Lazarus vertelt de Romeinen over de Heer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 184 / 248 »»
[1] DE ROMEIN zei: 'Ik kan aan u zien dat u de waarheid spreekt en niet liegt, en ons verlangen om de bijzondere man persoonlijk te leren kennen is daardoor nog groter geworden. Als hij echter ongetwijfeld zo is als u beiden ons met dezelfde woorden beschreven heeft, dan zou hij zich zelfs gemakkelijk tot koning der Joden kunnen opwerpen. Want dan zou toch de macht van zijn wil al voldoende zijn om ons Romeinen weg te jagen en het daarna ook zo te regelen dat er in 't vervolg nooit meer een Romein in het land zou komen! Wij Romeinen weten ook al sinds lang dat alle joden volgens de tekst van hun oude profeten op een grote koning wachten. Uiteindelijk kon het wel eens zo zijn dat hun langdurige hoop door deze grote man volledig vervuld is, en dat wij Romeinen op een mooie morgen er door zijn almachtige godenwil bliksemsnel uitgewerkt worden! Wat denkt u daarvan?'
[2] LAZARUS zei toen: 'Daar hoeven de Romeinen bij Hem beslist nooit of te nimmer bang voor te zijn; want ten eerste is Hij een groot vriend van de Romeinen, en ten tweede moet de voorspelling van de oude profeten zo opgevat worden dat Hij in de verste verte niet van plan is om als Messias, die nu naar waarheid volgens de oude profetieën gekomen is, een aards rijk op deze aarde te vestigen, maar om een geestelijk rijk van liefde en ware wijsheid van God te vestigen voor alle mensen van de aarde die Zijn leer over God, over Zijn hemelrijk en het eeuwige leven van de ziel na de lichamelijke dood aannemen en volgens Zijn bekendgemaakte wil zullen leven en werken. Kijk, dat is Zijn zuivere en ware bedoeling; maar van een verdrijving van de Romeinen uit dit land is bij Hem al heel zeker nooit sprake!
[3] Ja, dat heel veel geestelijk blinde joden dit geloven, kan ik zeker niet bestrijden; maar zonder uitzondering houden zij onze grote man daar niet voor. En als Hij tegen hen zegt dat Hij de Beloofde is, geloven zij Hem toch niet, ondanks alle wonderen die Hij hun laat zien, maar beschuldigen Hem nog van godslastering, en noemen Hem een sabbatschender, en als het nu mogelijk zou zijn, zouden zij de eersten zijn die Hem zouden doden! Wat ik u hier zeg is de volle waarheid, en u hoeft in ieder geval niet in het minst bang te zijn dat Hij ooit de joden van u Romeinen bevrijden zal, eerder het tegendeel!'
[4] DE ROMEIN zei: 'Wel, in dat geval kan hij maar beter naar Rome gaan; daar zal men hem beslist op handen dragen en verafgoden! Wat doet zo'n groot en uniek man bij de maar al te bekende domme Joden, die zich Voor Gods kinderen houden, maar in hun denken, spreken en handelen dommer zijn dan de Scythen uit het noorden?!'
[5] LAZARUS zei: 'Als Hij dat in Zijn ondoorgrondelijke, diepe wijsheid zou willen, zou Hij ook allang in Rome geweest zijn! Wie zou Zijn almachtige wil hebben kunnen weerstaan?! Maar Hij zal wel weten waarom Hij voornamelijk alleen maar bij ons joden blijft! Wij mensen zijn allemaal te dom om tegen Hem te kunnen zeggen: 'Heer, doe dit, of doe dat!'; want Hij alleen is waarachtig een Heer in alle wijsheid en alle macht. Wie kan Hem dan iets raden?!'
[6] DE ROMEIN zei: 'Ja, in dat geval zal er moeilijk met hem te praten en te onderhandelen zijn! Nu, hoe het ook zij, wij zullen hem toch in hoge mate dankbaar zijn als hij ons slechts één keer waardig zou achten om hem ergens te zien te krijgen! U beiden zullen wij echter goed weten te belonen als u ons op een af andere wijze gelegenheid zoudt geven om hem te zien! ,
[7] LAZARUS zei: 'Dat zou erg lichtzinnig van u zijn! Want als ik en mijn waard hebzuchtig zouden zijn, zou het niet zo moeilijk zijn iemand over te halen om tegen goede betaling zich aan u voor te doen als de grote man; en als u hem zoudt vragen of hij. de grote wonderman was, zou hij u dan ook een heel goed en waar klinkend antwoord kunnen geven, -want ook daarvoor zouden wij al van tevoren kunnen zorgen. Kijk, dat zou van u dus niet slim zijn en van ons slecht! U zult hem wel uit u zelf herkennen, zonder dat wij om uw klinkende beloning te verdienen u zouden moeten zeggen: Kijk, die of die is het!'
[8] Toen de Romein dat antwoord van Lazarus hoorde, loofde hij hem en prees hem als een zeldzaam verstandig, eerzaam man.
«« 184 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.