Het vreugdemaal bij de buurman

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 229 / 229
[1] (De Heer): 'Hierna zei Ik: 'Nemen jullie vieren nu de zaag en deel iedere boom in de lengte precies in vieren!'
[2] Joses zei: 'Daar zullen we met onze puur menselijke kracht lang voor nodig hebben'
[3] Daarop zei Ik: 'Geloof en doe zoals Ik jullie gezegd heb!'
[4] Hierop nam het viertal de zaag, zetten hem op de stam en nauwelijks hadden ze er één keer aan getrokken of de stam was al volledig doorgezaagd. En zo duurde het helemaal niet lang tot de tien grote bomen in veertig delen waren gezaagd.
[5] Toen dit werk beëindigd was zei Ik: 'Nu hoeven jullie verder niets meer te doen dan met de bijl de bovenste delen van de stammem, de kronen, weg te nemen, dan kan Ik de stammen zo bewerken dat ze geschikt zijn voor de bouw!'
[6] Het viertal ging er naartoe, -één van hen nam de bijl en de drie anderen ruimden de stukken van de takken op, die gedeeltelijk als brandhout en gedeeltelijk als nagels en pennen voor de bouw te gebruiken waren. Toen nu ook dit werk na een uur klaar was nam Ik de bijl weer ter hand en maakte de veertig stammen rechthoekig, zogezegd met één slag en zo, dat uit de dikke stamdelen van de wortel twee i drie goede balken voor de bouw kwamen en de stukken schors zo netjes van de onderste en bovenste plank verwijderd waren, dat ze zo heel goed voor de vloer van de schuur gebruikt konden worden, en de minder stevige planken voor het dak van de schuur.
[7] Toen Ik met dit werk klaar was, dat alles bij elkaar ook niet langer dan een uur geduurd had, legden we de stammen en de schors ordelijk neer.
[8] En toen het hele werk zo in een paar uur beëindigd was zei Ik tegen de buitengewoon verbaasde buurman: 'Nu komt het er op aan dat jij zo gauw mogelijk al dit hout thuis krijgt; want openlijk op straat kan Ik je niet meer zo wonderbaarlijk helpen. Zo zal ook de bouw van je schuur, weliswaar versneld, ook op geheel natuurlijke wijze plaatsvinden; want, zoals gezegd, op een openbare plaats, waar we door alle voorbijkomende mensen bekeken kunnen worden, kan en mag Ik geen wonder doen in verband met hun ongeloof en hun verstoktheid en verkeerdheid. Zie dus maar dat dit hout zo snel mogelijk op de juiste plaats komt, die je wel zult kennen, omdat je immers wel zult weten waar je de schuur gebouwd wilt hebben. En omdat wij nu klaar zijn met dit werk, kunnen we ook wel weer naar huis gaan.'
[9] De buurman zei: Ja, dat doen we, en wel met de grootste vreugde in het hart, omdat er een werk is voltooid waar ik de grootste zorgen over had. Maar vanavond zijn jullie allen mijn gast. Er zal onmiddellijk een vet kalf geslacht en toebereid worden; en daarvoor zal ook ieder die in Jozefs huis mens genoemd wordt, uitgenodigd worden. Ook zal mijn beste wijn de bekers van mijn gasten vullen en we zullen in Jehova's naam vrolijk zijn tot midden in de nacht!'
[10] Ik zei: 'Dat is een goede gedachte van je, en het zal volgens een oud gebruik voor de bouwlieden gebeuren; maar in jouw huis ligt je trouwste knecht zwaar ziek op bed en daarom is het een beetje ongepast om naast een zwaar zieke opgewekt en blij te zijn.'
[11] De buurman zei: 'Dat is wel waar, maar het bed van de zieke staat, zoals je dat ook niet onbekend zal zijn, niet in het herenhuis, maar in het huis dat mijn vader al zo doelmatig voor het personeel heeft laten bouwen, en daarom kunnen we in mijn grote herenhuis dus best heel vrolijk zijn, en het blijft dus bij mijn woorden. Mijn wil zal wel eeuwig nooit de macht verkrijgen die de jouwe heeft; maar dit keer moetje, mijn dierbare vriend Jezus, toch ook mijn wil een beetje laten gelden!'
[12] Reeds onderweg naar huis zei Ik: Ja, dat zal Ik ook; want niemand ter wereld respecteert de vrije wil van de mens zozeer als Ik en je zult nog niet van Mij hebben meegemaakt dat Ik Me ooit tegen iemands wil heb gekeerd als het om iets goeds ging, maar wel tegen de domheid van zo vele mensen. En daarom zal Ik, zoals reeds gezegd, deze keer zoals ook altijd, gevolg geven aan jouw goede wil; maar daarvoor moet jij ook iets doen wat Ik nu van je ga vragen.
[13] Zie, tot nog toe dacht jij dat je eerste knecht ook de trouwste was! Maar Ik zegje datje eerste knecht, aan wie je alles hebt toevertrouwd, nu juist je meest ontrouwe knecht was! Hij heeft ten gunste van zijn eigen geldbuidel in een jaar tijd meer dan honderd mud tarwe uit je grote kist gehaald en dat 's nachts aan voorbijtrekkende Grieken verkocht en ook zoveel gerst, gierst, linzen en ook steenvruchten. Je merkte het gewichtsverlies wel op, maar de dief in huis ontdekte je niet; je dacht dat anderen het waren en daarom liet je ook door ons een nieuwe stevige kist maken, die goed afgesloten kan worden. Maar jouw eerste knecht beviel dat helemaal niet en zie, hij was er steeds de zeer sluwe en listige oorzaak van, dat wij vaak weken lang zijn opgehouden bij het maken van de kist; want hij verschafte ons meermaals werk, dat ver weg lag, om te voorkomen dat we door konden gaan met het bouwen van je kist. Want hij zag in dat de nieuwe kist niet gunstig uit zou vallen voor zijn dieverijen en probeerde daarom zo lang mogelijk de oude te behouden. Gistermiddag merkte hij echter dat de nieuwe kist wellicht klaar zou komen. Hij ging naar de andere buurman en stak diens huis in brand, om zo nog te verhinderen dat wij gisteren de kist afmaakten, daar hij 's nachts nog, ten behoeve van zijn eigen buidel, aan de bestelde Grieken een aardige hoeveelheid graan uit de oude kist wilde verkopen.
[14] Maar daarmee is zijn boze maat ook vol geworden en Ik zei in Mezelf: Slechte man, tot hier en niet verder! En als iemand die heel goed wist waarom hij zo ijverig deelnam aan het blussen, kreeg hij zijn verdiende loon. Nu weetje watje aan je trouwste knecht hebt. Wat ga je nu doen?'
[15] Geheel uit het veld geslagen zei de buurman: 'Maar vrienden, waarom hebben jullie dat zo lang voor mij verzwegen? Als ik dat maar enigszins had kunnen vermoeden, zou ik hem allang overgeleverd hebben aan het gerecht en mijzelf schadeloos hebben gesteld met het geld dat hij voor mijn graan heeft gekregen.'
[16] Ik zei: 'Dat kan ook nu nog, en er zal je geen cent ontgaan; want je knecht is een gierigaard en heeft al het verkregen geld nog op een hoop in zijn kast veilig opgeborgen. Maar nu komt het erop aan dat jij eerst aan Mijn wil voldoet, wanneer je ons vandaag te gast wilt hebben. Je knecht zul je behouden, Ik zal hem beter maken, maar hem ook zijn slechte daden voor ogen houden en hem flink waarschuwen. Dan zal hij jou met plezier je geld tot op de laatste cent teruggeven en dan zul je pas een trouwe dienaar aan hem hebben. Zie, Ik heb reeds lang voorzien dat het zo zou gaan en daarom heb Ik je ook niets gezegd totdat Ik zag dat het tijdstip gekomen was dat het voor jou en voor hem zin zou hebben en dat zal ook zeker het geval zijn. - Ben je hiermee tevreden?'
[17] De buurman zei: 'Wie zou daar niet mee tevreden zijn? Ik dank je, mijn waarachtig van God vervulde meester en beste alsook rechtvaardige rechter! Daarom zal er vandaag bij mij een echt vreugdefeest plaatsvinden en ieder in mijn huis zal zich verheugen! Over dat alles zal ik zwijgen als het graf en nooit zal iemand te weten komen hoe mijn knecht tegenover mij heeft gehandeld!'
[18] Ik zei: 'Doe dat, dan zul je hier en eeuwig gelukkig zijn! Want wie zijn grootste vijanden van ganser harte kan vergeven, hem zullen ook door God alle zonden vergeven worden, al zijn ze nog zo groot.
[19] Als wij je zwaar zieke knecht bij jou thuis zullen bezoeken, mag er behalve jij en wij, die nu hier lopen, niemand anders bij zijn; maar om te voorkomen dat de genezing van de knecht iemand opvalt, zal Ik hem pas over acht dagen volledig genezen. Zet jij zodra wij aankomen je bedienden aan het werk voor het gastmaal, dan zullen wij in die tussentijd de aangelegenheid met de knecht behandelen en afwikkelen!'
[20] Toen we nu bij de buurman aankwamen, gaf hij alle aanwijzingen en ook onze mensen thuis werden onmiddellijk op de hoogte gebracht, en Mijn moeder Maria kwam al gauw met een paar dienstmaagden om ook deel te nemen aan de toebereiding van het feestmaal, dat in een paar uur gereed was.
[21] In die tijd waren wij met de knecht bezig. Hij bekende alles, vroeg zijn heer en ons om vergeving en overhandigde hem al het geld uit de kast met de volle verzekering dat hij, wanneer hij weer beter zou zijn, zou proberen om alles weer goed te maken door hard te werken. De buurman vergaf hem alles en hield hem als eerste knecht in dienst.
[22] Daarop gingen wij naar het avondfeestmaal, dat reeds was toebereid, en tot midden in de nacht heerste er vreugde.
[23] Zie, dat waren de daden die Ik in Mijn twintigste levensjaar heb verricht, waarvan tot nu toe slechts heel weinigen op de hoogte waren.
[24] Maar het wordt nu al avond en er zullen dadelijk een paar verklede Farizeeën hier naar boven, de Olijfberg opkomen; die zullen bediend worden!'
«« 229 / 229
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.