondere man hierheen gekomen zijn! Als we al onze schatten bij ons zouden hebben die wij voor het grootste deel in ons schip hebben achtergelaten, zou ik die allemaal als onderpand geven voor onze goede plannen met de beroemde man! Maar je kunt ons wel vertrouwen, want een echte Romein doet alles openlijk en veracht achterbaksheid. Stel dat wij hem ook maar ergens ontmoeten, dan zal hij onze achting voor hem niet slechts door woorden en diepe buigingen, maar door krachtige, belangrijke daden leren kennen!'
[12] LAZARUS antwoordde: 'Met goud, zilver en edelstenen hoeft u bij Hem echter niet aan te komen, want als Hij iets wenst, kan Hij Zelf bergen in blinkend goud veranderen! Voor Hem geldt niets anders dan slechts een zuiver en goed hart. Wie Hem met deze grootste schat tegemoetkomt, is Zijn vriend, en voor hem doet Hij ook alles waarvan Hij ziet dat de ander het nodig heeft. Maar goud en zilver kan men beter thuislaten, want Hij haat het omdat het de mensen hard en slecht maakt. Alles, wat voor de wereld groot en schitterend genoemd kan worden, is in Zijn ogen een gruwel. Nu weet u hoe Hij is; gedraag u daarnaar als u Hem zult vinden, dan zal Hij u graag Zijn liefde, de waarheid en het eeuwige leven geven!'
«« 183 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.