De Heer keert met de Zijnen terug naar Bethanië (28.3

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)

«« 130 / 220 »»
[1] Nu stonden allen op, ook de leerlingen van Johannes, en volgden Mij enthousiast naar Bethanië dat niet ver weg lag. Ook de hoofdman volgde nu te voet met zijn metgezellen, terwijl hij zijn paarden achterliet bij de waard in het dal.
[2] In ongeveer tien minuten waren wij dan ook al in Bethanië.
[3] Weliswaar was het derde uur na zonsondergang al voorbij, maar voor een welbereid avondmaal was het nog altijd vroeg genoeg, en Ik wilde het ook zo dat wij op een dergelijke tijd in Bethanië aankwamen, zodat wij niet opgemerkt konden worden door de nieuwsgierige menigte; want deze dag waren er na ons vertrek veel mensen, jong en oud, naar Bethanië gekomen, omdat ze gehoord hadden dat Ik Mij daar ophield. Maar omdat ze Mij niet vonden en niemand hun ook zei waar Ik heengegaan was en wanneer Ik terug zou komen, bleven ze voor hun genoegen slechts tot zonsondergang in Bethanië en keerden toen weer terug naar Jeruzalem. Enkelen keerden echter al terug op het moment dat de ons reeds bekende soldaten Bethanië binnenkwamen, volgens de aanwijzing in het huis van Lazarus hun voedsel en reisgeld ontvingen en daarna na een korte rustpauze weer verder trokken; want Ik had Rafaël in de geest aangegeven, dat de soldaten niet op de terugkeer van de Romeinen moesten wachten. Op de tijd dat wij aankwamen was alles dan ook volkomen in orde en wij waren onder ons, door niemand gestoord.
[4] Toen wij het huis binnenkwamen, ontvingen de zusters van Lazarus en Maria van Magdala ons met veel liefde en vriendelijkheid en ook Mijn Rafaël met enkele jongens die nog wakker gebleven waren en die het meeste talent hadden en een groot verlangen hadden om Mij weer te zien.
[5] Lazarus stelde de waard uit de omgeving van Bethlehem aan zijn zusters voor en ook de hoofdman en de leerlingen van Johannes; en zijn zusters verwelkomden hen en wezen hun hun plaatsen aan de tafel.
[6] Toen dit allemaal voorbij was, gingen wij aan tafel en namen een goed bereid avondmaal tot ons. De Romeinen hadden echter meer dorst dan honger en leegden snel hun bekers, die ook direct weer gevuld werden. De wijn maakte hun tongen los en zo werd het weldra heel levendig in de eetzaal.
[7] De hoofdman, zijn metgezellen en de waard uit de buurt van Bethlehem viel onze Rafaël echter op, die nu ook aan tafel naast Mij at en deze keer met opzet nog meer dan anders, om de aandacht van de vreemdelingen te trekken. Dezen keken dan ook met steeds grotere oplettendheid naar hem en verwonderden zich in stilte steeds meer over het feit dat een overigens zo bevallige jongeman zo veel kon eten.
[8] Maar omdat het in het bijzonder de hoofdman opviel, vroeg hij Mij: 'Heer en Meester, vergeef mij dat ik U bij het eten enigszins stoor in Uw rust! Kijk, de anders zo tere en onvoorstelbaar mooie jongeman eet ongewoon veel! Niemand misgunt hem natuurlijk wat hij eet, maar ik maak mij echt bezorgd dat wat hij teveel eet hem uiteindelijk zou kunnen schaden en hij ziek zou kunnen worden en gemakkelijk een akelige koorts kunnen krijgen. Dat zou werkelijk jammer zijn van zo'n lieftallige jongeman die, afgaande op zijn zeer geestrijke voorkomen, zeker iets groots zou kunnen worden!'
[9] Ik zei: 'Vriend, laat jouw bezorgdheid maar aan Mij over! Deze jongen is allang Mijn dienaar en weet zelf heel goed wat hij moet doen en hoeveel hij van de ene of de andere spijs kan eten. Als het niet goed was wat hij doet, zou Ik het hem wel zeggen. Als hij nu niet zo gegeten had dat het jullie enigszins bovennatuurlijk moest voorkomen, zou hij immers niet zo sterk jouw aandacht getrokken hebben; maar aangezien jij nu opmerkzaam op hem bent geworden, zul je van hem ook nog andere dingen horen en dan zal het je niet meer zo verbazen dat hij iets meer dan een gewoon mens aan spijs en drank tot zich kan nemen. Vanaf nu kun je je wel tot hemzelf richten.'
«« 130 / 220 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.