Het vertrek naar Emmaüs

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 130 / 229 »»
[1] Nu kwam ook onze Lazarus in gezelschap van Rafaël het huis uit. Hij kwam meteen op ons toe en wilde wat zeggen; maar Rafaël gaf hem een teken en zei, dat Ik nog wat rust wilde houden. Toen hield Lazarus zich in en wachtte tot het Mij schikte. Maar Mijn rust duurde nog slechts enkele ogenblikken; Ik riep Zelf Lazarus bij Me en vroeg hem of hij nu eerst voor een goed en zuiver morgenmaal wilde zorgen. Dat deed hij direct en hij zette al zijn mensen aan het werk. Het duurde natuurlijk nog geen uur eer het ochtendmaal gereed was.
[2] Rafaël bood hem bij deze gelegenheid veel hulp, maar dit keer op een veel natuurlijker manier dan anders en daarom schoot Lazarus ook vlugger op dan anders, wanneer hij op natuurlijke wijze zo'n grote maaltijd klaarmaakte .
[3] Helemaal langs bovennatuurlijke weg mocht het nu niet gebeuren vanwege de magiërs, die alles scherp in het oog hielden waarvan ze dachten dat Ik daar op de achtergrond wat mee te maken kon hebben.
[4] Toen de ochtendmaaltijd goed verzorgd op de tafels stond, kwam de waard van Lazarus, om hem een teken te geven dat het ochtendmaal reeds was opgediend.
[5] Lazarus gaf mij toen een wenk; maar Ik zei tegen hem: 'Broeder, dat had Ik ook wel zonder jouw wenk geweten; maar vanwege de vreemdelingen was jouw wenk toch wel goed, laten we dus opstaan en naar binnen gaan om het ochtendmaal te gebruiken!'
[6] Nadat Ik dat gezegd had, stond Ik ook meteen met de drie voornoemde leerlingen op en ging de grote eetzaal binnen, en alle aanwezigen volgden op uitnodiging van Lazarus Mijn voorbeeld;
[7] Sommige van Mijn leerlingen vroegen zich af wat Ik vandaag wel van plan mocht zijn, omdat alles wat haastig gebeurde. Maar zij kregen op die onnodige vragen helemaal geen antwoord van Mij, -kortom, Ik zat aan tafel, at en dronk en gaf niemand antwoord op wat voor vraag dan ook.
[8] Toen Ik al gauw met de maaltijd klaar was, vroeg Agricola Mij dan ook: 'Maar, Heer en Meester, ik begrijp U vandaag helemaal niet! Anders bent U steeds zo kalm en geduldig, maar vandaag gaat alles zo gehaast, dat U Zich niet eens de tijd gunt om rustig Uw maaltijd te gebruiken, zoals ik dat van U gewend ben. Wat bent U vandaag eigenlijk van plan?'
[9] Ik zei: 'Ik heb jullie immers gisteren al gezegd dat Ik vandaag bij Nikodemus in Emmaüs wil zijn en om Mij alleen bekende redenen ook moet zijn. Maar de weg daarheen is voor ons grote gezelschap wat bezwaarlijk; het zal verstandig zijn om daar langs verschillende wegen in groepen van hoogstens tien personen naartoe te gaan. Als we allemaal tegelijk in een grote stoet op weg gaan, zal dat al gauw aan de tempeldienaren overgebriefd worden en dan wordt Mij verhinderd vandaag te doen wat Ik moet doen. Ik zal daarom met Mijn leerlingen, echter alleen met deze drie, vooruitgaan, en wel langs een heel ongebruikelijke weg, om beslist niet door de tempeldienaren opgemerkt te worden; verdelen jullie je in groepen zoals Ik gezegd heb en ga er via verschillende wegen heen; na verloop van twee uur zijn we allemaal in het huis van Nikodemus.
[10] Ik herhaal het nog één keer voor jullie allemaal en zeg: Wees slim als slangen, maar inje hart toch zacht als duiven; want daar beneden huist een waar slangen en addergebroed, en dat moet met soortgelijke middelen in toom gehouden worden! Versta en begrijp dat allen goed en houd daar rekening mee, dan beleven jullie vandaag een zegenrijke dag tot grote zegen voor jullie zielen! Ik vertrek nu echter meteen. Petrus, Jacobus en Johannes gaan met Mij mee. Mijn dienaar Rafaël en Lazarus begeleiden onze slavenkinderen. Als jullie drie Indiërs nu ook tegelijk met Mij mee willen gaan, dan kunnen jullie nu vertrekken!'
[11] Toen het drietal dat hoorde, stonden zij heel verheugd van hun zitplaatsen op en begaven zich direct met Mij op weg.
[12] Toen Agricola dat zag, vroeg hij Mij of er bezwaar tegen was dat ook hij tegelijk met Mij naar Emmaüs ging; de andere Romeinen zouden dan afzonderlijk langs een andere weg gaan.
[13] Ik zei: 'Zoals je wilt; maar dan is ons aantal echt groot genoeg.'
[14] Dat deed Agricola veel genoegen.
[15] Wij vertrokken nu meteen, daalden de Olijfberg af en bevonden ons weldra op de grote weg die naar Emmaüs leidde en waar het vandaag, omdat het vrijdag was, heel stil was.
«« 130 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.