De Heer belicht de tegenspraak van de Farizeeën

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 188 / 229 »»
[1] Hierop zeiden de Farizeeën: 'We zien wel in dat je over een bijzondere kracht beschikt die tot op heden ongekend is, vooral wat het genezen van verschillende menselijke ziektes aangaat die waarschijnlijk nooit enig arts heeft kunnen genezen. Het is ons ook niet onbekend, dat het jou zelfs mogelijk schijnt te zijn om jonge mensen die pas zijn overleden, in het leven terug te roepen of op te wekken! En ook hebben we vernomen dat je verder een heel nuchter, fatsoenlijk mens bent en zo uiterst liefdadig, dat je voor je buitengewone genezingen nog nooit van iemand iets hebt verlangd. Wel, dat zijn je ontegenzeglijk goede en voortreffelijke kanten!
[2] Maar dat je je daarbij ten overstaan van iedereen uitgeeft voor de zoon van God en zegt dat je de beloofde gezalfde Gods bent en daarbij voorbijgaat aan de wetten van Mozes en omgaat met heidenen, tollenaars en alle mogelijke zondaars, -kijk, dat zijn je slechte en zeer kwalijke kanten, die de tempel nooit kan goedkeuren, omdat die zich streng aan de wetten van Mozes houdt!
[3] Waarom verhoog je jezelf toch zozeer voor de mensen vanwege je bijzondere eigenschappen, terwijl je toch duidelijk ook maar een mens bent? Wie van ons kan respect voor je hebben, wanneer j e ook van ons verlangt dat wij geloven dat je Gods zoon bent en de beloofde gezalfde van God, en wanneer je degene die dat om verschillende redenen niet kan geloven, verdoemt? Je zei wel dat je de waarheid, het licht en het leven bent, - maar hoe kun je ons dan bewijzen, dat dat inderdaad allemaal zo is? Geef ons een overtuigend bewijs, dan zullen wij aan je geloven!'
[4] Ik zei: 'Kijk eens naar de stenen die her en der op de grond liggen! Eerder overtuig Ik deze stenen ervan dat Ik Degene ben van wie Mozes en de profeten geprofeteerd hebben, dan jullie!
[5] Als Ik tekenen verricht die vóór Mij nog nooit iemand heeft verricht, ook niet de grootste profeet, zouden jullie ogen toch moeten opengaan, zodat je de tekenen van deze tijd zou kunnen herkennen tot jullie heil! Maar jullie zijn blind, doof en verstokt van hart en zien, horen en voelen daarom niets. En zo ligt ook het gericht over jullie in jezelf en daarmee de zekere dood van jullie zielen.
[6] Jullie houden je wel jaarlijks bezig met het witkalken van de graven van de voorvaderen en de profeten; maar wat de witgekalkte graven zijn, dat zijn ook jullie. Wat de buitenkant betreft zijn jullie wel bekleed met de wet van Mozes en Aäron, op wier stoelen jullie zitten, -maar van binnen zitten jullie vol bederf en walgelijke lucht!
[7] Jullie zeiden nu wel dat het een slechte en zeer kwalijke kant van Mij is dat Ik met heidenen, tollenaars en zondaars omga en dat Ik een sabbatschender ben en Me niet houd aan de wetten van Mozes. Maar hoe houden jullie je aan diens wetten? Ik zegje dat jullie je niet eens schijnbaar aan de wetten van Mozes houden; maar wel hebben jullie zelf een groot aantalonzinnige en waardeloze wetten ingesteld, die jullie houden omdat het jullie materieel voordeel oplevert, en waarmee jullie het arme volk onderdrukken en uitbuiten. Heeft Mozes dat soms ook voorgeschreven? Maar als het volgens Mozes' wetten wel toegestaan en zelfs voorgeschreven is om de ezel, de os en de schapen ook op de sabbat te voeren en te laten drinken, en als er een ezel in een kuil of een put is gevallen, hem eruit te halen, zou het dan niet des te beter en redelijker zijn om een mens in nood ook op een sabbat te helpen? O jullie blinden, doven en dwazen van hart en verstand! Is een mens voor God soms minder waard dan een dier?!
[8] Heeft Mozes niet het volgende gebod gegeven: 'Eer uw vader en uw moeder, opdat je lang leeft en het je goed gaat op aarde!'? Waarom zeggen jullie dan tegen de kinderen: 'Kom hier en breng de tempel een offer; daar zullen jullie meer aan hebben! ' Als jullie dat onderwijzen, handelen jullie dan volgens de wet van Mozes?!
[9] Heeft Mozes niet plechtig aan iedereen het gebod gegeven om de weduwen en wezen niet te onderdrukken? Maar wat doen jullie? Jullie beloven de weduwen en wezen hulp door lange gebeden, die zogenaamd verhoord worden, maar ondertussen maken jullie je meester van hun bezit; en wanneer de weduwen en wezen huilend bij jullie komen klagen dat jullie gebeden helemaal niet helpen, sturen jullie hen weg en zeggen jullie dat ze zondaars zijn voor wie God zelfs de krachtigste gebeden niet verhoort! Zeg eens, heeft Mozes ooit een dergelijke manier van doen voorgeschreven? Jullie handelen in alles tegen de wetten van Mozes en zeggen tegen Mij, dat Ik in strijd met de wetten van Mozes handel?!
[10] Zie, omdat jullie zo van Mozes zijn afgeweken, zijn jullie met blindheid geslagen en kunnen jullie nu de lichtste dag die voor jullie ogen zichtbaar is, niet meer zien, -en dat is jullie gericht, jullie dood en jullie verdoemenis! Zo zogen jullie de muggen uit met jullie lege en uiterst duur betaalde gebeden en verslinden daarvoor hele kamelen, en toch zeggen jullie dat jullie Mozes' leerlingen zijn! Maar hoe kunnen jullie leerlingen van Mozes zijn, als je -zoals reeds gezegd -handelt in strijd met alle wetten van Mozes, nog erger dan alle heidenen? Daarom zal jullie het licht ook ontnomen en aan de heidenen gegeven worden.
[11] Ik ben in deze wereld gekomen om jullie langs de vriendelijkste en liefdevolste weg door leer en daden op de juiste levenspaden te brengen; maar jullie achtervolgen Mij overal waar Ik ga of sta en proberen Mij te vangen en te doden, terwijl jullie beweren dat Ik een volksverleider en opruier ben. Maar Ik heb ook getuigen en God Zelf, die in Mij is zoals Ik in Hem, is Mijn getuige dat jullie allemaal boze leugenaars zijn voor God en het hele volk.
[12] Als de Romeinen, die nu de aardse heersers zijn in het land van degenen die eigenlijk de kinderen van God behoorden te zijn, ook maar enigszins hadden gemerkt dat Ik een opruier zou zijn, dan hadden ze Mij al lang voor het gerecht gedaagd, want met hun scherpe ogen zien en merken ze alles wat ook maar enigszins een gevaar zou kunnen vormen voor hun heerschappij! Maar omdat ze zelfs niet het minste ontdekt hebben van al datgene waar jullie Mij van beschuldigen, komen ze Mij ook overal zeer vriendelijk tegemoet en blijken mensen te zijn, vol geloof, liefde en respect ten aanzien van Mij, Mijn leer en Mijn daden. En daarom zullen ze ook opgenomen worden in Mijn licht en Mijn leven; maar jullie zullen in de buitenste duisternis geworpen worden, zoals het geschreven staat, en daar zal veel gehuil en tandengeknars zijn!'
[13] Toen Ik dit gezegd had, werden ook de nog enigszins gematigde joden en Farizeeën boos en zeiden: 'Kijk nu toch eens hoe onzinnig je praat! Wie achtervolgt je dan en wie probeert je te doden? Als je iets goeds onderwijst en de mensen goed doet, achtervolgt niemand je en wil ook niemand je doden; maar als jij als mens, zoals ook wij slechts mensen zijn, je uitgeeft voor een zoon van God, dus voor de beloofde, de gezalfde Gods -wat volgens de profeten zoveel betekent als Jehova Zelf -, moet je zelf toch ook wel inzien dat wij dat zo lang als de ergste godslastering moeten beschouwen, tot jij ons voldoende bewijzen geeft dat je naar waarheid de beloofde Gezalfde Gods bent, en wij aan je kunnen geloven, of je moet temidden van ons en het volk je getuigenis over jezelf herroepen! Maar zolang jij noch het een noch het ander doet, zul je voor lief moeten nemen dat de tempel je als een godslasteraar zal achtervolgen! Hebben we geen gelijk, wanneer we je dit nu voorhouden in het bijzijn van heel het volk?!'
[14] Ik zei: 'Zo, -jullie hebben nu gesproken en wel zoals iemand die stekeblind is, oordeelt en spreekt over de kleuren van het licht; en omdat jullie zo oordelen en spreken, spreken jullie daarmee ook zelf jullie eigen oordeel uit. Ik zal jullie niet oordelen, maar het woord, dat Ik al zo vaak tevergeefs tot jullie gesproken heb, zal jullie oordelen.
[15] Als jullie de profeet Jesaja gelezen hebben en er slechts een beetje van hebben begrepen, moeten jullie toch weten wat dit wil zeggen: 'Een maagd zal ons een Zoon baren en Zijn naam zal zijn 'Emanuel', dat betekent 'God met ons' ! ' Is dit, zoals ook al het andere, nu niet juist door Mij in vervulling gegaan?! En als dit zo is en ook eeuwig nooit anders zal zijn, -zou Ik dan niet net als jullie een leugenaar zijn, als Ik nu omwille van jullie duistere mening zou bekennen dat Ik niet degene ben die Ik voor God, voor alle hemelen en voor alle schepselen hier op deze aarde ben?!
[16] Anderzijds willen jullie een zodanig bewijs van Mij hebben, dat jullie onherroepelijk en zonneklaar zou overtuigen, dat Ik de beloofde Gezalfde Gods ben. Zeg Me dan maar eens, hoe Ik dat bij jullie met je totale blindheid moet aanpakken!
[17] Als Ik voor jullie ogen werken en daden verricht die vóór Mij nog nooit iemand verricht heeft, als Ik lammen en kreupelen genees die daarna geheel gezond en krachtig rondspringen als herten, en als Ik verder jichtlijders en melaatsen genees, aan doven en stommen het volle gehoor en de spraak geef, de blinden ziende maak, de bezetenen bevrijd van hun vreselijke plaaggeesten, zelfs de doden weer tot leven wek door de macht van Mijn woord en bij gelegenheid nog vele andere daden verricht die niemand mogelijk zijn behalve God, en daarbij de armen van geest het evangelie predik van de levende komst van Gods rijk op aarde, en niemand Mij ervan kan betichten dat Ik ooit een zonde begaan heb -en jullie dan zeggen dat Ik dat allemaal tot stand breng door de hulp van Beëlzebub, de opperste aller duivels, dan vraag Ik jullie welke andere tekenen Ik nog voor jullie ogen moet verrichten om je te laten geloven dat Ik waarachtig de Gezalfde Gods ben?
[18] Al zou Ik duizend en nog eens duizend andere tekenen voor jullie doen, dan zouden jullie ook weer zeggen dat Ik dat allemaal met behulp van de opperste duivel heb gedaan! Wat zouden nog meer tekenen voor nut hebben bij zo'n grote blindheid van jullie? Ik zeg jullie: evenmin als men een blinde enig begrip van kleur kan bijbrengen, kan men jullie het voor jullie begrijpelijke bewijs geven, dat Ik in waarheid de Gezalfde Gods ben!
[19] En zie, deze boze nacht in jullie ziel is dan ook jullie ondergang,jullie eigen gericht en jullie ware dood! Want Ik alleen ben de weg, het licht, de waarheid en het eeuwige leven. Wie in Mij gelooft en volgens Mijn woord leeft en handelt, verkrijgt van Mij de geest van het eeuwige leven, en Ik alleen zal hem tot leven wekken op zijn jongste dag in Mijn rijk. Wie Mij echter ontvlucht, veracht en vervolgt, die ontvlucht, veracht en vervolgt ook zijn eigen leven en kan het eeuwig nooit ergens anders vandaan krijgen dan enkel en alleen van Mij.
[20] Wie derhalve het eeuwige leven van zijn ziel niet van Mij wil aannemen en zich verzet tegen alles wat van Mij uitgaat, blijft ook dood in eeuwigheid.
[21] Maar wie het leven wil hebben, moet het van Hem nemen die het leven zelf is, dus het leven heeft en het kan geven aan wie Hij dat wil. Maar deze Hij geeft het leven alleen aan degene die er sterk naar verlangt.
[22] Mijn woord en Mijn leer nu zijn het leven, dat thans aan alle mensen wordt aangeboden. Wie dus, zoals reeds gezegd, Mijn woord en Mijn leer daadwerkelijk aanneemt, neemt ook het leven van de ziel van Mij aan.
[23] Als het nu met het eeuwige leven zo gesteld is als Ik jullie en alle anderen hier nu heb uiteengezet, en niet anders, waar willen jullie dan het eeuwige leven voor je ziel vandaan halen, waar jullie je hoop zozeer op gevestigd hebben?'
«« 188 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.