De vermanende woorden van de Heer aan de noordse jeugd Over de engelen. Hemel en hel Het wezen van het innerlijke geestesoog

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 169 / 229 »»
[1] Hierna liep Ik een stukje verder naar de vijgeboom, plukte een aantal vijgen en at die op. Vervolgens bezocht Ik. de jeugd, die juist rustig bezig was met het eten. van brood en heerlijk fruit. Toen zij Mij zagen, stonden allen op en betuigden Mij op hartelijke wijze hun dank voor alle goede gaven die zij ontvangen hadden.
[2] Sommigen wilden Mij heel precies gaan vertellen wat zij van Mijn lessen en daden al allemaal begrepen hadden, en de zeven die op de Olijfberg een tijdje bij Mij waren en die Ik de gave had gegeven de Hebreeuwse taal te verstaan en ook te spreken, begonnen luid te getuigen dat Ik de Heer van hemel en aarde was en dat zij dat ook hun metgezellen al bijgebracht hadden.
[3] Ik prees hen en raadde hun aan dat geloof getrouw in hun hart te bewaren, en zich in de grote wereldstad Rome, waar zij zich weldra zouden bevinden, vooral niet door de grote wereldse pracht, de hoogmoed, de afgoden en de verleidingen te laten bekoren, maar in alles nauwgezet de lessen en waarschuwingen van de Romein op te volgen die hen allen, als een ware vader zijn kinderen, reeds binnen een paar dagen mee naar Rome zou nemen. Als zij zich in alles kuis en behoorlijk zouden gedragen, zou Ik Zelf buitengewoon veel genoegen aan hen beleven en hun allerlei gaven geven.
[4] Maar zij moesten ook steeds voor ogen houden dat Ik alziend en alwetend ben en dat Ik zelfs iedere gedachte ken, die een mens ergens nog zo verborgen in zichzelf denkt. Dat moest hen er altijd van weerhouden Iets tegen de wetten van de ware levensorde in te doen; want zoals Ik ieder mens die rein van hart is, graag allerlei mogelijke gaven uit de hemelen geef, moet ook iedere overtreder van de wijze wetten van de ware levensorde Mijn tuchtroede vrezen.
[5] 'Tot nu toe waren jullie', zei Ik verder tegen de jongeren, 'zo rein als Mijn engelen in de hemel, en dat was ook de reden waarom Ik jullie Zelf uit de harde banden van de slavernij heb bevrijd. Blijf echter ook in het vervolg zo rein, dan zullen Mijn engelen jullie begeleiden en tegen alle tegenspoed beschermen, en zij zullen jullie voorgaan en leiden op de levenswegen die naar Mijn hemel leiden! - M'n lieve kinderen, hebben jullie dit goed begrepen?'
[6] Toen zeiden allen, speciaal de zeven eersten: 'O lieve Vader en Heer, dat hebben wij nu heel goed begrepen en we zullen ons er ook nauwgezet aan houden! Maar hoe zien Uw engelen er dan uit en waar zijn Uw eigenlijke hemelen?'
[7] Ik zei: 'Kijk, de schijnbare jongeman die jullie tot nu toe in Mijn naam verzorgd heeft, is één van Mijn voornaamste engelen! Hij heeft hier terwille van de mensen wel een lichaam; maar dat kan hij oplossen, zodra hij maar wil. Als hij dat doet, sterft hij daardoor niet, maar leeft als zuivere geest net als Ik eeuwig verder en schept en werkt. Zoals nu deze krachtige en machtige engel waarover Ik sprak hier als enige is, zo zijn er in Mijn hemelen nog ontelbaar velen.
[8] Omdat jullie echter ook gevraagd hebben waar Mijn hemelen zich bevinden, zeg Ik jullie: Mijn hemelen bevinden zich overal waar vrome, zuivere en goede mensen en geesten zijn. Deze hele zichtbare ruimte, die nergens eindigt, is de hemel zonder eind of begin, maar alleen voor goede mensen en geesten. Waar echter boze mensen en geesten huizen, daar is die ruimte geen hemel, maar een hel, die het gericht is en de eeuwige dood, die zich in deze wereld vertoont als materie, welke op zichzelf ook een gericht is en dus dood is.
[9] Wie derhalve alleen aast op de schatten van de wereld, die zuiver materie, gericht, hel en dood is, gaat daardoor ook met zijn ziel in de dood. Alle boze geesten houden zich dan ook merendeels op in de materie van deze aarde; de goede en reine geesten bewonen steeds de zuivere lichtruimten van de vrije etherruimte.
[10] Opdat jullie, M'n lieve reine kinderen, je daarvan ook een blijvende voorstelling kunnen maken, zal Ik nu voor enkele ogenblikken jullie innerlijke geestesoog openen, omdat jullie daar toch al een bijzondere aanleg voor hebben, en jullie zullen dan als het ware vanaf deze aarde in Mijn hemel kijken!'
[11] Toen vroeg één van de kinderen nog: 'O, lieve Vader en Heer, wat is dan het innerlijke geestesoog?'
[12] Ik zei: 'Kijk, kinderen, als jullie slapen, is jullie lichamelijke oog gesloten, en toch zie je in je heldere dromen allerlei wonderlijke streken, mensen, dieren en bomen, bloemen, struiken en sterren en nog allerlei andere dingen helderder en zuiverder dan je de dingen van deze wereld met je lichamelijke ogen ziet! Kijk, alles wat je in je dromen ziet, is geestelijk, en zie je met je innerlijke geestesoog. Als je echter wakke rbent, is en blijft je innerlijke geestesoog gesloten, en geen gewoon mens kan het, zoals het lichamelijke oog, naar believen openen, -wat Ik om een heel wijze reden zo heb ingesteld!
[13] Maar Ik kan, als Ik wil, bij ieder mens ook op ieder ogenblik het innerlijke oog openen, en dan kan hij het geestelijke en natuurlijke tegelijk zien, en dat zal Ik nu ook bij jullie doen als een ervaring die voor altijd in je ziel moet blijven geprent. En dus wil Ik dat jullie Mijn hemelen zullen zien!'
[14] Toen Ik dat gezegd had, zagen allen ook reeds ontelbare engelen om zich heen, die heel vriendelijk met hen spraken en hen tot het goede aanspoorden. Tegelijkertijd zagen zij echter ook, alsof zij door de materie van de aarde heenkeken, een aantallelijke, ongelukkige wezens die er alleen maar op uit waren zich steeds dieper in de materie te verschansen en te. begraven. Ook zagen zij in de etherruimten prachtige landschappen en hier en daar zelfs schitterende en wonderbaarlijk mooie gebouwen, waarover zij erg verbaasd waren. In die streken werden zij ook door engelen in de geest rondgeleid, die hun veel lieten zien en ook uitlegden.
[15] Na een poosje nep Ik allen echter weer in hun aardse bewustzijn terug en vroeg hun hoe dit allemaal hun bevallen was.
[16] Maar zij konden geen woorden vinden om te beschrijven wat zij daar allemaal aan wonderlijk moois gezien hadden; en vooral het vrouwelijke deel vroeg MIJ of Ik hun nog een tijdje die hemelse schoonheden wilde laten zien.
[17] Maar Ik zei tegen hen: 'Zolang jullie nog in deze wereld moeten leven - terwille van de wilsvrijheid, opdat jullie eens vrije en zelfstandige geesten kunnen worden -, is hetgeen jullie nu gezien hebben, volkomen voldoende; want dat zal een grote geestdrift in jullie wekken om volgens Mijn leer en Mijn geboden te leven en te handelen.
[18] Als jullie helemaal volmaakt zullen zijn in de vervulling van Mijn wil, zullen jullie in dit leven nog de eigenschap verkrijgen, jullie innerlijk geestesoog en ook jullie innerlijke geestesoor volledig te beheersen.
[19] Waar Mijn leer en Mijn wil voor de mensen van deze aarde echter uit bestaat, dat hebben jullie reeds ten dele gehoord, en pas in Rome zullen jullie van de Romein al het overige vernemen. Wanneer jullie in alles goed onderricht zullen zijn, dan kunnen ook jullie de mensen onderrichten, die jullie zullen vragen wat voor geloof jullie hebben en volgens welke leer jullie leven, en waarom.
[20] Nu kunnen jullie al gauw vertrekken en je door Mijn engel naar het dorp laten brengen en wel naar de herberg! Daar kunnen jullie dan onderling bespreken wat je nu allemaal gehoord en gezien hebt, en Mijn engel zal jullie veel uitleggen van hetgeen je met je verstand nog niet hebt kunnen begrijpen!'
[21] Daarop dankten allen Mij weer, en Ik ging terug naar het vroegere gezelschap dat zich voor de heuvel bevond.
[22] Toen Ik daar aankwam, vroeg Lazarus Mij wat de jongeren aan de andere kant van de heuvel nog deden, en of ze misschien meteen van daaruit naar de Olijfberg gebracht konden worden.
[23] Ik zei: 'M'n beste vriend, Ik heb al voor alles gezorgd en hun Mijn opdrachten gegeven en daarmee heb Ik jou van je zorg ontheven! Want hoewel goede mensen voor hun naasten ook heel goed zorgen, zorg Ik lang van te voren; en als Ik geen voorzorgen zou nemen, ging de hele wereld al gauw uit zijn voegen. - Maar laten we daar niet verder over praten, want er zal zich dadelijk iets anders voordoen!'
«« 169 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.