Het arbeidsveld van de apostelen en de kinderen Gods aan gene zijde

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 129 / 229 »»
[1] In de tenten rustten wij allemaal goed uit, en de nieuwe dag begon met een heldere ochtend. Ik en Petrus, Johannes en Jacobus stonden al ruim een half uur voor zonsopgang op en aanschouwden de uit haar slaap ontwakende natuur. De vogels waren al druk bezig en begroetten met hun veelsoortige gezang de weldra opgaande zon; in het oosten prijkten rozige wolkjes met gouden randen; de toppen van de hoge bergen gloeiden, en uit het dal van de Jordaan stegen geleidelijk aan witte nevels op. Ook een heel ordelijke vlucht kraanvogels kwam uit de richting van Galilea, maar boog weldra naar het westen om; want de geur van de Dode Zee, die nog geweldig dampte, dwong de scherpzinnige luchtdieren om naar het westen te vliegen, in de richting van de zee. En zo waren er nog een aantal taferelen en verschijnselen die een mooie herfstmorgen begeleiden, waarvan de langslapers niets zagen, omdat die dingen gewoonlijk alleen te zien zijn voordat de zon opgaat.
[2] Johannes zei opgetogen over de prachtige morgen: 'Heer, zullen er eens in Uw hemelen ook zulke prachtige ochtenden zijn?'
[3] Ik zei: 'Wel niet zulke, maar daar zullen de ochtenden nog onnoemelijk heerlijker zijn en langer duren; want deze ochtend kun je niet verlengen, : n:aar de hemelse kan en zal een eeuwige zijn. Want Ik zeg jullie wat Ik jullie al vaak heb gezegd: Geen vleselijk oog heeft ooit gezien en geen hart ondervonden wat God allemaal voor hemelse vreugden bereid heeft voor hen die Hem liefhebben. Jullie zouden in deze aardse toestand niet in staat zijn ook maar de geringste daarvan te verdragen; maar als Mijn geest jullie eenmaal helemaal doordrongen zal hebben, dan zullen jullie wel in staat zijn ook de ochtend van Mijn hemel met uitbundige gelukzaligheid te verdragen!'
[4] Johannes zei: 'Heer, zullen we ook in de hemel deze aarde te zien krijgen?'
[5] )k zei: 'Niet alleen deze, maar nog eindeloos veel andere; want jullie, als Mijn kinderen en lichamelijk gezien Mijn broeders, zullen de hele oneindige schepping met Mij gaan regeren en moeten natuurlijk zien wat je zult regeren!'
[6] Johannes zei nog: 'Heer, wat voor geesten regeren dan nu in Uw opdracht de oneindigheid van Uw scheppingen? Het is duidelijk dat U de hoofd en oerregeerder bent; maar aan Uw zijde staan, net als onze Rafaël, talloze legioenen zeer machtige engelen. Zijn zij het, die U bij het verzorgen van Uw eindeloze scheppingen volgens Uw wil dienen, of zijn er nog oneindig veel meer? Wat zullen die dan doen als wij eenmaal de genade ontvangen om aan Uw zijde de oneindige schepping mee te verzorgen?'
[7] Ik zei: 'O Mijn lieve Johannes, je weet nog maar weinig van de dingen van Gods rijk en je bent er nog echt kinderlijk in! Is de geest van Mijn Vader die in Mij is, dan niet de regeerder van eeuwigheid tot eeuwigheid? Alle engelen zijn vervuld van deze geest, die overal alles in alles is en moet zijn! Als jullie volmaakt zijn, kunnen jullie dan soms door een andere geest dan de Mijne volmaakt worden?
[8] Kijk, er zijn weloneindig veel geschapen zielen; maar alle volmaakte zielen zijn slechts van één geest doordrongen en zij hebben door deze geest het eeuwige leven, de wijsheid, liefde, macht en kracht en kunnen daardoor dan net als Ik werkzaam zijn in de hemelen en ook als medebestuurders van de werelden en hun schepselen in de stoffelijke en oneindige ruimten.
[9] Maar dat alles en nog eindeloos veel andere dingen zul je pas inzien en duidelijk begrijpen wanneer je volmaakt bent, wat al gauw zal gebeuren, nadat Ik van deze wereld ben opgestegen in Mijn volmaakt goddelijke en ook in jullie goddelijke of naar en in Mijn God en naar en in jullie God.
[10] Want Ikzelf moet eerst volledig in Mij, in God, de Vader van Eeuwigheid, zijn, om jullie dan Mijn geest te kunnen zenden en geven. Pas als die zal komen, zal hij jullie inwijden in alle waarheden, die voor jullie nu nog onbegrijpelijk zijn; en jullie zullen daarna hetzelfde en nog grotere dingen doen dan Ik nu Zelf doe. Hoe dat echter mogelijk is, zal Mijn geest, die jullie zielen zal verlichten, jullie dan leren.
[11] Maar nu beginnen ook de anderen die hier aanwezig zijn, wakker te worden en zullen ook al gauw op de been zijn. De zon komt juist boven de horizon, laten we ons daarom nu wat rustig houden en kijken naar de verschijnselen, die tijdens het opgaan van de zon weliswaar vaak voorkomen, maar die toch het karakter hebben van iets nieuws en zeldzaams, zoals vrijwel geen ander verschijnsel in de natuur van deze aarde!
[12] Daar komen de drie magiërs ook al naar boven, die vannacht, toen wij de noodzakelijke rust namen, toch naar beneden naar hun mensen in de stad zijn gegaan en hun nog enkele uren lang verteld hebben over alles wat zij hier gezien, meegemaakt en gehoord hebben. Die drie mensen zullen ons vandaag nog heel goede diensten bewijzen bij een aantal domme Farizeeën, die vanmiddag als onuitgenodigde gasten uit Jeruzalem naar Emmaüs zullen komen, en zij zullen heel goede vrienden worden van de volmaakte mensen uit het binnenland van Achter-Egypte. Maar nu even rust!'
[13] Wij hielden ons nu heel rustig en de andere gasten werden wakker en alles werd levendiger .
«« 129 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.