De waard vertelt over het eerste bezoek van de Heer

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 117 / 220 »»
[1] (De Heer:) 'Kijk, een jaar geleden was Ik hier en heb toen in de omgeving veel lammen, kreupelen en blinden genezen! Toen Ik vervolgens naar Galilea trok, ging er veel volk met Mij mee tot in Kafarnaüm. Dit volk wilde Mij onderweg tot koning verheffen, omdat het de tekenen zag die Ik gedaan had. Maar toen Ik hun in Kafarnaüm in een synagoge getrouw diepzinnige woorden uit de Geest liet horen, begonnen ze zich allemaal te ergeren, zeiden dat het een harde leer was, en vroegen zich af wie die moest horen en begrijpen, waarop ze Mij verlieten en weer naar huis gingen. Aangezien jij sommigen van hen kent en daar met hen zeker ook veel over gesproken zult hebben, zou Ik nu graag van jou eens horen hoe deze mensen nu over Mij oordelen.'
[2] De waard zei: 'O Heer, die het hart en nieren van de mensen toetst, wat zal ik U nu nog kunnen vertellen wat U waarschijnlijk eindeloos veel beter weet dan ik!?'
[3] Ik zei: 'Ja, Mijn beste vriend, het gaat er hier niet om of Ik het al van tevoren weet of niet, maar het gaat hier om het luchten van je eigen hart en het volledig zuiveren van je gedachten en woorden, en daarom wil Ik dat graag door jou horen uitspreken! Bovendien zouden dan in Mijn bijzijn alle mensen als het ware stom moeten rondlopen, want diegenen die Mij eenmaal herkend hebben kunnen er altijd vanuit gaan dat Ik alles weet wat er in hen omgaat.
[4] Maar Ik wil dat ook jullie zullen spreken en vrijelijk zullen uiten wat er in je omgaat; en zo kun je nu in Mijn bijzijn in het kort ook alles vertellen watje zo hier en daar van de mensen gehoord hebt!'
[5] De waard zei: 'Ja, God, Heer en Meester, dat zou allemaal wel in orde zijn, als het netjes was om alles wat de mensen over U zeggen hier in het bijzijn van deze mensen aan U door te vertellen; maar de zaak ligt enigszins anders!'
[6] Ik zei: 'Hoe het ook zij, dat geeft hier niets; spreek nu maar vrijuit!'
[7] De waard hernam: 'God, Heer en Meester! De mensen met wie ik over U gesproken heb, zonder dat ik U zoals nu kende, zeiden dat een grote profeet, die in Jeruzalem en ook in deze streek heel wijze leringen voor het volk gehouden had, ook zulke tekenen deed, in het bijzonder het genezen van allerlei soorten zieken, die tevoren nog nooit een mens gedaan had. Deze mensen waren die grote profeet -zoals ze U noemen zeer toegedaan, volgden hem op de voet en beleefden ook een groot genoegen aan hem, omdat ze heel goed inzagen dat hij geen vriend van de nu reeds algemeen gehate Farizeeën is. Tot aan Kafarnaüm hebben ze niets aanstootgevends aan hem gevonden, behalve dat hij op een berg, waar hij hen tevoren nog op wonderbaarlijke wijze met een paar broden en visjes gespijzigd had en zij hem tot koning wilden uitroepen, er vandoor is gegaan en zijn oude leerlingen heeft verlaten, maar later in de nacht toch weer bij hen kwam, mogelijkerwijs op wonderbaarlijke wijze op de golvende zee lopend alsof het droog land was.
[8] Allen waren heel blij dat hij later weer gekomen was en verheugden zich op de komende dag en op zijn leringen en daden. -Maar deze verwachtingsvolle vreugde werd geheel teniet gedaan; want de volgende dag had hij in een synagoge zulke onzinnige woorden tot het volk gesproken, dat zelfs zijn oude leerlingen zich daarover geërgerd hadden en hem op enkelen na allemaal verlieten, en zo ook alle mensen die hem vanhier gevolgd waren. Want zij zijn er vast van overtuigd geraakt dat hij tot waanzin is vervallen; want hij zou in zijn toespraak in volle ernst allen opgeroepen hebben om zijn vlees te eten en zijn bloed te drinken zonder welk niemand het eeuwige leven zou kunnen ontvangen; want' hij zou alleen diegene op de jongste dag ten leven opwekken, die zijn vlees zou eten en zijn bloed zou drinken.
[9] Ja, dat is natuurlijk wel wat sterk, en ik kon het de mensen, die anders erg voor al het hogere openstaan, echt niet kwalijk nemen, dat zij er na een dergelijke preek vandoor zijn gegaan en tegenwoordig nog hun beklag doen, dat God het toegelaten heeft dat zo'n onmiskenbaar grote profeet, aan wie de mensen toch al zoveel goeds te danken hebben, plotseling waanzinnig heeft moeten worden.
[10] Maar als U al zo'n toespraak gehouden hebt, dan hebt U de mensen daardoor zeker een verborgen waarheid willen meedelen op de wijze van de oude profeten, zoals ik mij dat evenwel nu pas voorstel. Maar als ik een jaar geleden ook in dat gezelschap geweest was, zou ook ik er zeker met de anderen vandoor zijn gegaan.
[11] Maar nu kan ik mij wel voorstellen wat U de mensen daarmee hebt willen zeggen, en ik denk dat wij nu weldra Uw vlees en bloed materieel tot ons zullen nemen, zoals wij nu geestelijk uit Uw mond werkelijk Uw vlees en bloed tot ons hebben genomen. En zo heb ik dan nu volgens Uw wil zonder enig voorbehoud gesproken.'
[12] Ik prees nu de waard en alle aanwezigen beleefden groot genoegen aan hem, en Mijn oude leerlingen stonden verbaasd over zijn verstand, evenals de Romeinen.
«« 117 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.