De Heer bij het arme gezin

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 134 / 229 »»
[1] Daarop wendde Ik mij tot de zieken en zei tegen hen: 'Hoe zijn jullie in deze ellendige toestand terechtgekomen? Vertel het terwille van hen die met Mij mee gekomen zijn!'
[2] De man, helemaal kromgegroeid door de jicht, zei: 'Heer, wij zijn altijd arme mensen geweest en verdienden ons brood met het werk van onze handen, en het verging ons daarbij heel goed; maar drie jaar geleden kregen we jicht, ik het eerst, later ook mijn vrouw, omdat zij te hard moest werken. Tot het Paasfeest van dit jaar woonden wij in de stad; maar onze weldoener stierf en er kwam een andere heer in het huis, die ons niet langer in huis wilde houden, omdat hij niets aan ons had. We bedelden bij andere mensen om onderdak; maar niemand wilde ons hebben vanwege onze ziekte en de kinderen. Er bleef ons niets anders over dan deze hut, die ons gegeven werd, te betrekken om niet helemaal buiten te hoeven leven en zelfs geen bescherming tegen regen en ander slecht weer te hebben. Dat het met onze ziekte in deze hut niet beter, maar van dag tot dag erger werd, is wel aan ons te zien. Dat we haast helemaal geen kleding hebben, komt omdat we het weinige dat we nog hadden, moesten verkopen voor wat brood. Maar nu hebben we niets meer en zijn we aan de hongerdood overgeleverd als er geen hulp komt. Aan God de Alwijze en Almachtige willen we alles overlaten; Hij zal wel weten waarom Hij ons in deze ellende heeft laten komen!
[3] Job heeft volgens de beschrijving veel moeten doorstaan, maar wij beslist nog meer! Want lijden moesten we al van kind af aan en blijde dagen hebben we maar weinige gekend; en nu, nu we al wat ouder geworden zijn en het van nature moeilijker gaat, zijn wij pas echt op het dieptepunt van al het aardse ongeluk beland! Als u, goede heren, ons ook maar ergens mee kunt helpen, .ontferm u dan over ons en help ons! De Heer in de hemel zal het u zeker vergelden.'
[4] Ik zei: 'Wij zijn immers hierheen gekomen om jullie de hulp te bieden waarnaar jullie zo hevig verlangen! Onthoud echter goed: Wie God liefheeft en wie Hij voor grote dingen bestemd heeft in het rijk van de geesten, die beproeft Hij ook sterker en zwaarder dan een ander mens, die Hij slechts voor kleine dingen bestemd heeft.
[5] Maar jullie aardse beproevingstijd is nu ten einde en nu zullen jullie ook op deze aarde nog eens gelukkig zijn, en jullie zeven kinderen, die nu nog zo zuiver als engelen zijn, goed opvoeden, opdat zij als mannen later niet onrein worden. En hierbij zeg Ik jullie nu ook: Sta op en wandel!'
[6] Ogenblikkelijk stonden de beide ouders als volkomen gezonde mensen op en zagen er ook onmiddellijk heel natuurlijk en goed uit.
[7] Zij verbaasden zich buitengewoon, en de man zei: 'O, wonderbare man! Wat heeft u met ons gedaan? Want zo gezond en sterk zijn wij vroeger immers nog nooit geweest! O, wie en wat bent u eigenlijk, dat u dat kunt? U bent of een grote door God gezonden profeet, of u bent een belichaamde engel; want dit werd tot op heden in Israël nog nooit gehoord. Wat voor medicijnen hebben al zoveel jichtlijders gebruikt, en het hielp hen niet en u zegt enkel tegen ons: 'Sta op en wandel!', en wij zijn ogenblikkelijk genezen. O, looft allen de God van Israël, dat Hij zo'n zuiver goddelijke kracht aan een mens heeft gegeven!'
[8] De zeven kinderen huilden ook van blijdschap toen zij hun ouders zo volkomen gezond voor zich zagen staan als nooit te voren en de oudste jongen zei: 'O, lieve ouders, ik heb het immers gehoord en jullie ook vaak gezegd: Als de nood het hoogst is, dan is ook Gods hulp het meest nabij voor diegenen die hulp bij Hem zochten. En juist vandaag heeft onze aardse nood het hoogste punt bereikt, -en Gods hulp is gekomen! Hem, de lieve, goede, heilige Vader in de hemel zij alle dank, alle lof en alle eer! Door het geluk dat onze lieve ouders nu weer gezond en sterk zijn geworden, is onze honger, die eerst zo groot was, nu bijna verdwenen! O, als we nu nog het hoogst nodige aan kleren zouden hebben, dan zouden we gauw weer een goed stuk brood kunnen verdienen!'
[9] Ik zei tegen de jongen: ' Achter die naar voren springende rots, die op een grot lijkt en die jullie tot nu toe als woning heeft gediend, zul je drie bundels vinden; breng die hier naar binnen, dan zullen jullie je meteen goed in de kleren kunnen steken!'
[10] Toen de jongen dat gehoord had, ging hij vlug met zijn broertjes en zusjes naar buiten en zij brachten drie bundels de hut binnen. De ouders maakten ze snel open en vonden daarin kleding voor zichzelf en voor hun kinderen. Toen waren de woorden van dank en lof en de vreugdetranen niet van de lucht, en ook aan verbazing van alle kanten ontbrak het niet.
[11] Maar deze mensen hadden ook al bijna twee dagen niets gegeten en waren dus hongerig.
[12] En Ik zei nogmaals tegen de kinderen: 'Kinderen ga nu nog een keer naar de plaats waar je zojuist de bundels met kleding hebt gevonden! Daar zul je nu ook brood en wijn vinden; breng alles naar binnen en sterk en verzadig je daarmee!'
[13] Toen renden de kinderen nogmaals naar buiten en vonden in een mand een aantal broden en kruiken wijn van de beste soort. Zij brachten hun vondst ook direct naar de hut, om zich ermee te verzadigden en te sterken. De ouders zeiden onder veel tranen van vreugde en dankbaarheid, dat zij zulk goed brood nog nooit geproefd en zulke goede wijn nog nooit gedronken hadden. Dat brood en die wijn moest beslist door de engelen uit Gods hemelen gebracht zijn; want op aarde zou zoiets puur hemels nooit groeien en gedijen, omdat de mensen daarvoor al te slecht en goddeloos waren.
[14] Maar Ik zei tegen hen: 'Mijn beste kinderen, eet en drink nu maar zonder zorgen en heb goede moed; want God heeft jullie zwaar beproefd, en jullie hebben zonder morren in volle overgave aan Gods wil alles gedragen wat over jullie is gekomen. God heeft jullie echter ook nu, toen jullie nood het hoogtepunt bereikte, op wonderbare wijze snel geholpen, en deze hulp zal bij jullie blijven, niet alleen tijdelijk tot aan het eind van jullie aardse leven, maar ook daarna voor eeuwig! Waarom jullie op deze aarde zo zwaar door God beproefd zijn, zal jullie pas duidelijk worden in het andere leven.'
«« 134 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.