De bekwaamheid en de daden van de drie wijzen

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 38 / 248 »»
[1] IK zei: 'Dat is allemaal heel mooi en prijzenswaardig van u, maar men vertelde toch dat de drie wijzen die het in Bethlehem geboren wonderkind bezocht hebben, later -al ongeveer vijftien jaar geleden - gestorven zijn. Hoe komt het dan dat u nog leeft en nog overal in de wereld actief bent?'
[2] Daarop zei DE OUDSTE: 'Edele vriend, bij ons in ons land kan men vijfmaar ook zevenmaal sterven en daarna, opnieuw tot leven gebracht, weer verder leven. Dat brengen daar de lucht, de aarde en haar geesten, de wonderkruiden en onze krachten ontleend aan de geheime krachten van de natuur, teweeg.
[3] Maar toen wij destijds in Bethlehem waren, bevonden er zich nog drie geesten in ons, stammend uit de oertijd van de mensen van deze aarde*; (* Zie: 'Die geistige Sonne' deel 2, hfst.15, 17 en 18: Adam, Kaïn en Abraham) zij zijn nu niet meer in ons en met ons verbonden, wij zijn nu vrij en alleen.
[4] Toen deze geesten ons verlieten, leek het uiterlijk of wij gestorven waren; maar onze geesten maakten ons weer levend, en wij leven nu weer heel goed verder voor ons zelf en zullen nog geruime tijd verder leven. Maar als dit lichaam eens helemaal onbruikbaar zal worden, zullen wij niet zoals de arme mensen hier in dit land, erbarmelijk sterven, maar wij zullen bij vol bewustzijn zelf vrijwillig ons lichaam verlaten en dan als geesten voortleven en ook -werken onder mensen zoals wij. Kijk, edele, grote meester, zo staan bij ons de zaken omdat wij nog een onbedorven oer en natuurvolk zijn.'
[5] IK zei: 'Dat weet Ik wel, en Ik weet ook dat er op deze aarde nog een paar van zulke volkeren zijn, waar Ik beslist niets tegenin te brengen heb, en Ik neem dan ook aan dat u die drie wijzen uit het verre morgenland bent die het in Bethlehem in een schapestal geboren wonderkind bezocht hebben, en nu weer teruggekomen bent om de wonderkoning te bezoeken die uit dit kind is gegroeid om hem weer uw eerbied te betuigen, wat ontegenzeggelijk erg prijzenswaardig van u is.
[6] Maar Ik vroeg u ook, wat u dan op uw verre reizen zo allemaal voor kunsten en werkzaamheden verricht, en wat voor nut u daar dan van heeft. Daarover moet u Mij ook iets vertellen, opdat in ieder geval deze leerlingen van Mij ook iets van u kunnen leren. Daarna zal Ik u over Mijzelf wat meer vertellen.'
[7] DE OUDSTE zei: 'Ja, grote meester, als u alles doet wat wij over u gehoord hebben, dan zullen uw leerlingen bepaald niet zo erg veel van ons leren; maar omdat u dat wenst, kan ik u wel het voornaamste vertellen. Het eerste en de eigenlijke hoofdzaak is voor ons, de mensen uit de sterren veel dingen te voorspellen waar ze wat aan hebben, en dat gebeurt dan meestal ook. Weliswaar komt het daarbij, eerlijk gezegd, meer aan op een vernuftige positie van de woorden dan op de positie van de sterren die, behalve die van het handjevol planeten, toch altijd onveranderd blijft.
[8] Alleen bij de geboorte van het joodse wonderkind, toen wij nog min of meer door die bepaalde geesten bewoond werden, hebben wij in het westen wel heel vreemde posities van de sterren gezien en ook een ster van bijzondere grootte die naar het westen toe een lange staart had, en omdat wij ook goed waarnamen dat deze ster juist naar het westen toe sneller bewoog dan de andere sterren, dachten wij dat er in het avondland iets groots gebeurd moest zijn. En weldra lazen wij in de sterren alsof er geschreven stond:'Bij de Joden is een nieuwe koning geboren, die een rijk zal vestigen dat nooit in der eeuwigheid zal eindigen, en hij zal heersen over alle volkeren der aarde!'
[9] Wel, wat daar geschreven stond was niet verzonnen, en wij kozen toen onze reis precies volgens de beweging van de ster die ons bij de juiste stad en op de juiste plaats leek te blijven staan, en daar vonden wij werkelijk een geboorte waarbij alle mogelijke wonderen waren gebeurd, zodat wij geen moment konden twijfelen of we wel op de juiste plaats waren. Toen was dus onze uitleg van de sterren helemaal juist; voor de juistheid van de volgende en latere zouden wij eerlijk gezegd niet volledig in kunnen staan. Zo is het dus gesteld met onze sterrenwijsheid.
[10] Onze magie bestaat echter uit drie delen. Het eerste, voornaamste deel is het resultaat van onze vele proeven, experimenten en ervaringen, waardoor wij kennis kregen van en vertrouwd werden met de geheime krachten van de natuur, zodat wij in staat zijn duizend en één dingen en zaken ten uitvoer te brengen die de blinde en onwetende mensheid in stomme verbazing brengen en ons een groot aanzien en ook een groot inkomen bezorgen.
[11] Momenteel zijn wij in het bezit van een geheim om korrels te fabriceren die zeer licht ontvlambaar zijn, maar tijdens hun snelle ontvlammen in een gesloten ruimte zo 'n kracht ontwikkelen dat daardoor de sterkste en hardste rots met een grote knal in duizend stukken uit elkaar vliegt als men er van tevoren door een hiervoor gemaakte opening een paar pond van de genoemde korrels inbrengt en door een onzichtbare lont aansteekt. Om het volk te misleiden doen we wel alsof wij de rots bevelen uit elkaar te vliegen; maar uiteraard wordt dat alleen maar veroorzaakt door onze springkorrels, die wij al enige dagen van te voren heel ongemerkt op een geschikte plaats weten aan te brengen.
[12] En zo hebben wij nog een hoop van dit soort dingen waarvan de experimenten het onwetende volk in grote verbazing moeten brengen. Daartoe behoren ook onze vaardigheden met vuur, waarmee wij ook de bliksem en alle uitwerkingen daarvan bedrieglijk echt kunnen nabootsen. -Daaruit bestaat dus het eerste deel van onze magie.
[13] Het tweede deel is zuiver mechanisch, waarbij wij door bepaalde tot op heden nog onbekende machines ook bepaalde effecten teweegbrengen die iedere leek stomverbaasd doen staan omdat de oorzaak van het effect onbekend is en door niemand behalve ons verklaard kan worden.
[14] Het derde deel van onze magie heeft eigenlijk niets om het lijf omdat het alleen maar door bepaalde geheime afspraken tot stand komt. Bij het volk baart het echter vrijwel het meeste opzien, hoewel er niets anders achter steekt dan een bepaalde aangeleerde vaardigheid en behendigheid. - Dat zijn dus de drie delen waaruit onze magie bestaat.
[15] Verder zijn wij echter ook geneesheer en kunnen door geheime middelen met het beste geweten van de wereld heel veel ziekten genezen, lastig ongedierte van allerlei aard verdelgen, en alle soorten gevaarlijke dieren op de vlucht jagen of temmen, -en met deze bekwaamheid hebben wij de mensen ook al heel wat goede diensten bewezen. -En hiermee heeft u, grote meester, nu in het kort een overzicht van alles wat wij kunnen. Maar nu vragen wij ook u, of u ons wat meer over uzelf wilt vertellen.'
«« 38 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.