Reine en onreine spijzen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 222 / 248 »»
[1] Terwijl de groep Farizeeën zich met de leerlingen bezig hield, sprak Ik met Lazarus en zijn waard over heel gewone aardse zaken. De vele aanwezige tollenaren met hun aanhang luisterden echter aandachtig naar alles wat Ik met Lazarus en zijn waard besprak en staken daar veel uit op wat zij bij hun landbouw en hun veeteelt goed konden gebruiken.
[2] Ik wees hen op veel wortelvruchten die zij door Mijn omschrijving goed konden herkennen, verbouwen en daarna als voedsel konden bereiden. Ook vertelde Ik hun hoe zij het vlees van varkens, herten, reeën, gemzen, gazellen, wilde en tamme hazen en een aantal vogels moesten klaarmaken om het te kunnen eten zonder dat het schadelijk voor hen was. Zo vertelde Ik hun ook, hoe en wanneer men die dieren het gemakkelijkst kon vangen en doden en hoe men het vlees ervan dan gemarineerd en goed gerookt voor langere tijd kon bewaren om er, indien nodig, van te eten.
[3] Dat hoorden ook de Romeinen, en onze AGRICOLA kwam van zijn tafel naar Mij toe en zei: 'Heer en Meester, ook van dit onderricht heb ik alles gehoord en het deed me heel veel genoegen dat U ons ook over dergelijke zaken inlicht! Kijk, wij zijn gewend de misdadigers in de kerkers rivier en zeekreeften te eten te geven! Deze dieren worden, wanneer ze gevangen kunnen worden, in zout water waaraan tijm is toegevoegd gekookt. Wanneer ze rood worden, zijn ze voldoende gekookt. Als ze zo klaargemaakt zijn, geeft men ze de gevangenen te eten. In het begin werden zij, zoals men weet, alleen door erge honger genoodzaakt dit voedsel te eten; maar na verloop van tijd smaakte deze kost hun erg goed, en zij werden tevens kerngezond, zagen er met de dag beter uit, en iedereen verheugde zich tenslotte op de kreeften. Degenen die hun straftijd achter de rug hadden, aten ook later vrijwel niets anders dan kreeften, als ze die tenminste konden krijgen. -Wat vindt U van die kost? Zou het raadzaam zijn dat ook andere mensen te laten eten?'
[4] IK zei: 'Ja zeker, - maar alleen in bepaalde jullie bekende maanden, en dan moeten ze natuurlijk vers zijn en levend! De bereidingswijze is heel goed. Maar rivierkreeften zijn beter dan die uit zee.'
[5] Daarmee was Agricola zeer tevreden.
[6] ENIGE LEERLINGEN zeiden toen onder elkaar: 'Kijk onze Heer en Meester nu toch eens! Over zulke dingen heeft Hij allang niets meer gezegd! Hoe kan het dat Hij dat nu toch wil?'
[7] Maar ook DE FARIZEEËN, die met de oudste leerlingen over Mij spraken, hoorden wat Ik zei, schudden hun hoofd en zeiden: 'Nu vertelt hij dingen die in strijd zijn met de wet van Mozes, en de Romeinen brengen daar niets tegenin, terwijl zij ons toch verweten dat wij de instellingen van Mozes verworpen hebben en vervangen hebben door die van ons! Weet hij dan niet wat Mozes heeft voorgeschreven, en dat het vlees van onreine dieren de mensen ook reeds verontreinigt als men het alleen maar aanraakt? Wat heeft de toebereiding er mee te maken! Wat onrein is, blijft ook bij de beste toebereiding onrein en verontreinigt degene die het eet! Wat, vreemd van hem dat hij zo praat!'
[8] JACOBUS zei heimelijk tegen Mij: 'Heer, hoort U niet hoe de Farizeeën u prijzen? Zeg toch iets terug!'
[9] IK zei: 'Wat maakt het Mij uit wat de blinde Farizeeën zeggen! Zij zijn blinde leiders van blinden! Als echter de ene blinde de andere leidt, vallen beiden in de greppel en de een kan de ander niet helpen. Let daarom niet op wat ze zeggen!'
[10] Dat hadden echter ook de Farizeeën gehoord en die begonnen zich af te vragen of Ik ook hen nu bedoeld had, terwijl ze toch gelovig waren geworden.
[11] Maar IK ging staan en zei tegen hen: 'Ja, het slaat ook op jullie! Blinde dwazen! Wat door de mond naar binnen gaat en via de mond in het lichaam terechtkomt en langs de natuurlijke weg weer het lichaam verlaat, verontreinigt de mens niet; maar wat door de mond uit het hart komt als slechte gedachten, slechte en onfatsoenlijke praatjes, eerroof, meineed, allerlei leugens, bedrog, nijd, gierigheid, ontucht, hoererij en echtbreuk en vraat en zwelgzucht, dat verontreinigt de hele mens ook als hij reine spijzen eet!
[12] Sla maar na in de Schrift dan zullen jullie wel vinden waarom Mozes alleen maar het gebruik van zuivere spijzen heeft aanbevolen! Dat deed hij vanwege jullie te grote belustheid op vlees en vanwege jullie buitensporige zinnelijkheid en geilheid. Ik zeg echter nu, dat voor degene die in zijn hart rein is ook al het andere rein is, maar voor degene die in zijn hart onrein is, alles onrein is.
[13] Wat je voor de noodzakelijke instandhouding van je lichaam eet of drinkt, zal je noch zalig noch ooit onzalig maken, maar alleen watje gelooft en hoe je handelt! Geloof je verkeerde dingen, dan kun je niets doen wat juist en werkelijk goed is; want dan is de waarheid niet in je. Maar daardoor zal je ziel niet in het gericht blijven, want dan zouden alle heidenen verloren zijn en daar is geen sprake van! Maar als je de waarheid hoort en ook begrijpt, en toch verkeerd handelt, zal de waarheid je richten, echter niet tot leven, maar tot de dood van je ziel! Want zoals het licht de dood van de nacht is, zo is ook de waarheid de dood van de leugen en de onwaarheid. Maar nu de dag van je ziel is gekomen, waarom wil je dan in de nacht van het gericht en van de dood terugkeren?!'
[14] DE SCHRIFTGELEERDE zei: 'Meester, ik weet wel dat u de waarheid spreekt; maar u heeft ons toch verweten dat wij de wetten van Mozes opgeheven en er andere voor in de plaats gesteld hebben! En kijk, wij bestrijden dat niet, omdat het werkelijk zo is. maar als u nu alle joden toestaat ook het vlees van de door Mozes genoemde onreine dieren te eten, nadat ze op een bepaalde manier bereid zijn, dan heft ook u immers op dit punt de wet van Mozes op, net zoals u die ook niet altijd zo streng gehouden heeft door ook op de sabbat zieken te genezen! Want er staat geschreven: 'Zes dagen zul je arbeiden, de zevende dag zul je rusten en aan God de Heer wijden!' Met welk recht doet u zoiets dan zelf?'
[15] IK zei: ' Als Ik Degene ben als wie Ik in deze wereld ben gekomen, dan doe Ik dat nu met precies hetzelfde recht als waarmee de Vader die in Mij is, eens Mozes in de woestijn voor jullie joden de wetten gaf. Ik hef echter, zoals jij denkt, beslist geen wet van Mozes op, maar Ik Zelf vervul de wet in alle opzichten. Ik laat jullie alleen maar jullie onbegrip zien ten aanzien van de beoordeling van de wetten van de profeet. Jullie houden je aan de letter, die doodt, en kennen de geest niet die levend maakt. Ik openbaar jullie nu echter de alles levendmakende geest; hoe kun je dan zeggen dat Ik de wet van Mozes ophef?
[16] Jullie letterzifters voeden met jullie letters wel de muggen en verslinden daarvoor kamelen; want als jullie je dan zo onwrikbaar letterlijk aan de wetten van Mozes willen houden, hoe kunnen jullie daarvoor dan voor veel geld en andere offers aan rijke joden dispensatie geven?!
[17] Zelf eten jullie zelfs op de sabbat gezuurd brood, jullie eten wild gevogelte en geven ook nog aan jullie apostelen verlof om alles te eten wat de mensen in een bepaald land eten. Het gaat jullie echter alleen maar om het aardse voordeel, en dat maakt nu juist datje de wet breekt; Ik geef de mensen echter nu uit pure liefde en mededogen deze raad en verlang voor die dispensatie geen offers en hef daarom de wet van Mozes niet op! Want als de mens, wanneer hij honger heeft, zijn lichaam verzadigt met wat voor eetbaar voedsel dan ook, zondigt hij tegen geen enkele wet van Mozes. Maar als een Jood puur uit smulpaperij en om zijn gehemelte onnodig te strelen, tot ergernis van zijn medemensen het vlees van onreine of gestikte dieren eet, terwijl hij voldoende vlees heeft van reine dieren, dan zondigt hij omdat hij zijn zwakke medemensen daarmee ergert
[18] Hiermee zeg Ik niets anders dan: Een mens kan indien nodig ook het vlees van al de door Mij aangegeven dieren eten en hoeft daar geen gewetenszaak van te maken; maar hij moet het eerst klaarmaken zoals Ik zojuist verteld heb, dan zal het hem niet schaden! Maar bloed, speciaal van gestikte dieren, moet niemand eten, omdat daarin veel kwade geesten verborgen zitten! Jullie weten dat wel, en toch eten jullie heimelijk het vlees van gestikte kippen, kalveren en lammeren, omdat het jullie beter smaakt en je daarvan bedwelmd en geil en tenslotte helemaal gevoelloos wordt.
[19] Denk eerst over jezelf na, over watje doet, en daarna kunnen jullie pas tegen Mij zeggen of Ik de wet van Mozes ophef! Hoe kun je tegen je buurman zeggen: 'Kom, laat mij de splinter uit je oog halen!', terwijl er in je eigen oog een behoorlijke balk zit?! Dwaas! Haal eerst de balk uit je eigen oog en kijk dan pas watje aan de splinter in het oog van je buurman kunt doen! Laat ieder eerst zijn eigen straatje vegen en dan pas naar zijn buurman gaan en zeggen: 'Voor mijn deur is het nu schoon, als je wilt, zal ik ook voor jouw deur vegen opdat de voorbijgangers zich niet ergeren aan ons vuil."
«« 222 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.