Over het wezen van de lucht

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 70 / 229 »»
[1] (Rafaël): 'Toen ik als mens gedurende vele jaren een lichaambewoonde, werd ik mij door de genade van de Heer bewust van deze innerlijke levensweg en ik ging deze weg met steeds grotere standvastigheid. Daardoor werden tegen het eind van mijn leven mijn geest en mijn ziel één en ik kreeg de volle macht over mijn aardse lichaam, zodat ik het net zo plotseling kon oplossen als ik nu de steen heb opgelost en eerder mijn voor jou tastbare lichaam, en er slechts zoveel van behield dat je mij met je lichamelijke ogen nog kon zien.
[2] Als ik nu echter weer een lichaam wil hebben zoals dat van jou, hoef ik dat slechts te willen en dan zal het lichaam er ook weer zijn. Zie, ik wil het, en raak jij me nu maar weer aan, dan zul je zien dat ik weer net zo stevig ben als voorheen!
[3] De Romein deed dat en ontdekte dat Rafaël weer helemaal mens was zoals eerst.
[4] Toen vroeg hij (Agricola) aan de engel: 'Toen jij, terwijl je als volmaakt mens op aarde was, je lichaam had opgelost, kon je het toen ook weer opnieuw scheppen?'
[5] Rafaël zei: 'Jazeker, net als nu, maar ik wilde het niet, omdat een zuiver geestelijk, onlichamelijk bestaan eindeloos veel volmaakter is dan een bestaan dat aan een lichaam gebonden is - ook al gebeurt dat door de eigen wil. Kijk, in dit lichaam kan ik minder doen dan zonder dit lichaam! Als je mij echter een wonder ziet doen, dan is het lichaam al weg en wordt pas na de daad weer geschapen. Ik kan weliswaar ook in het lichaam alles, maar niet zo volmaakt als buiten het lichaam. -Heb je nog vragen, stel die dan, dan zal ik die beantwoorden!'
[6] Agricola zei: 'O, vragen heb ik nog meer dan genoeg in voorraad! Kun je door de standvastigheid van je wil ook een deel van de vrije lucht in een of andere materie veranderen?'
[7] De engel zei: 'Zeer zeker, want ten eerste is de lucht al materie en bevat alle denkbare stoffen en kan daarom ook des te eerder in iedere gevraagde materie veranderd worden, en ten tweede staat het mijn geest werkelijk vrij - en dat in de hoogste graad -om mijn wil volledig te laten werken en dus de lucht die je mij aanwijst, onmiddellijk in een bepaalde materie te veranderen. Zeg me nu maar waarin ik de lucht moet veranderen!'
[8] Agricola zei: 'Vriend, dat laat ik aan jouw beste en wijze beoordeling over! Doe wat je wilt, ik vind het allemaal goed!'
[9] De engel zei: 'Nu, goed dan! Dan zal de lucht die zich nu op een afstand van twaalf passen voor ons bevindt ogenblikkelijk in een stevige ronde zuil veranderen van vijf manshoogten lang en met een doorsnede van één manslengte! Zo zij het! Ga er nu naar toe en kijk of de zuil, die er al staat, nog uit lucht bestaat of dat het echt een stevige granieten zuil is.'
[10] Alle Romeinen gingen er dadelijk heen en onderzochten de zuil.
[11] En allen zeiden: 'O wonder der wonderen! Het is meer dan verbazingwekkend! Het is echt een massieve granieten zuil zoals wij die zelfs in Rome niet hebben! Ja, ja, in de zuivere geest ligt het wezen, en alle materie is alleen maar een gevolg van de vasthoudendheid van de vrije wil van een zuivere geest!'
[12] Daarop zei de engel: 'Hoe zwaar denken jullie dat die zuil is?'
[13] Agricola zei: 'Ja, vriend, dat is wel erg moeilijk voor ons om dat te bepalen! Maar zo te zien kun je wel aannemen dat deze zuil zeker honderdduizend pond zwaar is, en nauwelijks door duizend man te tillen is.'
[14] De engel zei: 'Dat heb je tamelijk goed beoordeeld! En toch zeg ik je, dat het voor mij als een zuivere geest, heel gemakkelijk is om deze zware zuil enkel door mijn wil zo hoog als je maar wilt op te tillen. Zeg maar hoe hoog of waarheen ik de zuil moet opheffen, dan zal ook dat meteen worden uitgevoerd!'
[15] Agricola zei: 'Wel, als je dat nu eenmaal zo wilt, zeg ik: Til de zuil honderd manshoogten recht omhoog in de lucht en zet hem dan neer op het veld, dat zich precies halverwege in de richting van Emmaüs bevindt!'
[16] De engel zei: 'Heel goed, het geschiede allemaal nu direct!'
[17] Nog maar nauwelijks had de engel dit gezegd, of de zuil bevond zich al op de gewenste hoogte in de lucht en vlak daarna zag men hem op het veld staan in de richting van Emmaüs.
[18] Iedereen was nu toch wel met stomheid geslagen, en natuurlijk wel heel in het bijzonder de Romeinen, want aan hun verbazing kwam geen eind.
[19] 'Maar', zei de engel, 'waarom verbazen jullie je daar zo over? Is er voor een zuivere geest dan ook maar iets dat onmogelijk is? Alles berust immers op de vaste wil van een zuivere geest! Als wij, zuivere geesten, aarden, zonnen en allerlei centrale zonnen in de ruimte kunnen ronddragen en uiteindelijk zelfs hele hulsglobes, waarom zou het dan voor mij en alle zuivere geesten niet nog veel gemakkelijker zijn om zo'n zuil in een oogwenk te brengen waarheen je dat wilt? Wie met leeuwen kan spelen alsof het vliegen zijn, zal voor muggen beslist niet opzij gaan!'
«« 70 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.