Lazarus wil de zondaars helpen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 241 / 248 »»
[1] Maar toen zeiden DE FARIZEEËN EN SCHRIFTGELEERDEN, die in het geheim niet erg met de uitleg over de hel tevreden waren: ' Ah, daarover maken wij ons helemaal geen zorgen en wij laten dat aan Zijn goedheid en wijsheid over. We hebben immers gemopperd omdat Hij zoveel zondaars en tollenaars aannam, die toch ook echt geen hemelse geesten waren, dus zal Hij ook wel voor geesten die reeds werkelijk hels zijn een uitweg hebben! Want in Zijn wijsheid zal nog heel veel verborgen liggen wat Hij ons niet zal openbaren. Wat wij nodig hebben zal Hij ons openbaren; wat we echter beslist niet nodig hebben, daar moeten we ons ook niet druk over maken. Als een duivel uit eigen wil zo blind en dom is en als hij geen licht wil aannemen, -wel, laat hem dan in eeuwigheid duivel blijven! Als hij voortdurend de gelegenheid heeft zich te verbeteren, en het hem niet aan begrip en verstand en ook niet aan wil daarvoor ontbreekt, maar als hij toch het goede en ware niet wil en het in zekere zin een eer vindt tegen de wil van God in te gaan, wel, laat die nar dat dan doen zolang hem dat waarschijnlijk plezier verschaft, en God en alle zalige heiligen zullen daarbij niets verliezen! -Dat is zo onze heel nuchtere mening.'
[2] LAZARUS zei: 'Ja, ja, jullie mening is volkomen juist, en de Romeinen hebben ook helemaal gelijk als zij zeggen: 'Hem die het zelf wil, geschiedt geen onrecht! ' , maar ik zeg: Zo spreekt toch alleen maar de droge wereldse rechtsfilosofie. Maar als ik een mens zie die zich uit vertwijfeling van het leven wil beroven, of ik zie een echt onervaren mens die giftige bessen verzamelt om op te eten, dan is het toch mijn menselijke plicht niet maar iedereen te laten doen wat hij zich voorgenomen heeft, maar hem daar heel ernstig van af te houden en hem te vertellen welke gevolgen het een en ander voor hem kan hebben.
[3] Natuurlijk, als ik niet weet of zie dat er ergens voor een mens door zijn handelwijze gevaar dreigt, dan heb ik ook geen gevoel voor hem en kan ik hem ook niet helpen; maar als ik het zie, weet en voel, dan mag ik een mens, al is hij nog zo dom en eigenzinnig, niet door zijn eigen wil aan de ondergang prijsgeven, en het kan een voelend hart niet onverschillig laten of er tussen duizend mensen negenhonderd negenennegentig verloren gaan of niet. En ik kan daarom al diegenen alleen slechts prijzen die het hard en treurig te moede wordt als zij beseffen dat er zo ontzettend velen zo goed als voor eeuwig verloren zijn, en ik vind het nu ook heel natuurlijk dat deze edel voelende mensen zich op die wijze voor de Heer uitgesproken hebben. Want van Hem kan men toch wel met het volste vertrouwen verwachten, dat Hij ons in dit opzicht een juiste verklaring, ook al is het door een of ander beeld, zal geven. -Heer, heb ik juist geoordeeld of niet?'
[4] IK zei: 'M'n beste broeder Lazarus, je hebt heel juist geoordeeld! Ook al mopperen alle Farizeeën en schriftgeleerden daarover, toch ben Ik alleen de Heer, en kan doen wat Ik wil, en niemand kan Mij ter verantwoording roepen en zeggen: 'Heer, waarom doet U dit of dat?'
[5] Ik zal jullie echter over de ware barmhartigheid van God een paar voorbeelden geven, en oordelen jullie dan zelf aan de hand daarvan, hoe het daarmee staat. -Luister dus naar Mij!'
«« 241 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.