De geestelijke alomtegenwoordigheid van de Heer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 236 / 248 »»
[1] PHILIPPUS zei: 'Ja, Heer, als U altijd zo, zoals nu, bij ons zou blijven, dan zou het natuurlijk wel gaan; maar U zult volgens hetgeen U al meermalen gezegd hebt nog maar een korte tijd bij ons blijven, en dan zal het niet zo effectief gaan als nu, nu U zichtbaar onder ons werkzaam bent!'
[2] IK zei: 'Ik zal jullie in wezen wel verlaten, dat wil zeggen met het wezen van Mijn persoonlijkheid, omdat dat gebeuren moet om voor jullie, evenals voor allen die door jullie in Mij zullen geloven, een eeuwige, gelukzalige woonplaats te bereiden; maar met Mijn geest, die de oneindigheid vervult, blijf Ik bij jullie tot aan het einde van de wereld, en dat nog effectiever dan nu, en jullie zullen dan nog grotere dingen doen dan Ik Zelf nu doe.
[3] In wie Mijn leer, dus Mijn licht en daarom de eeuwige waarheid, huist, in hem huist ook Mijn kracht en Mijn macht. Wat willen jullie dan nog meer?'
[4] PHILIPPUS zei: 'U Zelf, Heer, omdat wij U boven alles liefhebben!'
[5] IK zei: 'Ook dat zal jullie volledig gegeven worden; want waarlijk, Ik zeg jullie: Waar er ooit slechts twee of drie ernstig in Mijn naam bijeen zullen zijn, daar zal ook Ik bij hen zijn, ofwel zichtbaar of waarneembaar werkend in de geest, en dat zal toch ook wel Mijn wezen zijn?!
[6] Kijk, in later tijden, als de mensen meer en meer in allerlei wetenschappen en kunsten bedreven zullen zijn dan ze nu zijn, dan zal Ik maar heel zelden zichtbaar bij hen verschijnen, maar des te intenser werken door Mijn geest. En Ik zeg jullie: Deze mensen zullen des te zaliger worden, omdat zij dat wat jullie nu zien, niet zien, maar toch zonder te twijfelen geloven en daarnaar zullen leven! Jullie hebben Mij lief omdat je Mij ziet; de mensen in de toekomende tijden echter, zullen Mij liefhebben zonder Mij ooit gezien te hebben. Hoezeer zullen zij Mij dan liefhebben als zij Mij in Mijn rijk zullen zien! Daarom heb Ik jullie al eens een beeld gegeven waarin gezegd werd: En zo zullen gemakkelijk de eersten de laatsten worden, en de laatsten de eersten! Want heus, er is meer voor nodig om niets te zien en toch te geloven en te leven volgens het geloof, dan alles te zien en dan pas te geloven en daarnaar te leven! Zijn jullie allen dat ook niet van mening?'
[7] Toen zei LAZARUS: 'Dat is beslist zo; want niets te zien en toch rotsvast te geloven, is duidelijk een grotere verdienste dan al die tekenen te zien en al die toespraken en leringen, die iemand met onweerstaanbare kracht tot geloof dwingen, uit de zuiver goddelijke mond te horen, en dan pas te geloven. En dus zal de zwakste in het geloof in O, o Heer, die toch gewetensvol daarnaar handelt, beslist eerder de hoogste hemel verdienen, dan een van ons, die het sterkste geloof heeft, de laagste hemel. O, dat is mij in ieder geval erg duidelijk!'
[8] De leerling ANDREAS zei toen: ' Mij nog niet! Kunnen wij er dan wat aan doen dat wij juist nu op de wereld zijn? We zullen in deze eerste zeer kritieke tijd toch last en hitte te dragen hebben, en moeten wij dan daarvoor buiten onze schuld de laatsten zijn? Dat klinkt echt wat vreemd!'
[9] IK zei: 'Dat klinkt alleen voor diegene vreemd, die Mijn woorden nog steeds niet begrijpt! Doet het er dan wat toe dat die mensen eventueel geacht worden als jullie eersten en jullie eersten niet meer dan de laatsten?! Of zul je, wanneer je eenmaal zalig in Mijn hemelen zult zijn, soms wat minder zalig zijn, als de laatste even zalig zal zijn als jij? Kijk eens, hoe blind je nog bent!
[10] Ik zeg jullie: Op aarde is jammer genoeg naijver, - maar in de hemel zal daarvan eeuwig niets meer naar voren komen; want een afgunstig mens zal daar niet binnenkomen.
[11] In de hemel zal alleen hij de eerste en de grootste zijn, die vindt dat hij zelf de minste en kleinste is; want laat datje glorie worden, datje allemaal in jullie hart aan de kinderen gelijk wordt! Wie in zijn hart niet wordt als de kinderen, zal niet binnen kunnen gaan in het rijk van God; want de weg naar de hemel is een heel smalle, en bezaaid met allerlei dorens. De grootste doornige hindernis is en blijft echter de hoogmoed en het hele legioen wat daarvan afgeleid is.
[12] Laat ieder zich daarom hoeden voor eerzucht, omdat dat de vader is van de nijd, de zelfzucht en tenslotte, als hij voedsel vindt, van de grootste hoogmoed, die zijn oervaderland in de hel heeft! - Heb jij, leerling van Mij, dat begrepen?'
[13] ANDREAS zei: 'O ja, en ik dank U, o Heer, uit de grond van mijn hart voor deze les van U, die o zo heilzaam is!'
[14] IK zei: 'Alles is alweer in orde. Wie daarnaar handelt, zal het eeuwige leven oogsten.'
«« 236 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.