De vrije wil van de mens

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 214 / 229 »»
[1] (De Heer): 'Toen allen deze woorden uit Mijn mond hadden vernomen, waren ze verbaasd over Mijn wijsheid en Cyrenius zelf zei: 'Ja, ja, dat zijn geen woorden zoals mensen ze spreken, maar die woorden zijn waarachtig van God; want uit ieder woord komt als het licht uit de zon de stralende waarheid, waar zelfs het meest scherpzinnige menselijk verstand niets tegen in kan brengen.
[2] Kijk eens naar onze goden en onze priesters, wat een onzin zien we dan en wat een boze dwaasheid! En hier straalt de waarheid als een zon! Daarom zeg ik nu niets dan: Heer, help ons spoedig uit onze grote nood!
[3] Er zijn onder ons veel mensen die fysiek arm zijn en die wij, rijken en in aards opzicht machtigen, wel altijd kunnen helpen als we dat maar willen; maar wij zijn allemaal arm in geestelijk opzicht en deze armoede is veel erger dan fysieke armoede, omdat niemand van ons de ander kan helpen. Want wat men zelf niet heeft, kan men ook een ander niet geven. Maar U bent in Uw geest oneindig rijk en kunt ons van Uw eindeloos grote overvloed wel zoveel doen toekomen als nodig is om ons te helpen.
[4] Laat vooral de volle waarheid in het hart van de mensen doordringen en laat ons zien, hoe we van de ergste plaag voor onze zielen op deze wereld af kunnen komen!
[5] Deze ergste plaag is echter ons afgodendom en zijn onze priesters. Deze duizendmaal duizend geprivilegieerde bedriegers van de mensen hebben verstand van magie en toverij of liever gezegd, ze plegen allerlei soorten bedrog, imponeren daardoor de met blindheid geslagen volksmenigte en zijn, doordat zij voornamelijk met het volk omgaan, in het volle bezit van de macht over het volk, wat het voor ons eindeloos moeilijk maakt om het volk voor te lichten; want als uiteindelijk zelfs de keizer betere scholen zou willen oprichten voor het volk, zouden die vreselijke priesters het hele volk maar al te gauw tegen de keizer opzetten en zou hij met leger en al verloren zijn.
[6] Daarom lijden wij, Romeinen en Grieken die beter en helderder van geest zijn, grote nood waarvan wij ons met alle schatten van de wereld niet kunnen bevrijden. Wijst U ons op een middel daartegen, -dan zal het ook bij ons licht worden, -en dan zullen wij en vele duizendmaal duizenden mensen geholpen zijn!'
[7] Ik zei: 'Dat is een goede gedachte van je en wat je wenst zal ook geschieden. Maar zo plotseling als Ik de storm op zee deed bedaren, gaat het niet met de geestelijke hulp; want daarbij had Ik alleen maar met geesten en krachten te maken die nog lang geen eigen vrije wil hebben en Mij derhalve ook onvoorwaardelijk moeten gehoorzamen.
[8] Maar ieder mens heeft een volkomen vrije wil volgens welke hij vrij kan doen wat hij wil en daarom is zijn gehoorzaamheid logischerwijze daarvan afhankelijk. God Zelf kan en mag hem nooit en te nimmer door Zijn almacht dwingen, maar Hij kan de mens alleen in zulke situaties brengen dat hij door middel van ervaringen, als het ware uit zichzelf, tot een zuiverder inzicht komt en zo dan ook zijn wil door zijn eigen verstand kan leiden.
[9] Maar zou God door Zijn almacht, vanuit Zijn wijsheid de wil van de mens leiden, dan zou de mens niets hoger staan dan een dier; hij zou er zelfs nog enigszins onder staan, omdat zelfs aan het dier al een kleine vrijheid van wil is verleend in zoverre het, zoals de ervaring jullie leert, ook een verstand en een geheugen heeft, honger, dorst en pijn voelt en daarom ook, al is het nog zo vaag, iets kan denken, kan oordelen en door zijn geluid, gezichtsuitdrukking en bewegingen te kennen kan geven wat het nodig heeft en wil hebben.
[10] Maar een mens, die wat zijn wil betreft puur afhankelijk is van Gods almacht, zou bijna zijn als een boom, die zo moet groeien en bestaan als Gods wil hem heeft neergezet.
[11] Daaraan kun je al zien dat het met de juiste ontwikkeling van een mens heel anders gaat, dan met het plotseling doen bedaren van een storm op zee. Wanneer de mensen ook op die manier behandeld zouden moeten worden, zou het wel dwaas van Mij zijn om nu met jullie vanuit Mijn wijsheid te spreken en jullie volgens de waarheid te onderwijzen; dan zou Ik jullie namelijk ook wel meteen de lichtste gedachten in jullie ziel kunnen leggen en dan jullie wil met Mijn macht kunnen dwingen om niet anders te willen en te handelen dan alleen zo, als Ik het Zelf wil. Maar zou iemand er iets aan hebben, als Ik hem tot een pure machine van Mijn almachtige wil zou maken?
[12] Maar de nog zo boosaardige en zelfzuchtige priesters van jullie zijn ook geheel mensen met een volledig vrije wil en kunnen daarom doen wat ze willen en dat des te meer, omdat jullie wereldse wetten hen niet aan banden leggen en jullie hen anderzijds zoals ze zijn, goed voor het volk kunnen gebruiken.
[13] Maar wie zich van hunjuk wil bevrijden, moet de waarheid zoeken en zich daaraan houden; want ieder mens kan alleen maar door de in zichzelf gevonden waarheid volledig vrij worden van het juk der duisternis, die een uitwas is van het duizendkoppige bijgeloof
[14] Wanneer jullie dat begrepen hebben, moetje er ook naar handelen, dan zullen de priesters jullie ten eerste geen schade kunnen berokkenen en ten tweede zelf ermee ophouden, wanneer ze op jullie terrein van de lichte waarheid, geen respons meer vinden op hun dwaasheden."
«« 214 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.