Wat 'het hemelrijk geweld aan doen' betekent

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 105 / 220 »»
[1] Ik zei: 'Vriend, voor wie ernstig wil is iedere inspanning en arbeid een zacht juk en een lichte last; maar wanneer je bij een serieus werk de moeite schuwt, dan zul je daarmee niet zoals het behoort het gewenste doel bereiken, en de juiste moeite en krachtsinspanning nu zijn het geweld, dat ieder mens het rijk Gods moet aandoen, om het zich volkomen eigen te maken!
[2] Kijk, jullie zelf doen het rijk Gods een werkelijk groot geweld aan; maar omdat jullie het je in volle ernst eigen willen maken, schuwen jullie ook geen moeite en geen offer, en Mijn juk komt jullie dan ook heel zacht voor en Mijn aan jullie opgelegde last heellicht en gering. Bedenk alleen maar eens dat jullie uit liefde voor Mij die vele jongeren met je meenemen naar Rome en ze daar in Mijn naam ook uitstekend zullen verzorgen! Maar behalve hen nemen jullie ook nog dat arme gezin uit EmmaĆ¼s, het gezin van Helias en verscheidene bekeerde tempeldienaren met hun vrouwen en kinderen ook met jullie mee en zullen ook voor hen zorgen, -en kijk, dat is een heel groot geweld, dat jullie als heidenen het ware rijk Gods aandoen om het volkomen tot je te trekken, en jullie zullen het een nog groter geweld aandoen, omdat jullie volle geloof in Mij, jullie liefde voor Mij en jullie vaste en geheel en al goede wil jullie zal noodzaken nog meer te doen dan jullie tot nu toe gedaan hebben! En toch zal dat allemaal slechts een zacht juk en een lichte last voor jullie zijn, omdat jullie het zelf zo graag en in volle ernst willen.
[3] Wanneer jij dat nu zo met de blik van het juiste verstand bekijkt en beoordeelt, vriend, zul je wel inzien dat het zachte juk, de lichte last en het geweld dat het rijk Gods aangedaan moet worden op een en hetzelfde neerkomen.
[4] Maar als je nu bijvoorbeeld naar onze tempeldienaren kijkt en daarnaast naar heel veel wereldse mensen, vraag jezelf dan eens af of voor hen datgene wat jullie nu heel gemakkelijk doen om het rijk Gods te winnen, niet zo'n enorme geweldsinspanning voor hun wil zou zijn dat je er als het ware de bergen op aarde wel mee zou kunnen verzetten! En wanneer zij, die het zouden kunnen, het rijk Gods niet een dergelijk geweld zullen aandoen zoals jullie dat al met veel vreugde hebben gedaan, zullen zij het ook werkelijk niet verkrijgen!
[5] En zoals het nu in deze dagen en in deze tijd is, zo zal dat bij de wereldse mensen ook in de komende tijden het geval zijn; want op deze aarde zal het nooit helemaal ontbreken aan wereldzuchtige mensen, en hun zal mijn juk niet zacht en Mijn last niet licht voorkomen. En als zij in hun laatste dagen misschien toch nog van zins worden om in de lange nacht van hun aardse leven het rijk Gods te verwerven, zullen ook zij op de deuren moeten gaan kloppen, om slechts een klein beetje brood voor de levensverzadiging van hun ziel slechts uit de onderste hemelen te verkrijgen
[6] Daarom zal hij die ter wille van Mij veel zal doen en vele daadwerkelijke offers zal brengen, ook veel van het rijk Gods ontvangen; maar wie net als de nachtelijke reiziger aan het eind van zijn reis door deze wereld serieus op Mijn deur zal beginnen te kloppen en te vragen, zal weliswaar ook niet verstoten worden, maar hij zal slechts weinig ontvangen, omdat hij zich ook maar weinig moeite heeft getroost om het rijk Gods te verwerven en het pas begon te zoeken toen, de uiterste nood hem ertoe dwong.
[7] Dat een dergelijk mens het rijk Gods maar heel weinig geweld aangedaan heeft, is gemakkelijk te begrijpen en daarom is het ook gemakkelijk te begrijpen dat zo'n mens geen groot aandeel van het rijk Gods te verwachten zal hebben! Want met dezelfde maat als waarmee iemand hier meet, zal ten aanzien van hem ook in het rijk Gods gemeten worden.
[8] Wie dus het rijk Gods een groot geweld heeft aangedaan om het te winnen, zal ook reeds hier op aarde grote macht en heerschappij krijgen; maar wie het rijk Gods maar weinig geweld aangedaan heeft om het te winnen, zal ook heel weinig macht en heerschappij krijgen en zal aan gene zijde eeuwig nooit diegenen bereiken die in Mijn ogen reeds hier op deze aarde groot en machtig geworden zijn. - Heb jij, Mijn vriend, dat nu goed begrepen?'
«« 105 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.