De vergankelijkheid van de materie

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 20 / 248 »»
[1] (DE HEER:) 'Maar breng Mij nu een steen zo groot en zo hard je maar ergens kunt vinden en hier kunt brengen, dan zal Ik jullie allen wat laten zien!'
[2] Daarop stond LAZARUS snel op van zijn zitplaats en kwam al gauw binnen met een stuk kwarts, dat ongeveer tien pond zwaar en zeer hard was, en hij legde het voor Mij op tafel en zei: 'Heer, hier hebt U een bijzonder harde steen! ,
[3] IK zei toen: 'Dat is uitstekend, want hij is net zo hard als de harten van de tempeldienaren in Jeruzalem en de oude muren van de tempel; die kan Ik heel goed gebruiken!
[4] Allen waren nu erg benieuwd naar wat Ik met de steen zou doen.
[5] Maar Ik zei: 'Luister! Wij zijn vandaag op de dag na sabbat opgewekt en vrolijk bij elkaar, en waarom zouden we dat ook niet zijn?! Want jullie hebben Mij begrepen en herkend, hoewel dat met veel moeite en offers gepaard ging, en dus heb ook Ik jullie aanvaard! Jullie zijn vrijgemaakt van ieder gericht, omdat jullie jezelf uiteindelijk geheel uit vrije wil op het enig ware en goede hebben gericht. En dus kan Ik jullie nu, zonder afbreuk te doen aan jullie vrije inzicht en jullie vrije wil, hier wel een teken geven van Mijn innerlijke goddelijkheid. Houd nu dus alles heel goed in het oog! Wat zou gemakkelijker zijn, denken jullie: deze steen enkel door Mijn wil in een oogwenk vernietigen, of de tempel met alles wat daar in is, dood en levend, op gelijke wijze vernietigen? Controleer eerst nog de steen, zodat niemand kan zeggen dat hij op een of andere wijze vooraf geprepareerd was!'
[6] Toen zeiden ALLEN: '0 Heer, dat is hier niet nodig, want wij kennen deze steen allang! Hij is door een visser vanwege zijn mooie, ronde vorm uit de Jordaan hierheen gebracht.'
[7] IK zei: 'Goed, zeg dan wat gemakkelijker voor Mij zou zijn: deze steen te vernietigen of de tempel!'
[8] Toen zei EEN van de - nu Grieken: 'Heer, wij denken dat dat voor U vrijwel geen verschil zal uitmaken; want ons komt zowel het een als het ander, zuiver menselijk gezien, even onmogelijk voor! Wij hebben weliswaar verschillende malen gezien dat Egyptische magiërs ook stenen lieten verdwijnen, maar wij merkten al gauw hoe de zaak in elkaar zat toen wij dezelfde stenen daarna weer terugzagen, en het duurde niet lang of wij deden precies dezelfde truc heel handig na. Wij lachten onszelf uit en vroegen ons af hoe het mogelijk was dat wij aanvankelijk zelf geloofden dat het een echt wonder was.
[9] Maar dit hier is iets wat daar hemelhoog bovenuit gaat! Dit is een echte steen en de hardste die er maar bij ons te vinden is. De Grieken verstaan weliswaar de kunst deze steen in het vuur te smelten en er het kostbare glas uit te bereiden, wat vóór hen, ten tijde van de eerste farao's, reeds de Phoeniciërs gekund moeten hebben, -daarbij verandert de steen. echter alleen in een andere stof. Maar om zo'n steen enkel door de pure wil totaal te vernietigen, daartoe behoort goddelijke kracht, waarvan wij zwakke mensen ons nooit een zuivere en heldere voorstelling zullen kunnen maken!'
[10] IK zei: 'Wel goed dan! Let nu allen goed op dat Ik de steen niet aanraak, maar er alleen tegen zeg: Oud gericht, hef jezelf op!'
[11] Op hetzelfde ogenblik dat Ik dat zei, was van de steen geen spoor meer te bekennen.
[12] Toen sloegen ALLEN de handen van verbazing ineen en schreeuwden letterlijk: 'Ja, ja, dat kan alleen maar een zuiver goddelijke kracht! Zoiets is ongekend!'
[13] IK zei: 'Zoals nu deze steen enkel door Mijn wil opgelost werd in zijn oerelementen, zo zou Ik dat ook kunnen doen met de tempel, met alle bergen, met de aarde, met zon en maan en met alle sterren, en deze oplossen in hun oorspronkelijke, letterlijke niets, dat wil zeggen in pure gedachten van God, die ook geen realiteit zijn zolang zij niet door de liefde en door de almachtige wil van God hun werkelijke vorm en vastheld krijgen. In God heerst niet het principe van verwoesten en vernietigen, maar in Zijn eeuwige orde heerst het behoud van alle eenmaal geschapen dingen, echter niet in het voortdurende gericht van de materie, maar ongericht, dus vrij in geest en leven. Daarom is en mag ook geen enkele materie in deze gerichte wereld duurzaam zijn. Alles bestaat slechts gedurende een bepaalde tijd, lost daarna geleidelijk aan op en gaat volgens de orde over in het geestelijke, duurzame en onvergankelijke.
[14] De materie is een graf van het gericht en de tijdelijke dood en de dode geesten in deze graven moeten ook Mijn stem horen en Mijn wil gehoorzamen, zoals jullie nu gezien hebben. En zoals deze steen nu plotseling is opgelost, zo zal het ook stukje bij beetje met de hele aarde gaan, en dan zal daaruit een nieuwe, geestelijke, onvergankelijke aarde ontstaan vol leven en geluk voor haar geestelijke bewoners, en er zal gericht noch dood op haar hemelse velden heersen; want zij zal ontstaan uit het leven van allen die uit haar ontstaan en op haar geboren zijn.
[15] Jullie hebben nu de macht van de goddelijke wil in Mij gezien, en Jeruzalem en de tempel zouden het allang verdiend hebben dat Ik met de tempel zou doen wat Ik nu met de steen heb gedaan. Maar nee, de tempel moet blijven en doorgaan tot het zijn tijd is. Door zijn werken zal hij zichzelf vernietigen, maar niet zoals Ik deze steen vernietigd heb, die daardoor slechts overgegaan is in een vrijer bestaan van de specifica, die daarmee een vrij geestelijk zieleleven hebben gekregen. De tempel echter vernietigt zichzelf als een zelfmoordenaar, wiens ziel daardoor in een nog zwaarder gericht en in een veelvoudige dood overgaat! Daarom laten we hen begaan tot de maat van hun tijd vol is, opdat zij later niet kunnen zeggen:'Jullie hebben ons niet gewaarschuwd en toch vernietigd. -Begrijpen jullie nu dit teken dat Ik voor jullie ogen heb verricht?
[16] DE GRIEKEN zeiden: 'Heer, dit is een zeer veelzeggend teken; wij begrijpen het wel ten dele, -maar het helemaal doorzien, dat kunt U alleen; ons zal dat misschien aan gene zijde pas door Uw genade mogelijk worden! Waarlijk, het was een heel belangrijk teken en de betekenis ervan is oneindig groot, hoe gering het er eerst ook uitzag! -Maar omdat U, o Heer, vandaag in zo'n goede stemming schijnt te zijn, zouden wij U, niet bij wijze van proef, maar slechts als gunst, willen vragen om ons te vertellen hoe U, zo gezegd, uit het niets iets in het leven roept'
«« 20 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.