De valse leraren van het evangelie

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 22 / 248 »»
[1] Toen vroegen DE LEERLINGEN: 'Heer, hoe is dat mogelijk? Want wij zullen het doorgeven zoals wij het ontvangen hebben, en die het van ons zullen ontvangen, zullen het niet verontreinigen. Daar zal Uw goddelijke hulp uit de hemelen immers alles aan kunnen doen!'
[2] IK zeg: 'Dat begrijpen jullie nu nog niet! Er zijn in de aarde, op de aarde en in de lucht nog niet uitgezuiverde, boosaardige geesten, die er steeds op uit zijn het vlees van de mens te bemachtigen. Zij zijn noodzakelijke uitwassen van het oude gericht van de aarde, die naar gelijkgestemden zoeken onder de kinderen van deze wereld en hun zintuigen heimelijk benaderen. Dat vinden de kinderen van deze wereld prettig en zij volgen de geheime verlokkingen van zulke geesten.
[3] Zulke kinderen van de wereld pakken dan alles aan wat maar de aandacht trekt in deze wereld. Omdat zij echter de ware geest niet hebben vanwege het feit dat zij kinderen van deze wereld zijn, zetten zij de zaken waarmee zij veel aardse goederen denken te verkrijgen, volgens hun eigen blindheid en wereldwijsheid met grote uiterlijke praal en uiterlijke waardigheid en luister op, en lokken dan vele, ook betere geesten naar zich toe.
[4] Kijk, dat is dan al een grote en grove verontreiniging van een nog zo zuivere leer! En omdat de zuivere leer slechts heel weinig aardse voordelen biedt, maar alleen geestelijke, terwijl de onzuivere leer naast de voorgewende, geestelijke goederen haar aanhangers vooral het zekere vooruit zicht geeft op grote aardse voordelen, zullen jullie wel zo ongeveer begrijpen hoe ook na verloop van tijd de zuiverste leer verontreinigd kan worden.
[5] Wees dus op je hoede! Want mettertijd zullen nog tijdens jullie aanwezigheid op aarde vele valse profeten en leraren opstaan en uiterst hard en brutaal schreeuwen: 'Kijk, hier is Christus (waarheid uit God) , en dáár is Hij!, en zij zullen zelfs op de manier van de Essenen grote tekenen doen, en wel zodanig dat zij, als Ik het zou toelaten, zelfs jullie, uitverkoren eerste leerlingen, zouden beetnemen. Luister niet naar hen, maar bestraf hen in Mijn naam vanwege hun leugens, en maan hen tot deemoed en het aannemen van de waarheid uit God, dan zullen jullie en jullie ware leerlingen de zuivere weg bewandelen!
[6] De dingen waaraan jullie hen heel gemakkelijk zult herkennen zijn: grootsprekerij, grote en grove onrechtmatige aanspraak op goddelijke krachten, die zij nooit gehad hebben en op deze wereld nooit zullen hebben, verder grote pracht en praal, mystieke luister zoals bij de heidenen, en een uitermate grote heerszucht, en eveneens een onverzadigbare zucht naar de schatten en goederen van deze wereld. Aan deze behoorlijk concrete kenmerken zullen zij hopelijk toch niet moeilijk te herkennen zijn."
[7] Toen zeiden ALLEN en ook de leerlingen: '0, zolang wij op de wereld zijn, zullen wij hen wel herkennen; daarna kunnen onze eigen leerlingen hen zelfwel op gelijke wijze beoordelen en als zodanig herkennen, en U zult Uw ware leerlingen toch niet in de steek laten!'
[8] IK zei: 'Ik zal in de geest bij hen blijven tot aan het einde van deze wereld! Maar voor vandaag zijn er genoeg tekenen en lessen geweest.
[9] Van nu af aan zal Ik gedurende de hele winter behalve het genezen van zieken geen andere tekenen meer doen en geen onderricht meer geven; want nu hebben jullie aan datgene wat jullie reeds ontvangen hebben voldoende. Als jullie iets niet begrijpen, dan ben Ik bij jullie. Jullie, Mijn leerlingen, moeten echter gedurende deze tijd af en toe deze nieuwe leerlingen onderwijzen!
[10] Morgen en de rest van de dagen tot aan de sabbat zullen wij hier in dit huis rust houden; maar op de sabbat zullen wij naar Bethlehem gaan en daar een aantal zieken genezen. Daarna zullen we een paar dagen bij onze waard doorbrengen en vervolgens ook bij Mijn Lazarus, en zo beurtelings tot halverwege de winter. Daarna bezoeken wij Kisjonah en komen voor het Paasfeest weer hierheen. Dan pas zullen wij met een groot gezelschap en nieuwe leerlingen weer naar Galilea gaan, waar Ik opnieuw zal gaan onderwijzen en werkzaam zal zijn.
[11] Maar breng nu lampen, dan zullen wij bij brood en wijn vrolijk zijn en ook meteen aan deze tafels onze nachtrust genieten!'
[12] Met dit voorstel was iedereen het eens, echter niemand bespeurde enige slaap en dus werd er tot na middernacht over van alles gesproken, wat echter geen waarde voor de mensheid in het algemeen heeft en kan hebben; Zelf heb Ik meermalen met mensen die Mij lief waren van alles besproken, en Ik gaf hun in allerlei huishoudelijke zaken raad, hetgeen natuurlijk niet in het evangelie thuishoort. ook Mijn leerlingen deden dat, wat hen bij de mensen erg gezien en geliefd maakte; want het is ook naastenliefde als men mensen die zorgen hebben en ondeskundig zijn, in allerlei goede en nuttige zaken bijstaat.
[13] 's Morgens waren wij al een half uur voor zonsopgang weer op. Al gauw werd een licht morgenmaal gebruikt, waarna wij naar buiten gingen en over allerlei dingen spraken. En zo ging het door tot aan de sabbat.
[14] Wij bezochten ook verscheidene buren van Lazarus, die het veel genoegen deed Mij te zien en te spreken; onder deze buren bevond zich echter geen enkele vriend van de tempel.
[15] De twintig Joodse Grieken werden niet herkend, hoewel zij veel over de intriges van de tempel vertelden en zich daardoor bij de buren zeer geliefd maakten.
«« 22 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.