De geest, de meest innerlijke kracht

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 7)

«« 75 / 229 »»
[1] Agricola zei: 'Hemelse vriend, het is werkelijk onmogelijk om het iemand nog helderder en duidelijker uit te leggen dan jij het mij en ons allen gedaan hebt! Maar dat we alles nog niet ten volle zo kunnen begrijpen als jij, zal je zeker nog veel duidelijker zijn dan ons, want zaken waarvoor de aardse mens nog niet voldoende begripsvermogen heeft, kan hij ook met de beste wil van de wereld nooit in het juiste licht zien. Maar wel is me volledig duidelijk geworden, dat alle echte realiteit eigenlijk alleen in het zuiver geestelijke gezocht moet worden en daar dan ook ongetwijfeld te vinden is. Alleen zou ik jou, beste hemelse vriend, nog om een paar concrete voorbeelden willen vragen om nog beter te kunnen begrijpen wat je ons over het zuiver geestelijke leert. Want kijk, wij Romeinen hebben een oude spreuk en die luidt: Longum iter per praecepta, brevis et efficax per exempla!* (Lang is de weg door onderwijs, kort en vruchtbaar door voorbeelden!) En dat is beslist een oude en heel ware stelling. Een klein en kort voorbeeld zegt een onderzoekend mens vaak en vrijwel altijd meer, dan wat alle theoretische leerstellingen en grondbeginselen in staat zijn te zeggen, en juist om die reden vraag ik je dan ook om enkele kleine en goede voorbeelden.'
[2] Rafaël zei: 'Ja, m'n vriend, er zouden je nog veel meer zeer voor de hand liggende duidelijke voorbeelden gegeven kunnen worden, maar daarmee zul je het zuiver geestelijke toch niet helemaal met je natuurlijke zintuigen kunnen begrijpen. De geest, die overal de meest innerlijke kracht is, doordringt alles, ziet alles en bedwingt alles - en dat zal jouw geest ook doen, maar nog niet vandaag en ook niet morgen, maar pas wanneer alles in jou in de volle waarheid geordend zal zijn.
[3] Kijk eens naar de leerlingen van de Heer, waarvan er zich nu nog twee beneden in de tempel bevinden; één van die twee is aan de wereld verslaafd! Zie, deze leerlingen -met uitzondering van die ene - hebben al bijna het punt bereikt waarop ik mij, als zuivere geest, nu bevind; maar het was voor hen beslist niet zo gemakkelijk om zover te komen als jij je dat misschien voorstelt. Zij waren voor het merendeel vissers aan het meer van Galilea in de omgeving van Kapernaüm en waren in het bezit van een huis en grond en hebben vrouwen en kinderen, en zie, zij hebben alles verlaten en volgden gewillig en met grote vreugde de Heer omwille van Gods rijk en om Zijn kracht en macht te verkrijgen! En omdat zij zuiver terwille van het rijk van God de hele wereld de rug hebben toegekeerd, hebben zij ook in korte tijd in zichzelf bereikt wat jij als een groot man van de wereld pas geleidelijk aan zult kunnen bereiken.
[4] Je zult het bereiken al naar gelang je liefde tot God de Heer en naar gelang je liefde tot je medemensen; want de sterkte van je liefde tot God en tot je naaste zal je aangeven hoeveel er van Gods rijk in jou is ontwaakt en rijp geworden.
[5] Gods rijk in jou is deze liefde in je, en die liefde is ook jouw geest als de enige waarheid, werkelijkheid en het eeuwige, onvergankelijke leven. Wel, dat het is zoals ik je nu heb aangegeven, kan zelfs het best gekozen voorbeeld je niet laten zien, maar moet je in jezelf ervaren. Tot aan het moment dat je het zelf ervaart, geldt: geloven en hopen op de zekere vervulling van alles wat de Heer als de oereeuwige waarheid jou en jullie allen getrouw heeft beloofd!
[6] Desondanks wil ik je echter toch een paar tekenen als voorbeeld geven, waardoor je nog iets duidelijker zult zien, dat alleen in de geest alle oerstof en alle realiteit te vinden is. Jullie Romeinen hebben ook een spreuk, die we hier heel goed kunnen aanhalen. Kijk, jullie spreuk luidt als volgt: Quod a principio non valet, aut valere nequit, etiam in successu non aliquid valere potest; ex nihilo nihil erit* (Wat vanaf het begin geen kracht heeft of hebben kan, kan ook later niets tot stand brengen; uit niets komt niets voort.) Daaruit volgt menselijk geredeneerd heel duidelijk dat het zuiver geestelijke een reëel iets moet zijn; want als het volgens de materiële voorstellingen van de mensen een of ander niets zou zijn dat zich onmogelijk van zichzelf bewust kan zijn, hoe zou het dan ooit in eeuwigheid iets kunnen worden dat zich van zichzelf bewust is?!
[7] Opdat alles wat er is uit het zuiver geestelijke kan worden en ontstaan en bestaan, moet immers dit zuiver geestelijke vóór alles een waar 'iets' zijn, zodat ieder ander iets daaruit oorzakelijk kan voortkomen. In de zaadkorrel is derhalve alleen de in de kiemhuls rustende geest een werkelijk iets, terwijl de hele rest van het zaadlichaam op zich helemaal niets is, maar dat wat het is, alleen door de daarin wonende geest is. Deze geest werkt volgens de intelligentie die in hem woont, door de kracht van zijn wil, en daaruit ontstaat een plant, een struik, een boom, een dier, en zelfs een hele wereld.
[8] Wat de geest in zichzelf is, heb ik je inmiddels al meerdere malen uitgelegd. Maar dat kun je nu nog niet tot in de diepste betekenis begrijpen, omdat je eigen geest jezelf nog niet heeft doordrongen, maar je kunt er toch al in zoverre in je ziel een voorstelling van maken, dat het oerbeginsel van de geest een levend en zich van zichzelf overduidelijk bewust vuur en licht is, en derhalve de hoogste liefde en de hoogste wijsheid zelf. Meer kan ook de Heer Zelf je daarover niet zeggen!'
«« 75 / 229 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.