De Farizeeën in Bethanië

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)

«« 5 / 248 »»
[1] Ik kon daar ditmaal niet lang blijven, omdat er uit Jeruzalem voortdurend te veel vooraanstaande joden naar toe kwamen, waaronder ook van die mensen die niet in Mij geloofden. Ik aanvaardde hier slechts gedurende drie dagen de vriendelijke zorgen, verkondigde echter niets en deed ook niets vanwege de ongelovige joden.
[2] Wel zijn er nogal wat mensen bij Mij gekomen die Mij over allerlei zaken wilden uithoren, maar IK zei heel eenvoudig tegen hen: 'Daar is het hier de plaats en de tijd niet voor! Wat u echter moet weten, heb Ik tegen iedereen in de tempel gezegd en meer hebt u voorlopig niet nodig!'
[3] Daarop keerde Ik hun Mijn rug toe en ging met Lazarus en de waard naar buiten, waar wij veel over de uitspattingen van de tempeldienaren en over hun optreden tegen het volk spraken, en de waard, die zeer gelovig geworden was, vond geen woorden genoeg om Mij te prijzen, omdat Ik deze tempelhuichelaars zo ronduit de waarheid in hun gezicht had gezegd. En Lazarus, die reeds lang wist wie er achter Mij schuilging, was daar ook bijzender blij om.
[4] Toen wij zo, verschillende zaken onder elkaar besprekend, buiten rondwandelden, kwam Mijn leerling JOHANNES, Mijn gunsteling, naar ons toe en zei: 'Heer, wat moeten we nu doen? De joden die U daarnet in huis zo kortaf hebt afgescheept, en die U daarna meteen de rug toekeerde, zijn daarover nu zeer boos, zinnen op wraak en zeggen:'O wacht maar, we zullen snel korte metten maken met die trotse Messias van jou!' Wij probeerden hen te kalmeren, maar toen werd het alleen maar erger en ze dreigden onmiddellijk de wacht uit Jeruzalem te laten halen!'
[5] IK zei: 'Ga er naar toe en zeg hun dat Mijn tijd, waarover Ik jullie in Galilea al vaker voorspellingen heb gedaan, nog niet gekomen is; laat ze daarom de wacht maar halen en bij die gelegenheid de macht en de eer van de Zoon van God nog beter leren kennen! Ga en vertel hun dat! ,
[6] Verheugd ging Johannes op weg naar de trotse en overmoedige joden en bracht alles woordelijk over. Daarop werden zij woedend en schreeuwden (DE JODEN): 'Wij zullen wel eens zien hoe ver de macht van deze Nazareeër reikt!'
[7] Daarop renden er zo 'n twintig man de deur uit om de wacht uit Jeruzalem te halen.
[8] Maar Ik wilde niet dat het vriendelijke gezin van Lazarus zoiets zou moeten meemaken; daarom liet Ik de woestelingen vanaf het huis welgeteld honderd passen rennen waarna Ik hun voeten meteen liet verstijven. Zij spanden zich daarop erg in om verder te komen; maar tegen Mijn wil in was dat beslist onmogelijk. Toen begonnen zij te schreeuwen en te jammeren en om hulp te roepen. Dat werden de betere mensen, die zich reeds in de tempel aan Mijn zijde geschaard hadden, gewaar en zij gingen erheen en vroegen hun waarom zij daar nu bleven staan en zo erbarmelijk om hulp riepen.
[9] Toen riepen de AAN DE GROND GENAGELDE MANNEN tandenknarsend: 'Luister, wij zijn vastgenageld aan de grond waarop wij staan, en onze benen zijn plotseling zo stijf geworden als een standbeeld! Welke boze geest heeft ons dat aangedaan? O help ons uit deze verschrikkelijke toestand!'
[10] Maar DE GOEDE MENSEN zeiden: 'jullie hebben degene die vandaag op de sabbat de zieke genas, uitgescholden voor sabbatschenner en godslasteraar, wat hij niet had verdiend! Zouden jullie nu echter nog niet duizend maal ergere sabbatschenners geworden zijn als jullie, vanwege jullie kwade hoogmoed, als priesters ook nog persoonlijk de wacht gehaald zouden hebben om de hand aan deze onschuldige te slaan en daardoor het achtenswaardige huis van Lazarus een slechte reputatie te bezorgen?! Wij burgers, die geen priesters zijn van Jeruzalem, zeggen nu echter tegen jullie, slechte priesters: Waarachtig, om die reden heeft Gods straf jullie hier zichtbaar achterhaald! Nu pas zijn wij er helemaal van overtuigd dat de verheven Galileeër precies dat is wat hij vandaag volkomen naar waarheid in.de tempel over zichzelf heeft gezegd! Alleen Hij, als Zoon van Degene Die jullie hier gestraft heeft, kan jullie helpen, en verder niemand in de hele wereld! Vraag het Hem en bekeer je tot het goede en ware, anders kunnen jullie hier net als de vrouw van Lot tot aan de jongste dag blijven staan!'
[11] Deze woorden hielpen en DE AAN DE GROND GENAGELDE MANNEN riepen: 'Breng hem dan hier, dan zullen wij doen wat hij van ons verlangt!'
[12] Daarop gingen de burgers terug naar het huls van Lazarus en troffen Mij daar nog aan, en zij vertelden Mij vlug de hele geschiedenis. .
[13] Maar IK zei tegen hen: Deze mannen, .die voor Mij de wacht uit de stad wilden halen, moeten nu maar een poosje zelf op wacht staan, dan zal hun verder de lust wel vergaan om een volgende keer hun starre hoogmoed op een dergelijke wijze bot te vieren! Wij zullen eerst nog voor zonsondergang een versterkend maal gebruiken en daarna pas kijken wat er met de door God gekluisterden mogelijk is. Want de mens moet als hij honger heeft op de sabbat ook eten, en niet pas nadat de zon is ondergegaan; want wat heeft de zon nu met de sabbat te maken en wat heeft de joodse domme sabbat te maken met de zon?! Is de zon op een sabbat dan beter en eerbaarder dan op een andere dag, terwijl toch iedere dag een dag des Heren is, en niet alleen de sabbat?! Laten we daarom aan tafel gaan en het ons daarbij goed laten smaken!'
[14] Lazarus en zijn beide zusters waren daarover buiten zichzelf van vreugde en er werd ook meteen rijkelijk opgediend, en wij begonnen te eten en te drinken en waren daarbij heel opgewekt.
[15] Pas na een paar uur, toen wij allen volkomen verzadigd waren, zei Ik tegen Lazarus: 'Broeder, nu gaan wij naar de gekluisterden om te zien wat er met hen aan te vangen is! Waarlijk, als ze ook maar een beetje weerspannig zijn, zullen ze wat Mij betreft tot zonsopgang daar blijven staan en daarbij leren inzien dat de Zoon van God geen getuigenverklaringen en geen eer van mensen nodig heeft! Laten wij nu dus naar hen toegaan!'
[16] Wij stonden van tafel op en gingen naar hen toe.
«« 5 / 248 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.